In deze les zitten 32 slides, met interactieve quizzen en tekstslides.
Onderdelen in deze les
Nederlands 3BK1
Herhalingsles Lezen - zakelijke teksten
Slide 1 - Tekstslide
Doel vandaag:
-Meters maken in het boek
-De basis van lezen is weer bekend
-We gaan weer oefenen met de stof
Slide 2 - Tekstslide
Herh. -Wat voor teksten zijn er?
Met welk doel zijn de teksten geschreven?
Slide 3 - Tekstslide
Slide 4 - Tekstslide
Herh. Wat zijn signaalwoorden?
Wat hebben signaalwoorden met verbanden te maken?
Hoe herken ik dit? Waar vind ik ze?
Slide 5 - Tekstslide
Wat is het verschil tussen de aanleiding en het doel van een tekst?
Slide 6 - Open vraag
Wat is het hoofddoel van reclame?
A
informeren
B
overtuigen
C
activeren
D
amuseren
Slide 7 - Quizvraag
Wat zijn de subdoelen van reclame?
A
informeren en overtuigen
B
amuseren en overtuigen
C
informeren en activeren
D
amuseren en informeren
Slide 8 - Quizvraag
Het is belangrijk dat de reclame aansluit op de ... die de maker wil bereiken.
Slide 9 - Open vraag
Een van de vormen van reclame is de advertentie. Welk doel heeft een advertentie?
Slide 10 - Open vraag
Het doel van een personeelsadvertentie is reclame maken.
A
Waar
B
Niet waar
Slide 11 - Quizvraag
Wat is een advertorial?
Slide 12 - Open vraag
Niet elke reclame is gericht op de verkoop van nieuwe spullen. Er is ook reclame die je activeert om na te denken. Hoe noem je deze vorm van reclame?
Slide 13 - Open vraag
Signaalwoorden dus, kortom, aldus, concluderend horen bij tekstverband...
A
argument
B
opsomming
C
mening
D
conclusie
Slide 14 - Quizvraag
Signaalwoorden maar, toch, echter, daarentegen, desondanks, desalniettemin horen bij tekstverband...
A
opsomming
B
voorbeeld
C
tegenstelling
D
tijdvolgorde
Slide 15 - Quizvraag
om te, om, waarmee, door, door middel van, via, met (be)hulp van, dankzij = tekstverband?
Slide 16 - Open vraag
Geef een signaalwoord bij tekstverband voorbeeld.
Slide 17 - Open vraag
Maak een zin waarbij je gebruikmaakt van signaalwoord(en) opsomming.
Slide 18 - Open vraag
BETROUWBAARHEID & MANIPULATIE
Slide 19 - Tekstslide
Een ander woord voor manipuleren is beïnvloeden.
A
Waar
B
Niet waar
Slide 20 - Quizvraag
Geef een voorbeeld van technieken die reclamemakers gebruiken om jou te manipuleren, dus beïnvloeden.
Slide 21 - Open vraag
FOLDER
Slide 22 - Tekstslide
Een folder is een blad, krantje of boekje met daarin reclame of informatie over een bepaald onderwerp.
A
Waar
B
Niet waar
Slide 23 - Quizvraag
Wat is het doel van een reclamefolder?
Slide 24 - Open vraag
Wat is het doel van een folder bij de apotheek, huisarts of gemeentehuis?
Slide 25 - Open vraag
Een folder van het Nuenens College heeft als doel informeren en activeren.
A
Waar
B
Niet waar
Slide 26 - Quizvraag
Politieke folders willen je overtuigen en activeren.
A
Waar
B
Niet waar
Slide 27 - Quizvraag
HOOFD- EN BIJZAKEN
Slide 28 - Tekstslide
De hoofdgedachte van een tekst is altijd een bijzaak.
A
Waar
B
Niet waar
Slide 29 - Quizvraag
Een uitleg, voorbeeld, toelichting, instructie of een uitwerking zijn bijzaken.
A
Waar
B
Niet waar
Slide 30 - Quizvraag
WOORD EN BEELD
Slide 31 - Tekstslide
Bij veel teksten staat een plaatje, een tekening of een foto. Een afbeelding bij een tekst kan verschillende functies hebben. Welke functies kun jij noemen? (5)