2-11

Programma
  • Ophalen procenten
  • Het berekenen van toename en afname: uitleg
  • Oefenen in studiorekenen
  • Huiswerk
  • Terugblik
1 / 12
volgende
Slide 1: Tekstslide
WiskundeMiddelbare schoolhavoLeerjaar 1

In deze les zitten 12 slides, met tekstslides.

time-iconLesduur is: 50 min

Onderdelen in deze les

Programma
  • Ophalen procenten
  • Het berekenen van toename en afname: uitleg
  • Oefenen in studiorekenen
  • Huiswerk
  • Terugblik

Slide 1 - Tekstslide

Procenten
  1. Maak van het percentage een kommagetal
  2. Doe het kommagetal keer het totaal

Hoeveel is 26,4% van de 123?
26,4% = 0,264
0,264 x 123 = 32,472

Slide 2 - Tekstslide

Om te oefenen
Bereken 34% van 345

Bereken 13,5% van 827

Slide 3 - Tekstslide

Om te oefenen
Bereken 34% van 345         = 117,3

Bereken 13,5% van 827      = 111,645

Slide 4 - Tekstslide

Toename en afname
  • Noem de oude hoeveelheid 100%
  • Bereken hoeveel procent je heb nadat er een toename of               afname geweest is
  • Maak van het percentage een kommagetal
  • Doe het kommagetal keer het totaal

OUD x kommagetal = NIEUW

Slide 5 - Tekstslide

Voorbeeld 1
Een bank kost €300,-
Hoeveel kost de bank als de prijs met 2,5% toeneemt?


Slide 6 - Tekstslide

Voorbeeld 1
Een bank kost €300,-
Hoeveel kost de bank als de prijs met 2,5% toeneemt?

Oud = 100% dus €300,- = 100%
Na toename is de prijs 100 + 2,5 = 102,5%
Het kommagetal is 1,025
De nieuwe prijs is 1,025 x €300,- =  €307,50 (let op 2 decimalen)

Slide 7 - Tekstslide

Voorbeeld 2
Een smartphone kost €380,-
Hoeveel kost de smartphone als je 23,5% korting krijgt?


Slide 8 - Tekstslide

Voorbeeld 2
Een smartphone kost €380,-
Hoeveel kost de smartphone als je 23,5% korting krijgt?

Oud = 100% dus €380,- = 100%
Na toename is de prijs 100 - 23,5 = 76,5%
Het kommagetal is 0,765
De nieuwe prijs is 0,765 x €380,- =  €290,70 (let op 2 decimalen)

Slide 9 - Tekstslide

Studiorekenen
Oefenen met procentsommen

Slide 10 - Tekstslide

Huiswerk
Maak van 10.1 opgave 4, 7, 11

Slide 11 - Tekstslide

Terugblik
Wat heb je onthouden van de theorie?
Hoe ga je deze soort sommen oefenen?

Slide 12 - Tekstslide