Thema 10 BS2 Tien zintuigen van de mens

BS2 TIEN ZINTUIGEN
VAN DE MENS
DOEL
Je kunt aangeven waar het gezichtszintuig, het gehoorzintuig en het evenwichtszintuig liggen en wat hun adequate prikkels zijn.
Je kunt aangeven waar de zintuigcellen in je huid, de reukzintuigcellen en de smaakzintuigcellen liggen, hoe ze werken en wat hun adequate prikkels zijn.
1 / 13
volgende
Slide 1: Tekstslide
BiologieVoortgezet speciaal onderwijsLeerroute 4

In deze les zitten 13 slides, met tekstslides.

time-iconLesduur is: 50 min

Onderdelen in deze les

BS2 TIEN ZINTUIGEN
VAN DE MENS
DOEL
Je kunt aangeven waar het gezichtszintuig, het gehoorzintuig en het evenwichtszintuig liggen en wat hun adequate prikkels zijn.
Je kunt aangeven waar de zintuigcellen in je huid, de reukzintuigcellen en de smaakzintuigcellen liggen, hoe ze werken en wat hun adequate prikkels zijn.

Slide 1 - Tekstslide

TERUGBLIK

Slide 2 - Tekstslide

INSTRUCTIE

Slide 3 - Tekstslide

INSTRUCTIE

Slide 4 - Tekstslide

INSTRUCTIE

Slide 5 - Tekstslide

INSTRUCTIE

Slide 6 - Tekstslide

INSTRUCTIE

Slide 7 - Tekstslide

INSTRUCTIE

Slide 8 - Tekstslide

INSTRUCTIE
Wij kunnen vijf basissmaken onderscheiden:

Zoet – vaak geassocieerd met energiebronnen zoals suikers (rijpe banaan)
Zout – belangrijk voor het reguleren van mineralen in het lichaam (gezouten pinda's)
Zuur – kan wijzen op bedorven voedsel of rijp fruit (citroensap)
Bitter – vaak een waarschuwing voor giftige stoffen, maar ook aanwezig in koffie, pure chocolade en bepaalde groenten (pure chocolade)
Umami – een hartige smaak, ontdekt in de 20e eeuw, die voorkomt in eiwitrijk voedsel zoals vlees, kaas, tomaten en sojasaus (kaas)

Slide 9 - Tekstslide

BEGELEID OEFENEN
Opdracht 4 p. 186
timer
4:00

Slide 10 - Tekstslide

HUISWERK

Slide 11 - Tekstslide

ZELFSTANDIG OEFENEN

1. Maak opdracht 1 t/m 6 p. 185

2. maak testjezelf BS2 (laptop)

3. Bouw van de huid oefenen (laptop)

timer
1:00

Slide 12 - Tekstslide

EVALUATIE
1. Wat heb je geleerd?

2. Wat zou je de volgende keer anders doen?

3. Hoe vind jij dat je hebt gewerkt?

Slide 13 - Tekstslide