De oude Grieken

De Oude Grieken

Paragraaf 3.2
1 / 22
volgende
Slide 1: Tekstslide
GeschiedenisMiddelbare schoolvmbo bLeerjaar 1

In deze les zitten 22 slides, met interactieve quizzen, tekstslides en 1 video.

Onderdelen in deze les

De Oude Grieken

Paragraaf 3.2

Slide 1 - Tekstslide

Feniks, Geschiedenis Werkplaats, Memo, Saga

Slide 2 - Tekstslide

Wat weet je eigenlijk
van Griekenland?

Slide 3 - Woordweb

Leerdoelen

Aan het eind van deze les kun je uitleggen waarom de Oude Grieken kolonies hadden gesticht en op welke manier ze hun stadstaten bestuurden.

Je weet ook in welke goden de oude Grieken geloofden. 

Slide 4 - Tekstslide

Koloniën buiten Griekenland 

  • Griekenland was door het droge klimaat en de rotsachtige grond erg onvruchtbaar (slechts 20% geschikt voor landbouw)

  • Een mislukte oogst betekende al snel een hongersnood

Slide 5 - Tekstslide

Daarom stichtten de Grieken koloniën buiten Griekenland. 

Slide 6 - Tekstslide

Kijk eens naar de kaart. Wat valt je op aan de ligging van de Griekse koloniën?

Slide 7 - Open vraag

Koloniën buiten Griekenland 

  • Met schepen voeren de Grieken over de Middellandse Zee naar andere gebieden om daar te gaan wonen

  • Rond 750 v. Chr. hadden de Grieken koloniën in Spanje, Italië en Turkije

Slide 8 - Tekstslide

Koloniën buiten Griekenland 
  • Tussen de koloniën en het 'moederland' ontstond zoveel handel dat de Grieken rond 550 v. Chr. geen nieuwe koloniën meer stichten.

  • Door de Griekse koloniën raakte de mensen in het Middellandse Zeegebied bekend met de Griekse cultuur (zoals: mythologie, beeldhouwkunst, enz.)

Slide 9 - Tekstslide

Griekse 
stadstaten
  • Griekenland bestond nog niet als één land

  • Er waren steden die als landen werden bestuurd: bijvoorbeeld met een eigen koning

  • Zo'n zelfstandige stad heet een polis (stadstaat)

Slide 10 - Tekstslide

Griekse 
stadstaten 
  • Poleis (meervoud van polis) worden op verschillende manieren bestuurd

  • Ze hebben wel vaak dezelfde 'Griekse' cultuur, taal en goden

  • De bekendste poleis waren Athene en Sparta

Slide 11 - Tekstslide

Slide 12 - Video

Twee voorbeelden....

Slide 13 - Tekstslide

Sparta
  • Een koning is de baas (monarchie)

  • Oorlog en het leger zijn belangrijk

  • Kinderen krijgen een zware, Spartaanse opvoeding

  • Er zijn slaven

Slide 14 - Tekstslide

Athene
  • Het volk is de baas (democratie)

  • Oorlog en het leger zijn minder belangrijk

  • Kinderen krijgen een opvoeding met veel kunst en cultuur

  • Er zijn slaven

Slide 15 - Tekstslide


De Atheense 
democratie




  • In Athene was het volk de baas
  • Er werd in de buitenlucht gestemd over belangrijke beslissingen. Omdat iedereen één stem had, noemen we dit een directe democratie. 

Slide 16 - Tekstslide


Democratie?!




  • Niet helemaal...
  • ...alleen mannelijke burgers (ongeveer 16% van de bevolking) 
  • Vrouwen, slaven en vreemdelingen mochten niet meepraten.

Slide 17 - Tekstslide

Verschillen met de Nederlandse democratie
  • Alle mannen en vrouwen >18 jaar

  • Indirecte democratie

  • Eerste en Tweede Kamer (binnen)

  • Verkiezingen (meestal om de 4 jaar)

  • Betaalde baan

Slide 18 - Tekstslide

Aan de slag!

Slide 19 - Tekstslide

Meerdere goden
  • De Grieken geloofden in meerdere goden. Zij leken op heel mooie mensen. 
  • De goden woonden op de Olympus, de hoogste berg van Griekenland 
  • De Grieken maakten veel toneelstukken over de goden

Slide 20 - Tekstslide

Aan de slag!
  • Werk in een tweetal
  • Op je werkblad zie je afbeeldingen van Griekse goden. Zoek uit hoe alle goden heten. Hier kun je Google bij gebruiken. (tip: kijk bijv. naar wat de goden in hun handen houden of op hun hoofd hebben)
  • Zoek uit welke taak zij als god hebben (bv god van de zee)

Slide 21 - Tekstslide

En tenslotte....
Maken in Learnbeat
Geschiedenis hoofdstuk 3.2 
Maken vragen 1 tm 7, (vraag 6C en vraag 6D mag je overslaan)

Slide 22 - Tekstslide