Herhaling

Datum:
Vak: Geschiedenis
Je weet wat het feodalisme en het hofstelsel inhouden, je weet hoe het christendom werd verspreid door Europa en hoe de Islam opkwam en verspreidde 
Aan het einde van de les weet je wat de belangrijkste leerstof van dit hoofdstuk is, en heb je de belangrijkste begrippen en personen herhaald 
Herhaling van lesstof - paragraaf 5.1 t/m 5.4
Welke vragen heb je over dit hoofdstuk? 
Zijn er onderwerpen die de volgende les herhaald moeten worden? 
Afsluiting maken van hoofdstuk 5 
Tot welke opdracht ben je gekomen? Welke vragen heb je nog? 
Woensdag 14 mei: toets geschiedenis hoofdstuk 5 
1 / 18
volgende
Slide 1: Tekstslide
GeschiedenisMiddelbare schoolhavo, vwoLeerjaar 1

In deze les zitten 18 slides, met tekstslides.

time-iconLesduur is: 44 min

Onderdelen in deze les

Datum:
Vak: Geschiedenis
Je weet wat het feodalisme en het hofstelsel inhouden, je weet hoe het christendom werd verspreid door Europa en hoe de Islam opkwam en verspreidde 
Aan het einde van de les weet je wat de belangrijkste leerstof van dit hoofdstuk is, en heb je de belangrijkste begrippen en personen herhaald 
Herhaling van lesstof - paragraaf 5.1 t/m 5.4
Welke vragen heb je over dit hoofdstuk? 
Zijn er onderwerpen die de volgende les herhaald moeten worden? 
Afsluiting maken van hoofdstuk 5 
Tot welke opdracht ben je gekomen? Welke vragen heb je nog? 
Woensdag 14 mei: toets geschiedenis hoofdstuk 5 

Slide 1 - Tekstslide

Leerdoel
Aan het einde van de les weet je wat de belangrijkste leerstof van dit hoofdstuk is, en heb je de belangrijkste begrippen en personen herhaald 

Slide 2 - Tekstslide

Slide 3 - Tekstslide

Verval van handel
  • In de vroege middeleeuwen is Europa een landbouwsamenleving

  • Landbouw is het belangrijkste middel van bestaan

  • Gevolgen: handel nam af, steden raken in verval, reizen is gevaarlijk

Slide 4 - Tekstslide

Een donjon, of mottekasteel, was een versterkte wachttoren. Hier woonde de heer als er gevaar was.
Het gebied buiten het domein bestond uit de grond van de vrije boeren en de woeste gronden, onontgonnen gebied en bossen.
De vrije boeren moesten tijdens een oorlog wél meevechten met de heer. De wapenuitrusting moesten ze zelf betalen.
De akkers van de heer werden bewerkt door horigen. Er waren akkers waarbij de volledige opbrengst naar de heer ging, en er waren akkers waarbij een deel van de opbrengst voor de horige boeren was. Overigens moesten ze hun pacht ook weer van deze opbrengst betalen.
Het vroonhof was de boerderij (hoeve) van de heer. Hier woonde de heer als er geen gevaar was. De opbrengsten van zijn akkers werd in schuren opgeslagen. In woningen naast een vroonhof woonden de horige boeren in geval van gevaar, zoals oorlog.
Bij het vroonhof waren stallen voor de dieren en boomgaarden.
Horigen woonden in vredestijd buiten het vroonhof
Met het hofstelsel bedoelen we het hele systeem (stelsel) van heren en horigen, inclusief de pacht en de herendiensten.
Het Domein

Slide 5 - Tekstslide

Horigen
Verplichtingen Horigen:
1. Een deel van de oogst geven als pacht (huur) aan de heer
2. Jaarlijks een aantal dagen op de akkers van de heer werken
3. Herendiensten: klusjes, zoals het kasteel en de gracht onderhouden

Geen slaven, want geen eigendom van de heer 

Slide 6 - Tekstslide

Twee middeleeuwse stelsels 
1. Feodaal stelsel (leenstelsel) - politiek systeem 
De leenheer leent land aan zijn leenmannen in ruil voor steun tijdens oorlog. Manier om het land te besturen 

2. Hofstelsel - economisch systeem 
Horigen kunnen zichzelf niet beschermen en zoeken bescherming bij adel. In ruil voor pacht en herendiensten kunnen horigen wonen en werken op het domein

Slide 7 - Tekstslide

Slide 8 - Tekstslide

Standenmaatschappij
  • Samenleving bestaat uit drie standen: 
1. Geestelijkheid 
2. Adel 
3. Boeren

'Bidders, strijders en werkers'

Slide 9 - Tekstslide

Het leven in een klooster
  •  Monniken en nonnen 

  • Wijden hun leven aan god 

  • Bidden en kopiëren bijbels 

  • Armenzorg 

Slide 10 - Tekstslide

Het leven in een klooster
  • Iedereen die werkt voor de kerk worden geestelijken genoemd 

  • De gewone gelovigen worden leken genoemd 

Slide 11 - Tekstslide

Macht van de kerk
  • Koningen en edelen schenken veel grond aan kloosters 

  • Grote domeinen 

  • Macht van geestelijken neemt toe  

Slide 12 - Tekstslide

De bekering van Clovis 
  • Monniken spelen belangrijke rol in verspreiden van het christendom

  • 496: koning Clovis laat zich dopen 

  • Koning stuurt missionarissen om het christendom verder te verspreiden  

  • Bekeren ging soms vrijwillig en soms met geweld 

Slide 13 - Tekstslide

Veel goden of één god? 
  • In de zesde eeuw geloofden de Arabieren in honderden goden
  • In de stad Mekka stond de Ka'aba: een grote zwarte steen
  • Op deze plek aanbieden de Arabieren hun goden
  • Ook mensen, waaronder veel handelaren, uit andere landen bezochten de Ka’aba en baden er tot hun goden.
  • Mekka lag aan een kruispunt van handelswegen en was een belangrijke handelsstad.

Slide 14 - Tekstslide

Een visioen  
  • Mohammed was een handelaar uit Mekka. 
  • In een droom, een visoen, vertelde een engel dat er maar één god is, Allah.
  • Mohammed vertelde de mensen in Mekka over zijn droom, maar bijna niemand wilde naar hem luisteren. 
  • De meeste mensen moesten niets van Mohammed hebben en joegen hem en zijn volgelingen de stad uit

Slide 15 - Tekstslide

Van Mekka naar Medina
622

  • Mohammed vlucht naar Medina
  • Dit is het begin van de islamitsche jaartelling, de hedsjra
  • In deze stad woonden veel joden en christenen, ook zij geloven in één god (monotheïsme).
  • Mohammed, die zich profeet van Allah noemde, kreeg veel aanhangers. 
  • Zij noemden zich moslims en hun godsdienst de islam.

Slide 16 - Tekstslide

De islam
  • Islam betekent: 'onderwerping'
  • Het belangrijkste boek is de Koran of Qoer'ān (القرآن)
  • Volgens moslims zijn de woorden in de Arabische taal door Allah via de engel Djibriel aan Mohammed geopenbaard.
  • Daarnaast moet een moslim zich (zoveel mogelijk) houden aan de vijf zuilen, dit zijn godsdienstige verplichtingen.
  • Het vrijdaggebed in een moskee is voor mannen verplicht

Slide 17 - Tekstslide

Opdrachten
Maken opdrachten bij de afsluiting: 
1, 2, 3 en 4 

Leerboek: 112 en 113
Werkboek: 135 en 136 

Slide 18 - Tekstslide