Woordenschat Journaal

Welkom

Journaal
Nederlands
Wat heb je nodig?

Laptop
timer
2:30
1 / 14
volgende
Slide 1: Tekstslide
NederlandsMiddelbare schoolvmbo t, havoLeerjaar 1

In deze les zitten 14 slides, met interactieve quiz en tekstslides.

time-iconLesduur is: 45 min

Onderdelen in deze les

Welkom

Journaal
Nederlands
Wat heb je nodig?

Laptop
timer
2:30

Slide 1 - Tekstslide

Jeugdjournaal ochtend

Slide 2 - Tekstslide

Leerdoel


Je leert de betekenis van woorden over het Journaal;


Slide 3 - Tekstslide

Betekenis onbekend woord
Hoe vind je de betekenis van een onbekend woord?
*je zoekt een synoniem;
*je zoekt naar de omschrijving van het woord in de zin of tekst;
*je zoekt een voorbeeld.

Slide 4 - Tekstslide

Woorden Journaal
*je gaat aan de slag over de betekenis van woorden over het Journaal;
*kom je een woord tegen waar je de betekenis niet van kent? zoek dit op via van Dale/ woordenboek online.

Slide 5 - Tekstslide

Slide 6 - Tekstslide

Terugblik uitleg: verkleinwoorden
Van zelfstandige naamwoorden kun je verkleinwoorden maken.

Een verkleinwoord maak je meestal door -je achter het woord te zetten: haak → haakje; rups → rupsje.

Slide 7 - Tekstslide

Spelling 7, $5 verkleinwoorden

Slide 8 - Tekstslide

Terugblik uitleg: verkleinwoorden
Soms moet je andere letters toevoegen om het goed te laten klinken, zoals -pje; -tje; of -etje:
- bloem → bloempje; schuim → schuimpje
- tuin → tuintje; grasmaaier → grasmaaiertje
- wandeling → wandelingetje; bel → belletje

Slide 9 - Tekstslide

Terugblik uitleg: verkleinwoorden

Als het zelfstandig naamwoord eindigt op -ng, moet je soms de -g vervangen door een -k: koning → koninkje; vergoeding → vergoedinkje.

Slide 10 - Tekstslide

Zelfstandig werken
Je werkt in de cursus Woordenschat (alleen online).

$2 Journaal
Klaar? verder werken Spelling 7 $5 Verkleinwoorden
BK: 222, KGT: 230, TH: 236

timer
25:00

Slide 11 - Tekstslide

Planning
Woordenschat

$ 2 Jeugdjournaal
$ 4 Schooltaal

Toets: week 20 (17 mei 2023)

Slide 12 - Tekstslide

Evaluatie van de les

Heb je de lesdoelen behaald?

Je leert over de betekenis van woorden uit het Journaal;


Welk woord heb je nieuw geleerd?




Slide 13 - Tekstslide

Heb je de lesdoelen behaald?
A
Ja, ik heb alle doelen behaald.
B
Nee, ik heb nog niet alle lesdoelen behaald.
C
Nee, ik heb geen enkel lesdoel behaald.

Slide 14 - Quizvraag