6.2 Waar zorgt de overheid voor?

Welkom, wat fijn dat jullie er zijn!

Bij binnenkomst
Stap 1: Jas in de kluis of op de gang.
Stap 2: Eten/drinken weg & kauwgom/lolly uit.
Stap 3: Pak je boek en open je schrift voor een opdracht.
Stap 4: Pak je rekenmachine en etui erbij.




1 / 11
volgende
Slide 1: Tekstslide
EconomieMiddelbare schoolvmbo tLeerjaar 3

In deze les zitten 11 slides, met tekstslides.

Onderdelen in deze les

Welkom, wat fijn dat jullie er zijn!

Bij binnenkomst
Stap 1: Jas in de kluis of op de gang.
Stap 2: Eten/drinken weg & kauwgom/lolly uit.
Stap 3: Pak je boek en open je schrift voor een opdracht.
Stap 4: Pak je rekenmachine en etui erbij.




Slide 1 - Tekstslide

Dit gaan we doen deze les
  1. Herhalen 6.1
  2. Nieuwe uitleg 6.2
  3. Zelfstandig werken
  4. Nakijken

Slide 2 - Tekstslide

Herhalen deze les

  1. Wat is de overheid?
  2. Hoe wordt de overheid nog meer genoemd?
  3. Wat doet jouw gemeente allemaal?
  4. Welke taak heeft de gemeenteraad?
  5. Hoe worden mensen genoemd die voor de overheid werken?
  6. Welke taken heeft de provincie?
  7. Wat de rijksoverheid doet.
  8. Wat is infrastructuur?


timer
5:00

Slide 3 - Tekstslide

In deze les leer je
  1. wat collectieve voorzieningen zijn
  2. wat sociale zekerheid is
  3. waarom er sociale premies op je loon worden ingehouden
  4. wat het verschil is tussen de collectieve en de particuliere sector

Slide 4 - Tekstslide

Het is voor ons allemaal
De overheid levert en betaalt voorzieningen waarvan 
iedereen gebruik mag maken.
Je noemt ze collectieve voorzieningen.

Collectief’ betekent letterlijk: gezamenlijk. 
Collectieve voorzieningen zijn voor ons allemaal.
Voorbeelden van collectieve voorzieningen:
  • parken
  • wegen
  • speeltuinen
  • onderwijs
brandweer


Slide 5 - Tekstslide

Zorg jij voor jezelf?
Wie geen of te weinig inkomen kan verdienen, kan van de overheid een uitkering krijgen. Dit heet sociale zekerheid.


Twee voorbeelden van sociale zekerheid:
  • de Algemene Ouderdomswet (AOW) = iedereen krijgt vanaf de pensioenleeftijd een AOW- uitkering
  • de Werkloosheidswet (WW) = werklozen kunnen een WW-uitkering krijgen.


Slide 6 - Tekstslide

Hoe wordt dat betaald?
Voor alle uitkeringen is veel geld nodig.
Daarom betaalt iedereen van het bruto loon sociale premies.
Sociaal betekent dat je rekening houdt met anderen.
Mensen met werk betalen zo mee aan het inkomen van mensen zonder werk.

Nettoloon = brutoloon - loonbelasting - sociale premies


Slide 7 - Tekstslide

Moet iedereen winst maken?
Collectieve sector
Alle bedrijven en instellingen van de 
overheid

Bijvoorbeeld:
  • het UWV
  • onderwijs
  • politie
Zij hoeven geen winst te maken.



Particuliere sector
Bedrijven (en burgers).

Zij willen winst maken met de verkoop van goederen of 
diensten.

Slide 8 - Tekstslide

Zelfstandig werken
Stap 1: Maak opgave 1 t/m 14 blz. 178 -183
Stap 2: Maak opgave 1 t/m 14 blz.184 - 189
Stap 3: Maak opgave 1 t/m 10 blz. 206
Stap 4: Maak 6.1 & 6.2 blz. 204
Stap 5: Maak opgave 1 t/m 7 blz. 208
timer
5:00

Slide 9 - Tekstslide

Herhalen:
  1. Wat betekent collectief?
  2. Noem 3 voorbeelden van collectieve voorzieningen.
  3. Leg in eigen woorden uit wat sociale zekerheid is.
  4. Wat is AOW?
  5. Waarom betalen de mensen die werken sociale premies over hun loon?
  6. Wat is het verschil tussen bruto- en nettoloon?
  7. Noem twee voorbeelden van de particuliere sector.
  8. Noem twee voorbeelden van de collectieve sector.

Slide 10 - Tekstslide

Slide 11 - Tekstslide