1KM Unit 2 to have got

1KM Unit 2 to have got
1 / 19
volgende
Slide 1: Tekstslide
EngelsMiddelbare schoolvmbo kLeerjaar 1

In deze les zitten 19 slides, met interactieve quizzen en tekstslides.

time-iconLesduur is: 10 min

Onderdelen in deze les

1KM Unit 2 to have got

Slide 1 - Tekstslide

EN: (to) have got - NL: hebben

Slide 2 - Tekstslide

Wanneer gebruik je HAVE GOT?
A
Bij I / you / we / they
B
Bij he / she / it
C
Alleen bij meervoud

Slide 3 - Quizvraag

Wanneer gebruik je HAS GOT?
A
Bij I / you / we / they
B
Bij he / she / it
C
Alleen bij meervoud

Slide 4 - Quizvraag

Vul de juiste vorm in:

My brothers ___ a brand new football.
A
have got
B
has got

Slide 5 - Quizvraag

Vul de juiste vorm in:

I ___ time for my homework today.
A
have got
B
has got

Slide 6 - Quizvraag

Vul de juiste vorm in:

Stacey ___ three donuts in her bag!
A
've got
B
's got

Slide 7 - Quizvraag

Vul de juiste vorm in:

___ they ___ a lot of fun?
A
Have ... got
B
Has ... got

Slide 8 - Quizvraag

Vul de juiste vorm in:

The cat ___ a toy to play with.
A
have got
B
has got

Slide 9 - Quizvraag

Maak de volgende zinnen af met to have got

Let op: 
Soms heb je een ontkenning of vraagzin nodig!
Ontkenning: have not got - has not got
Vraagzin: Have ... got? - Has ... got?

Slide 10 - Tekstslide

My mom ____ a new friend.

Slide 11 - Open vraag

I ____ my books with me. I forgot them at home...

Slide 12 - Open vraag

We ____ a question.

Slide 13 - Open vraag

Youssra and Sheila ____ the same mother. They are not sisters.

Slide 14 - Open vraag

It ____ a green button.

Slide 15 - Open vraag

The American flag _____ green in it.

Slide 16 - Open vraag

The bell ____ a funny sound.

Slide 17 - Open vraag

____ you ____ a new phone?

Slide 18 - Open vraag

Ik begrijp het werkwoord:
to have got
😒🙁😐🙂😃

Slide 19 - Poll