Commercieel beleid 3

Commercieel beleid 1
Week 3
1 / 46
volgende
Slide 1: Tekstslide
Commercieel beleidMBOStudiejaar 4

In deze les zitten 46 slides, met interactieve quizzen, tekstslides en 3 videos.

time-iconLesduur is: 60 min

Onderdelen in deze les

Commercieel beleid 1
Week 3

Slide 1 - Tekstslide

Wat is commercieel beleid?

Slide 2 - Open vraag

Commercieel beleid
Commercieel beleid is het beleid dat je gebruikt om de producten zo goed mogelijk te verkopen.

Commercieel beleid horen alle plannen die je maakt om het inkoopbeleid en verkoopbeleid in te vullen. 

Slide 3 - Tekstslide

Planning aankomend jaar
Aankomend jaar stappen wij in de wereld van het commercieel beleid. We gaan er elke periode dit jaar mee bezig. 

In de eerste twee periodes gaan we bezig met commercieel beleid 1 en in de laatste twee periodes gaan we bezig met commercieel beleid 2.

Slide 4 - Tekstslide

Periode 1
In periode 1 gaan we bezig met het boek commercieel beleid 1A:

De stappen in de wereld van retail,
gaan bezig met vormen van samenwerken,
en zoeken uit wat de winkelformule is. 


Slide 5 - Tekstslide

Bedrijfsplan
De theorie die je tijdens deze lessen leert pas je toe op je eigen stagebedrijf en verwerk je in je bedrijfsplan

Bedrijfsplan starten we in periode 3&4 en wordt de eindscriptie van je opleiding.

Slide 6 - Tekstslide

Agenda
Week 1: De wereld van de retail
Week 2: De wereld van de retail
Week 3: De wereld van de retail
Week 4: Samenwerken
Week 5: Samenwerken
Week 6: Winkelformule
Week 7: Winkelformule
Week 8: Winkelformule

Slide 7 - Tekstslide

Nut van deze les
Aan het einde van de les..

.. weet jij wat de organisatiestructuur is.
.. weet jij wat een inkoop en verkoopbeleid is.

Slide 8 - Tekstslide

Retail
Met retail worden bedrijven bedoeld die producten aan consumenten verkopen. 

Slide 9 - Tekstslide

Taken van retailer

Slide 10 - Tekstslide

Organisatiestructuur
Organisatiestructuur is de wijze waarop taken binnen een organisatie zijn verdeeld en de wijze waarop vervolgens afstemming tussen deeltaken tot stand is gebracht.


Slide 11 - Tekstslide

Lijnorganisatie & lijn-staforganisatie
Lijnorganisatie
Een lijnorganisatie kom je vaak tegen bij betrekkelijk kleine bedrijven, waar de werkzaamheden eenvoudig te organiseren zijn.
Lijn-staforganisatie

Slide 12 - Tekstslide

Inkoopbeleid
Bij het inkoopbeleid onderzoek je welke producten je het beste kunt kopen. 

Prijs/kwaliteit
vergelijkt leveranciers
onderzoekt op welke manier je de producten wilt inkopen

Slide 13 - Tekstslide

Verkoopbeleid
Bij het opstellen van je verkoopbeleid onderzoek je hoe je de artikelen en/of diensten die jij als retailer wilt aanbieden het beste kunt verkopen.

1. Onderzoek naar je markt doen
2. Trends en ontwikkelingen volgen
3. Concurrentie in kaart brengen
4. Commerciële cijfers berekenen
5. Winkelformule bewaken
6. Marketingbeleid bepalen

Slide 14 - Tekstslide

Retail ondernemingen
In de retail kom je verschillende ondernemingen tegen. Je hebt de kleinere zelfstandige ondernemer met een eigen winkel, je komt grote bedrijven tegen die in bijna iedere plaatst wel een winkel hebben, maar er zijn ook retailers die geen vaste winkel hebben.

Slide 15 - Tekstslide

Noem een voorbeeld van een retailer die geen vaste winkel heeft.

Slide 16 - Open vraag

Ambulante handel
De handel zonder vaste locatie die plaatsvindt in openbare ruimten, bijvoorbeeld een markt. 

Slide 17 - Tekstslide

Waarvoor staan de letters MKB?

Slide 18 - Open vraag

MKB
MKB staat voor midden- en kleinbedrijf. Hieronder vallen alle bedrijven met minder dan 250 werknemers. 

Zijn niet alleen bedrijven in de retail!

Slide 19 - Tekstslide

Grootwinkelbedrijf
Binnen de retail met meer dan 100 werknemers. Ook retail bedrijven die zeven of meer winkelfilialen hebben behoren bij het grootwinkelbedrijf. 

Slide 20 - Tekstslide

Grootwinkelbedrijf
Wordt meestal centraal aangestuurd vanuit een hoofdkantoor.

