Betoog schrijven - les 6

betoog schrijven
1 / 11
volgende
Slide 1: Tekstslide
NederlandsMiddelbare schoolhavoLeerjaar 3

In deze les zitten 11 slides, met tekstslides.

time-iconLesduur is: 60 min

Onderdelen in deze les

betoog schrijven

Slide 1 - Tekstslide

Wat gaan we vandaag doen?
  • brandoefening
  • stappenplan betoog
  • beoordelingsformulier
  • feedbackformulier
  • zelfstandig werken

Slide 2 - Tekstslide

doel schrijven H1, H3 en H4
Je kunt een betoog schrijven met een standpunt, argumenten, ondersteunende feiten en tegenargumenten. 
Daarbij verduidelijk je de structuur d.m.v. signaalwoorden.

Slide 3 - Tekstslide

betoog - vorm 
-alinea 1: inleiding (aandacht trekken, onderwerp introduceren,                                           standpunt)
-alinea 2: argument 1 + onderbouwing
-alinea 3: argument 2 + onderbouwing
-alinea 4: tegenargument + weerlegging
-alinea 5: slot

Slide 4 - Tekstslide

    signaalwoorden (blz 114)
-signaalwoord voor opsommingom te beginnen, ten eerste, daarna, bovendien, ...
-signaalwoord voor reden/toelichtingomdat, want, immers, ...
-structurerende zin:  Er zijn ook mensen die bezwaar hebben tegen deze maatregelen.
-signaalwoord voor een tegenstelling: toch, maar, echter, ...
-signaalwoord voor een conclusie: kortom, al met al, ..

Slide 5 - Tekstslide

Wat lever je in?
  • bouwplan 
  • individuele onderdelen
  • eerste tekst  
  • ontvangen feedback
  • aangepaste tekst
  
Tweetal? 
Je levert samen één document aan dat al deze stukken bevat.

Slide 6 - Tekstslide

beoordelingsformulier

Slide 7 - Tekstslide

feedbackformulier

Slide 8 - Tekstslide

werkwijze
  • alleen of in tweetallen
  • onderwerp kiezen + informatie zoeken
  • (bouwplan schrijven en laten controleren)
  • tekst schrijven (individueel)
  • teksten samenvoegen
  • feedbackronde 
  • tekst herschrijven

Slide 9 - Tekstslide

Slide 10 - Tekstslide

doel schrijven H1, H3 en H4
Je kunt een betoog schrijven met een standpunt, argumenten, ondersteunende feiten en tegenargumenten. 
Daarbij verduidelijk je de structuur d.m.v. signaalwoorden.

Slide 11 - Tekstslide