NK1hv-Kapitel 3-3

• Duits
• Middelbare school
• havo
• Leerjaar 2

Herzlich Willkommen!

Rückblick

Vorige keer hebben GRAMMATIK behandeld.

Je hebt toen kennisgemaakt en geoefend met de

beslisregels voor de keuze van het lidwoord.

Even een snelle terugblik.

Welk lidwoord kies je hier?
Junge

1. DER, want het is een mannelijk persoon
2. DIE, want het eindigt op een -e
3. DAS, want het is in het Nederlands een het-woord

Welk lidwoord kies je hier?
Oma

1. DER, want het is een mannelijk persoon
2. DIE, want het is een vrouwelijk persoon
3. DAS, want het is in het Nederlands een het-woord

Welk lidwoord kies je hier?
Stier

1. DER, want het is een mannelijk dier
2. DIE, want het is een vrouwelijk dier
3. DAS, want het is in het Nederlands een het-woord

Welk lidwoord kies je hier?
Katze

1. DER, want het is een mannelijk dier
2. DIE, want het is een vrouwelijk dier
3. DAS, want het is in het Nederlands een het-woord

Welk lidwoord kies je hier?
Adresse

1. DER, want het is een mannelijk woord
2. DIE, want het eindigt op een -e
3. DAS, want het is in het Nederlands een het-woord

Welk lidwoord kies je hier?
Pferd

1. DER, want het is een mannelijk dier
2. DIE, want het is een vrouwelijk dier
3. DAS, want het is in het Nederlands een het-woord

Welk lidwoord kies je hier?
Freundschaft

1. DER, want Freund is een mannelijk persoon
2. DIE, want het eindigt op -schaft
3. DAS, want het is geen persoon

Welk lidwoord kies je hier?
Möglichkeit

1. DER, want dat heb ik zo onthouden
2. DIE, want het eindigt op -keit
3. DAS, want het is geen persoon

Welke andere mogelijkheden zijn er om het lidwoord bij een zelfstandig naamwoord te weten?

1. De kleur van het woord uit de woordenlijst onthouden
2. Het lidwoord altijd samen met het zelfstandig naamwoord te leren
3. Af te gaan op je taalgevoel (kan wel eens mislukken)

Bruder

Zeitung

Löwe

Mädchen

Lehrer

Straße

Jahr

Schwester

der

der

die

die

die

das

das

Vorausblick

Vandaag behandelen we een nog stuk Grammatik.

Open je boek op Seite 81/Grammatik

Bestudeer het groene schema GRAMMATIK

Beantwoord de vraag op de volgende dia.

Welke grammaticaregels
worden hier uitgelegd?

Welke andere oplossing is er
als je de regels lastig vindt?

An die Arbeit

Bekijk eerst dit filmpje

Open je boek op Seite 81

Maak de volgende Aufgaben:

Seite 81/Aufgabe 22

Seite 82/Aufgabe 23 und 24

Seite 83/Aufgabe 25 und 26

Alles fertig und Zeit übrig?

*Öffne das Buch auf Seite 97 und lerne die Wörter von Block A 

*Übe die Grammatik:  Classroom/Kapitel 3

*Such dir eine schöne Übung aus in Classroom

HAUSAUFGABEN

Lernen

*Seite 97: Wörter A Sehen (D-N)

*Seite 79+81/Grammatik

Schreiben:

*Seite 81-83/Aufgaben 22-23-24-25-26