Producten kunnen goedkoper worden ingekocht en er zijn distributiecentra. 

Slide 21 - Tekstslide

Verkoopkanalen
Naast dat je retail bedrijven op grootte kunt indelen, kan je ze ook indelen op de manier waarop ze producten verkopen. 

Je kunt schoenen verkopen via een schoenenzaak, op de markt, in een sportzaak of via een webshop

Verkooppunten is een verkoopkanaal.

Slide 22 - Tekstslide

Verkoopkanalen naast elkaar
Steeds meer bedrijven verkopen hun producten zowel via een fysieke winkel als via een webshop

Slide 23 - Tekstslide

Slide 24 - Tekstslide

Monochannel
De verkoop tussen retailer en consument maar via 1 verkoopkanaal.

Bijvoorbeeld Zalando, zij verkopen alleen via een webshop.


Slide 25 - Tekstslide

Multichannel
Multichannel is een methode in de retail waarbij de winkelier de consument de keuze biedt tussen verschillende verkoopkanalen. 

Die kanalen staan niet met elkaar in verbinding. Hierdoor kunnen de prijzen in de winkel anders zijn dan online. 

Slide 26 - Tekstslide

Crosschannel
Bij crosschannel gebruikt de retailer meerdere verkoopkanalen, bijvoorbeeld een webshop en een fysieke winkel. 

De verkoopkanalen zijn op elkaar afgestemd

De consument oriënteert zich bijvoorbeeld in de webshop en koopt het product in de winkel of andersom.

Slide 27 - Tekstslide

Slide 28 - Video

Omnichannel
Bij omnichannel zijn verschillende verkoopkanalen, net als bij crosschannel, op elkaar afgestemd, zodat de klant ze door elkaar kan gebruiken om informatie te zoeken of zich te oriënteren. 

Maar bij omnichannel staat in tegenstelling tot chrosschannel de klantreis centraal

Slide 29 - Tekstslide

Klantreis
Customer journey – in het Nederlands klantreis – is de route die een klant aflegt voordat hij of zij je product of dienst koopt. De klant staat hier centraal, niet jouw bedrijf.

Slide 30 - Tekstslide

Slide 31 - Video

Slide 32 - Tekstslide

Slide 33 - Video

Slide 34 - Link

Bever en omnichannel
Ga op onderzoek uit en beantwoord de volgende vragen:

1. Waarom is Bever in 2018 genomineerd tot beste omnichannel van 2018?

2. Wat doen zei dat andere retailers niet doen?

Slide 35 - Tekstslide

Slide 36 - Link

Slide 37 - Link

Opdracht
Twee belangrijke trends in de retail zijn het toevoegen van een belevenis voor de klant in inzet van nieuwe technologieën. 

Leg uit waarom een omnichannelbeleid van belang is om deze twee trends goed toe te passen als retailer. 

Slide 38 - Tekstslide

Branches
Een groep van bedrijven die ongeveer dezelfde artikelen (assortiment) of diensten levert noem je een branche.

Bijvoorbeeld de kledingbranche of rijwielersbranche.

Slide 39 - Tekstslide

Branches in de retail
Te verdelen in:

Food


Non-food

Slide 40 - Tekstslide

Slide 41 - Link

Branche vervaging
Steeds meer winkels verkopen artikelen uit verschillende branches.

Bijvoorbeeld: de Aldi die ook computers verkoopt of ...

Slide 42 - Tekstslide

Slide 43 - Link

Challenge 3
Ga op onderzoek uit op je stage (of bijbaan).

1. Welke verkoopkanalen gebruikt jouw bedrijf?
2. Gebruikt jouw bedrijf Omnichannel? Waarom wel of waarom niet?
3. Staat de klant bij je stagebedrijf centraal? (gebruiken jullie de klantreis)
4. Beschrijf in welke branche jouw bedrijf opereert en welke specialisatie jullie hebben.

Slide 44 - Tekstslide

Challenge
Ga op onderzoek uit op je stage (of bijbaan).

1. Welke functies zijn er binnen je stage bedrijf en welke taken hebben de functies?

2. Maak een organigram van je stage bedrijf.

Slide 45 - Tekstslide

Challenge
Ga op onderzoek uit op je stage (of bijbaan).

1. Wat voor soort onderneming is het bedrijf waar je stage loopt?
2. Wat is MKB en valt jouw stagebedrijf hier ook onder?
3. Via welke verkoopkanalen kunnen de klanten de producten bij jouw stagebedrijf kopen?
4. Heeft je stagebedrijf een fysieke winkel? Zoja, welke soort en leg uit waarom.
5. Doet je stagebedrijf ook aan colportage en/of ambulante handel? 
6. Gebruikt je stage ook een website? Waarom hebben ze hier voor gekozen?

Slide 46 - Tekstslide