Kies de juiste antwoorden en verdien de meeste punten!
1 / 42
volgende
Slide 1: Tekstslide
RekenenBasisschoolGroep 6
In deze les zitten 42 slides, met interactieve quizzen en tekstslide.
Onderdelen in deze les
Rekenquiz groep 6
Kies de juiste antwoorden en verdien de meeste punten!
Slide 1 - Tekstslide
Stel deze grafiek gaat over de bezoekers van een voorstelling.
Tussen welke maanden daalde het aantal meisjes het meest?
A
mei en juni
B
juni en juli
C
juli en augustus
D
augustus en september
Slide 2 - Quizvraag
Welke grafiek stijgt steeds sneller?
A B
C D
A
grafiek A
B
grafiek B
C
grafiek C
D
grafiek D
Slide 3 - Quizvraag
Stel deze grafiek gaat over de bezoekers van een voorstelling.
Hoeveel meisjes hebben dan in juni de voorstelling bezocht?
A
400
B
30
C
40
D
300
Slide 4 - Quizvraag
Stel deze grafiek gaat over de bezoekers van een voorstelling.
In welke maand hebben de minste jongens de voorstelling bezocht?
A
september
B
mei
C
april
D
juli
Slide 5 - Quizvraag
36-8
33-15
67-18
93-7
52-9
36-17
93-19
20-13
33-16
38-9
43
86
19
49
7
18
17
29
74
26
Slide 6 - Sleepvraag
Sleep de juiste (digitale )tijden naar de klokjes.
17:00
1:30
19:00
12:30
Slide 7 - Sleepvraag
oost
west
zuid
noord
oost
noordwest
zuid west
zuid oost
Slide 8 - Sleepvraag
14.00
Klok
21.00
23.00
12.00
Het is 2 uur (tijd)
Het is 12 uur
Het is 11 uur
Het is 9 uur
S'avonds
S'middags
s'avonds
S'middags
Slide 9 - Sleepvraag
KM
HM
DAM
M
DM
CM
MM
Slide 10 - Sleepvraag
Zet de juiste tijd op de juiste klok.
Slepen en erop plaatsen controleer aan het eind je antwoord.
22.00
13.00
0.00
18.00
Het is 12 uur s'nachts
Het is 6 uur s'avonds
Het is 1 uur s'middags
Het is tien uur S'avonds
Slide 11 - Sleepvraag
decennium
uur
millenium
eeuw
jaar
week
kwartaal
minuut
dag
1000 jaren
4 kwartalen
365 dagen
7 dagen
100 jaren
10 jaren
12 maanden
3 maanden
60 seconden.
24 uren
60 minuten
Slide 12 - Sleepvraag
Sleep de breuk naar het bijpassende plaatje.
3/4
2/4
6/8
1/5
3/5
Slide 13 - Sleepvraag
15
9
42
32
56
30
54
18
28
21
3 x 3 =
6 x 7 =
8 x 4 =
8 x 7 =
10 x 3 =
7 x 3 =
4 x 7 =
9 x 2 =
9 x 6 =
5 x 3 =
Slide 14 - Sleepvraag
Sleep het geld wat je nodig bent in het groene vak. Betaal gepast!
€27,05
Slide 15 - Sleepvraag
Zet de maanden in de goede volgorde
maand 1
maand 2
maand 3
maand 4
maand 5
maand 6
maand 7
maand 8
maand 9
maand 10
maand 11
maand 12
maart
december
januari
oktober
februari
juni
mei
september
november
april
augustus
juli
Slide 16 - Sleepvraag
Zet de dagen van de week in de juiste volgorde.
maandag
dinsdag
woensdag
donderdag
vrijdag
zaterdag
zondag
Slide 17 - Sleepvraag
9x7
5 x 5
9 x 4
8 x 6
63
25
36
48
Slide 18 - Sleepvraag
10 x 7
8 x 8
25 x 3
6 x 7
70
64
75
42
Slide 19 - Sleepvraag
10:5
49 : 7
36 : 4
56 : 7
2
7
9
8
Slide 20 - Sleepvraag
16 : 4
30 : 6
99 : 9
18 : 6
4
5
11
3
Slide 21 - Sleepvraag
Sleep de plaatjes naar het juiste woord
Cirkel-
diagram
Staaf-
grafiek
beeld-
grafiek
lijn-
grafiek
Slide 22 - Sleepvraag
Welk getal hoort bij welke tafel?
Tafel van 3
Tafel van 5
Tafel van 2
Tafel van 6
16
9
25
36
Slide 23 - Sleepvraag
Waar staat 'tweeduizenddriehonderd?
A
230.000
B
2300
C
230
D
24300
Slide 24 - Quizvraag
200 - 165 =
A
35
B
40
C
135
D
45
Slide 25 - Quizvraag
Anna koopt 10 postzegels van €0,80. Hoeveel moet ze betalen?
A
10 euro
B
80 euro
C
8 euro
D
1 euro
Slide 26 - Quizvraag
Wat is evenveel als 1 liter?
A
100 cl
B
100 ml
C
10 cl
D
0,1 liter
Slide 27 - Quizvraag
In het stadion zijn 11 rijen. In elke rij staan 8 stoelen. Hoeveel plaatsen zijn er?
A
19
B
180
C
88
D
210
Slide 28 - Quizvraag
Ryan deelt slagroomsoesjes aan heel zijn klas van 28 kinderen. Hij koopt 2 pakken van 18 slagroomsoesjes. Hoeveel slagroomsoesjes houdt hij over?
A
8
B
18
C
10
D
12
Slide 29 - Quizvraag
Nout gaat 4 weken op vakantie in Zwitserland. De helft van de tijd gaat hij naar een camping.
Hoeveel dagen is hij op de camping?
A
40 dagen
B
14 dagen
C
4 dagen
D
12 dagen
Slide 30 - Quizvraag
De tuin bij Lieve thuis is 200 vierkante meter groot. Bij Faye thuis is de tuin 356 vierkante meter groot. Hoeveel vierkante meter is de tuin van Faye groter dan die van Lieve?
A
44
B
149
C
200
D
156
Slide 31 - Quizvraag
De zwemles van Christiaan duurt 120 minuten. Hij is al een uur bezig. Hoeveel minuten moet hij nog?
A
60
B
30
C
120
D
90
Slide 32 - Quizvraag
Hoeveel is 23 x 5?
A
25
B
215
C
65
D
115
Slide 33 - Quizvraag
Slide 34 - Sleepvraag
9 uur
half 1
half 11
half 6
5 uur
Sleep de klokken naar de juiste tijd.
Slide 35 - Sleepvraag
Sleep de getallen naar de juiste plek.
....
....
1000
....
....
1002
999
1001
998
Slide 36 - Sleepvraag
Welk gewicht hoort bij welk product?
1 kilo
1 gram
200 gram
1000 kg
Slide 37 - Sleepvraag
Sleep het geld wat je nodig hebt in het groene vak. Betaal gepast!