engels thema het restaurant

restaurant
1 / 15
volgende
Slide 1: Woordweb
EngelsBasisschoolGroep 8

In deze les zitten 15 slides, met interactieve quizzen en tekstslides.

Onderdelen in deze les

restaurant

Slide 1 - Woordweb

Slide 2 - Tekstslide

Doel
  1. Je leert woorden die horen bij het restaurant.
  2. Je leert in het Engels een menukaart schrijven.

Slide 3 - Tekstslide

appetizer
main course
dessert
soup
salad
steak
french fries
ice cream
cheese cake

Slide 4 - Sleepvraag


A
bacon
B
beef
C
steak
D
sausage

Slide 5 - Quizvraag

Which is pastry?
A
apple
B
blueberry muffin
C
fruit juice
D
coffee

Slide 6 - Quizvraag

I like ice cream with chocolate sauce.
what do I like?
A
ijs met slagroom
B
slagroom met chocolade saus
C
chocolade ijs
D
ijs met chocoladesaus

Slide 7 - Quizvraag

translate to English: hoofdgerecht

Slide 8 - Open vraag

hot
cold
coffee
soda
lemonade
tea
hot chocolate
orange juice

Slide 9 - Sleepvraag

What did you eat for breakfast?

Slide 10 - Open vraag

What do you like to eat?

Slide 11 - Open vraag

words
  1. appetizer --> voorgerecht
  2. main course --> hoofdgerecht
  3. dessert --> nagerecht
  4. soup --> soep
  5. french fries --> patat
  6. steak --> biefstuk
  7. ice cream --> ijs
  8. blueberry muffin --> bosbessen muffin
  9. coffee --> koffie
  10. orange juice --> sinaasappelsap

Slide 12 - Tekstslide

make your own menu
  • 2 voorgerechten, 2 hoofdgerechten en 2 nagerechten.
  • drinken (warm en koud)
  • alles in het Engels

Slide 13 - Tekstslide

timer
20:00

Slide 14 - Tekstslide

timer
20:00000

Slide 15 - Tekstslide