Semana 44 - Prueba (2)

Objetivos Doelen
En esta clase... In deze les...

1. ...repaso la gramática herhaal ik de grammatica
2. ...practico el vocabulario oefen ik de vocabulaire

1 / 34
volgende
Slide 1: Tekstslide
SpaansMiddelbare schoolvwoLeerjaar 1

In deze les zitten 34 slides, met interactieve quizzen en tekstslides.

time-iconLesduur is: 50 min

Onderdelen in deze les

Objetivos Doelen
En esta clase... In deze les...

1. ...repaso la gramática herhaal ik de grammatica
2. ...practico el vocabulario oefen ik de vocabulaire

Slide 1 - Tekstslide

Materia Toetsstof
  • werkwoorden vervoegen in de tegenwoordige tijd: LT p 25 bloque A
  • het geslacht van een woord: LT p 27 bloque D
  • het getal van een woord: LT p 27 bloque E
  • de lidwooorden: LT p 27 bloque F
  • voca unidad 0 alleen SP-NL
  • voca unidad 1 t/m ¿Cómo es Tadeo? SP-NL én NL-SP

Slide 2 - Tekstslide

Werkwoorden vervoegen in de tegenwoordige tijd (1)
Stap 1: Schrijf de stam van het werkwoord op. Haal -ar eraf. Je houdt de stam over.

Slide 3 - Tekstslide

Werkwoorden vervoegen in de tegenwoordige tijd (2)
Stap 2: Bepaal wie of wat het onderwerp van jouw zin is. Let op, dingen horen bij 3 (ev) of 6 (mv).
1
ik
yo
2
jij
3
hij, zij (ev), u (ev)
él, ella, usted 
4
wij
nosotros, nosotras
5
jullie
vosotros, vosotras
6
zij, zij vrouwelijk (mv), u (mv)
ellos, ellas, ustedes

Slide 4 - Tekstslide

Werkwoorden vervoegen in de tegenwoordige tijd (3)
Stap 3: Plak de juiste uitgang achter de stam, zodat onderwerp en persoonsvorm op elkaar aansluiten. De uitgangen zijn de dikgedrukte letters in het plaatje.

Slide 5 - Tekstslide

Llamarse Heten
YO
me llamo
te llamas
ÉL/ELLA/USTED
se llama
NOSOTROS/NOSOTRAS
nos llamamos
VOSOTROS/VOSOTRAS
os llamáis
ELLOS/ELLAS/USTEDES
se llaman
DEZE IS WEDERKEREND!

Slide 6 - Tekstslide

Ser Zijn | Ser de Komen uit
YO
soy
eres
ÉL/ELLA/USTED
es
NOSOTROS/NOSOTRAS
somos
VOSOTROS/VOSOTRAS
sois
ELLOS/ELLAS/USTEDES
son
DEZE IS ONREGELMATIG!

Slide 7 - Tekstslide

Tener Hebben
YO
tengo
tienes
ÉL/ELLA/USTED
tiene
NOSOTROS/NOSOTRAS
tenemos
VOSOTROS/VOSOTRAS
tenéis
ELLOS/ELLAS/USTEDES
tienen
DEZE IS ONREGELMATIG!

Slide 8 - Tekstslide

Cecilia (cantar) una canción.

Slide 9 - Open vraag

Cecilia y yo (cantar) una canción.

Slide 10 - Open vraag

Vosotros (hablar) tres idiomas.

Slide 11 - Open vraag

Ainara y yo (hablar) el vasco.

Slide 12 - Open vraag

Ainara y Ander (ser) del País Vasco.

Slide 13 - Open vraag

El español (ser) un idioma bonito.

Slide 14 - Open vraag

Rosa (tener) una nueva amiga. Ella (llamarse) Zoe. [..., ...]

Slide 15 - Open vraag

Yo (tener) doce años. ¿Cuántos años (tener) vosotras? [..., ...]

Slide 16 - Open vraag

Het geslacht en getal van een woord (1)
Er moet altijd samenhang zijn tussen 

- het zelfstandig naamwoord
- het bijvoeglijk naamwoord
- het lidwoord


Alle drie staan in - óf mannelijk enkelvoud 
                                 - óf mannelijk meervoud 
                                 - óf vrouwelijk enkelvoud 
                                 - óf vrouwelijk meervoud

Slide 17 - Tekstslide

El ojo Het oog Los ojos De ogen

el ojo azul


el ojo verde



el ojo marrón

los ojos azules


los ojos verdes



los ojos marrones

Slide 18 - Tekstslide

Zet in het meervoud: la oreja
het oor > de oren

Slide 19 - Open vraag

Zet in het meervoud: el país
het land > de landen

Slide 20 - Open vraag

Zet in het meervoud: nuevo
nieuw ev > nieuw mv

Slide 21 - Open vraag

Zet in het meervoud: simpática
aardig ev > aardig mv

Slide 22 - Open vraag

Zet in het meervoud: azul
blauw ev > blauw mv

Slide 23 - Open vraag

Verbeter het woord dat niet klopt: El pelo rubia.

Slide 24 - Open vraag

Verbeter het woord dat niet klopt: Los compañeros italiana.

Slide 25 - Open vraag

Verbeter het woord dat niet klopt: El héroe guapas.

Slide 26 - Open vraag

de bepaalde en onbepaalde lidwoorden (1)



wewe


De vertaling van 'unos' en 'unas' is in het Nederlands een paar.

Slide 27 - Tekstslide

de bepaalde en onbepaalde lidwoorden (2)
Woorden op een -o zijn meestal mannelijk en op een -a zijn meestal vrouwelijk, maar lang niet alle woorden eindigen op een -o of op een -a, dus het is belangrijk dat je de lidwoorden erbij leert!!!

Slide 28 - Tekstslide

woordjes leren (1)

Slide 29 - Tekstslide

woordjes leren (2)
Begin op tijd! 

Oefen met de spelling! Het is belangrijk dat je de woordjes in het Spaans correct opschrijft. Spelfouten worden op de toets als halve fouten gerekend. Heb je twee spelfouten in één woord, dan houd je dus 0 punten over.

Slide 30 - Tekstslide

woordjes leren (3)
Laatste tip: leer ook de MAPA MENTAL op LT p 28-29. Of, nog beter, maak je eigen mind map over hoofdstuk 0 en 1!

Slide 31 - Tekstslide

Objetivos Doelen
En esta clase... In deze les...

1. ...practico el vocabulario oefen ik de vocabulaire
2. ...hago una prueba diagnóstica maak ik een oefentoets 

Slide 32 - Tekstslide

Slide 33 - Tekstslide

Consejos Tips

Prueba diagnóstica Oefentoets

Slide 34 - Tekstslide