NAH BOA en B1H

Niet aangeboren hersenletsel
Verpleegkunde revalidatie 21 maart
1 / 32
volgende
Slide 1: Tekstslide
Zorg en WelzijnMBOStudiejaar 2

In deze les zitten 32 slides, met interactieve quizzen, tekstslides en 5 videos.

time-iconLesduur is: 120 min

Onderdelen in deze les

Niet aangeboren hersenletsel
Verpleegkunde revalidatie 21 maart

Slide 1 - Tekstslide

NAH

Slide 2 - Woordweb

Slide 3 - Tekstslide

Slide 4 - Tekstslide

Slide 5 - Tekstslide

Slide 6 - Video

Slide 7 - Video

Slide 8 - Tekstslide

Opdracht
NAH is lang niet altijd zichtbaar. Hoe kun je erachter komen dat iemand NAH heeft? Ga naar https://www.kennispleingehandicaptensector.nl/tips-tools/tools/7-signalen-voor-nah 
Herken jij signalen uit je praktijk?

Slide 9 - Tekstslide

Slide 10 - Tekstslide

Welke onzichtbare gevolgen van NAH ken je?

Slide 11 - Woordweb

Slide 12 - Tekstslide

Slide 13 - Tekstslide

Slide 14 - Video

Slide 15 - Tekstslide

Slide 16 - Tekstslide

Vragen?

Slide 17 - Tekstslide

2e les NAH
Zijn er vragen n.a.v. de vorige les?

Slide 18 - Tekstslide

Slide 19 - Video

Slide 20 - Video

Slide 21 - Tekstslide

Slide 22 - Tekstslide

Slide 23 - Tekstslide

Slide 24 - Tekstslide

Welke communicatievormen en -middelen ken je naast verbale communicatie?

Slide 25 - Woordweb

Slide 26 - Tekstslide

Slide 27 - Tekstslide

Opdracht
Bedenk een oefening die je met een zorgvrager met NAH zou kunnen doen om zijn/haar cognitieve vaardigheden te verbeteren.
We bespreken de opdrachten in de groep.

Slide 28 - Tekstslide

Voorbeelden
1. Verzamel verschillende soorten foto's zoals dieren, landschappen, personen, voedsel enz.
2. Laat de persoon de foto's bekijken en vraag hem/haar om ze te categoriseren op basis van hun kenmerken. Bijvoorbeeld: dieren die in het wild leven, dieren die als huisdier gehouden worden, personen die jonger zijn dan 30, enz.
3. Vraag de persoon om de foto's te rangschikken op basis van hun kenmerken. Bijvoorbeeld: van groot naar klein, van donker naar licht, van belangrijk naar minder belangrijk, enz.

Slide 29 - Tekstslide

Voorbeelden
4. Geef de persoon een set kaarten met verschillende kleuren en vormen en vraag hem/haar om ze te sorteren op basis van de kleur, de vorm of beide.
5. Geef de persoon een complexe afbeelding en vraag hem/haar om details te beschrijven. Laat ze bijvoorbeeld een foto van een drukke stad bekijken en vraag hen om details te beschrijven, zoals het aantal auto's op de weg, het aantal mensen op straat, enz.
6. Laat de persoon een kort verhaal lezen en vraag hem/haar om de belangrijkste punten uit het verhaal samen te vatten.
7. Geef de persoon een puzzel om op te lossen. Dit kan een traditionele puzzel zijn, of een digitale puzzel op een tablet of computer.

Slide 30 - Tekstslide

Slide 31 - Tekstslide

Slide 32 - Link