Nederlands Station 3e editie VBK1 - deel A - Lezen & woordenschat

Nederlands Station 3e editie VBK1


Deel A
Lezen & woordenschat
1 / 39
volgende
Slide 1: Tekstslide

In deze les zitten 39 slides, met interactieve quizzen, tekstslides en 8 videos.

Onderdelen in deze les

Nederlands Station 3e editie VBK1


Deel A
Lezen & woordenschat

Slide 1 - Tekstslide

Wat weten jullie van begrijpend lezen?

Slide 2 - Woordweb

Slide 3 - Video

Onderwerp
Waar gaat de hele tekst over?

Maximaal 5 woorden

Slide 4 - Tekstslide

Slide 5 - Video

0

Slide 6 - Video

Hoofdgedachte
Mini-samenvatting van de tekst in een zin.

De hoofdgedachte vind je aan het begin of aan het einde van een tekst.

Slide 7 - Tekstslide

Slide 8 - Video

Tekstdoelen
Tekstdoelen:

  • Informeren
  • Amuseren
  • Activeren

Slide 9 - Tekstslide

Tekstsoorten en tekstdoelen
  • Informeren: bv. nieuwsbericht, schoolboek, informatiefolder
  • Amuseren: bv. leesboek, stripverhaal
  • Activeren: bv. advertentie 

Slide 10 - Tekstslide

Slide 11 - Video

Slide 12 - Video

Leesstrategieen
  1. Verkennend lezen
  2. Globaal lezen
  3. Zoekend lezen

Slide 13 - Tekstslide

Leesstrategieen
1. Verkennend lezen:
Je bekijkt de tekst, maar leest hem nog niet
Je let op:
  • titel
  • tussenkopjes
  • plaatjes
  • opvallende woorden

Slide 14 - Tekstslide

Leesstrategieen
1. Verkennend lezen
Door de tekst verkennend te lezen, kun je het onderwerp van de tekst voorspellen.
Je ziet ook snel of je de tekst kunt gebruiken.

Slide 15 - Tekstslide

Leesstrategieen
2. Globaal lezen:
Je leest de tekst helemaal door, maar je hoeft niet alles te begrijpen.
Je kunt nu controleren of je het onderwerp goed hebt voorspeld.

Slide 16 - Tekstslide

Leesstrategieen
3. Zoekend lezen:
Deze leesstrategie gebruik je om snel antwoorden op vragen te vinden.
Let op de tussenkopjes.

Slide 17 - Tekstslide

Slide 18 - Video

Slide 19 - Video

Tekstsoort: nieuwsbericht
Informatie over een actuele gebeurtenis
Nieuws is neutraal, zonder mening
Nieuwsberichten vind je in kranten en op websites over nieuws, zoals www.nos.nl en www.nu.nl
Een nieuwsbericht bevat veel feiten

Feiten zijn dingen die echt zo zijn en die je kunt controleren


Slide 20 - Tekstslide

Nieuwsbericht
  • dikgedrukte kop (titel), staat vaak het onderwerp in
  • begint vaak met een plaatsnaam
  • inleiding (vaak vetgedrukt) met daarin de hoofdgedachte
  • rest van de tekst is uitwerking van de inleiding
  • vaak verdeeld in kolommen
  • soms staat erbij: 'van onze verslaggever'  of: door Piet de Graaf (voorbeeldnaam) 

Slide 21 - Tekstslide

Slide 22 - Tekstslide

Slide 23 - Tekstslide

Slide 24 - Tekstslide

Woordenboek
Woorden in een woordenboek staan altijd op alfabetische volgorde

De vorm in een woordenboek noem je de woordenboekvorm.

bv. prinsje staat bij prins
prinsen staat bij prins

Slide 25 - Tekstslide

Woordraadstrategieen
  • woorddelen herkennen (stukjes uit het woord herkennen)
  • synoniem (een woord dat ongeveer hetzelfde betekent)
  • antoniem (het tegenovergestelde van het woord)
  • definitie (uitleg van het woord)
  • voorbeelden
  • afbeelding (plaatje)

Slide 26 - Tekstslide

Slide 27 - Tekstslide

Wat is een tussenkopje?
A
de titel van een tekst
B
een titel van een alinea
C
de eerste alinea
D
de laatste alinea

Slide 28 - Quizvraag

Wat is het onderwerp van een tekst?
A
De laatste alinea
B
Waar de tekst vandaan komt
C
Waar de tekst over gaat
D
De schrijver

Slide 29 - Quizvraag

Hoelang mag het onderwerp maximaal zijn?
A
4 woorden
B
3 zinnen
C
5 woorden
D
maakt niet uit

Slide 30 - Quizvraag

Welke leesstrategie gebruik je als je het onderwerp wil voorspellen?
A
verkennend lezen
B
globaal lezen

Slide 31 - Quizvraag

Tussenkopje
Bron
Titel
Alinea

Slide 32 - Sleepvraag

Deze vraag stel je wel bij verkennend lezen.
Deze vraag stel je niet bij verkennend lezen.
Wat denk je dat het onderwerp is?
Wat is het tekstdoel?
Wat betekent dit moeilijke woord?
Wat is het belangrijkste wat wordt gezegd over het onderwerp?
Wat voor soort tekst is het?

Slide 33 - Sleepvraag


Wat is een nieuwsbericht?
A
een tekst over een gebeurtenis
B
een tekst met iemands mening
C
een tekst met een instructie
D
een tekst met reclame

Slide 34 - Quizvraag



Een nieuwsbericht heeft als tekstdoel:
A
informeren
B
overtuigen
C
activeren
D
amuseren

Slide 35 - Quizvraag

Een nieuwsbericht is een...
A
Tekstdoel
B
Alinea
C
Tekstsoort
D
Hoofdgedachte

Slide 36 - Quizvraag

De woorden in het woordenboek staan op alfabetische volgorde.
A
Waar
B
Niet waar

Slide 37 - Quizvraag

Waar staan de woorden op alfabetische volgorde?
A
druif - peer - appel - kers
B
appel - kers - druif - peer
C
appel - peer - kers - druif
D
appel - druif - kers - peer

Slide 38 - Quizvraag

Waar staan de woorden in
alfabetische volgorde?
A
pizza - pannenkoek - patat
B
pannenkoek - pizza - patat
C
pannenkoek - patat -pizza
D
patat - pannenkoek - pizza

Slide 39 - Quizvraag