TL - 1 - 6.4: Een kringloop

6.4: Een kringloop
6.4: Een kringloop
1 / 42
volgende
Slide 1: Tekstslide
BiologieMiddelbare schoolvmbo tLeerjaar 1

In deze les zitten 42 slides, met interactieve quizzen, tekstslides en 1 video.

Onderdelen in deze les

6.4: Een kringloop
6.4: Een kringloop

Slide 1 - Tekstslide

Hoofdstuk 6 - Je groene omgeving
6.1 -Naast de deur
6.2 - Biotoop onder de loep
6.3 - Eten of gegeten worden
6.4 - Een kringloop

Slide 2 - Tekstslide

Programma
Herhalen 6.3
Theorie 6.4
Opdrachten 6.4
Video Nieuws uit de Natuur

Slide 3 - Tekstslide

Hoe heet dit proces?

Slide 4 - Tekstslide

Een simpele voedselketen is: A --> B. Welke schakel eet en welke wordt gegeten?
A
A eet en B wordt gegeten
B
B eet en A wordt gegeven

Slide 5 - Quizvraag

Voedselketen
Elk organisme is een schakel
Planten zijn altijd de eerste schakel (worden gegeten)

Slide 6 - Tekstslide

Wat is een voedselweb?

Slide 7 - Open vraag

Voedselweb -> verzameling van voedselketens

Slide 8 - Tekstslide

Leerdoelen
Je kunt uitleggen wat er met natuurlijk afval gebeurt
Je kunt uitleggen wat een voedselkringloop is
Je kunt uitleggen wat producenten, consumenten, afvaleters en reducenten zijn
Je kunt de functie van bemesting uitleggen
6.4: Een kringloop

Slide 9 - Tekstslide

Slide 10 - Tekstslide

Slide 11 - Tekstslide

Strooisellaag

Bovenste laag met takjes en bladeren.

Slide 12 - Tekstslide

Humuslaag

Donkere laag vol voedingsstoffen (mineralen) voor de planten.

Slide 13 - Tekstslide

Humuslaag

Donkere laag vol voedingsstoffen (mineralen) voor de planten.

Slide 14 - Tekstslide

Grondlaag

Weinig voedingsstoffen

Slide 15 - Tekstslide

In de 
strooisellaag 
en in de humuslaag

bodemdiertjes
= afvaleters

consumenten

Slide 16 - Tekstslide

Strooisellaag
Bacteriën & Schimmels leven van afval en poep bodemdieren

Bacteriën en schimmels maken mineralen

Slide 17 - Tekstslide

Slide 18 - Tekstslide

Slide 19 - Tekstslide

Slide 20 - Tekstslide

Slide 21 - Tekstslide

Slide 22 - Tekstslide

Slide 23 - Tekstslide

Voedselkringloop
  1. Producenten 
  2. Consumenten
  3. Afvaleters
  4. Reducenten

Slide 24 - Tekstslide

Producenten
Produceren = ?


Slide 25 - Tekstslide

Producenten
Produceren = maken


Slide 26 - Tekstslide

Producenten
Produceren = maken

Planten maken  voedingsstoffen

Worden gegeten door consumenten en afvaleters

Slide 27 - Tekstslide

Consumenten
Consumeren = ?


Slide 28 - Tekstslide

Consumenten
Consumeren = gebruiken

Slide 29 - Tekstslide

Consumenten
Consumeren = gebruiken (eten)

Dieren en mensen eten voedingsstoffen 

Produceren afval (poep/plas) voor afvaleters

Slide 30 - Tekstslide

Afvaleters
Bodemdieren eten afval van producenten en consumenten (poep)

Hiervan maken ze afvalresten (nog kleiner)


Slide 31 - Tekstslide

Reducenten
Kleinste resten afgebroken door schimmels en bacteriën

Ze maken mineralen voor in de bodem die worden opgenomen door producenten

Slide 32 - Tekstslide

Bij welke groep hoort een eik?
A
Producenten
B
Consumenten
C
Afvaleters
D
Reducenten

Slide 33 - Quizvraag

Bij welke groep hoort een koolmeesje?
A
Producenten
B
Consumenten
C
Afvaleters
D
Reducenten

Slide 34 - Quizvraag

Bij welke groep hoort een schimmel?
A
Producenten
B
Consumenten
C
Afvaleters
D
Reducenten

Slide 35 - Quizvraag

Bij welke groep hoort een mestkever?
A
Producenten
B
Consumenten
C
Afvaleters
D
Reducenten

Slide 36 - Quizvraag

Waarom mest strooien?

Slide 37 - Tekstslide

Bemesten
Vier stappen:  (1) planten (2) groeien (=opnemen mineralen), (3) oogsten (=verwijderen plantenmateriaal), (4) strooien

Oogsten verdwijnen voedingsstoffen 

Strooien = mineralen terug aan bodem (kunstmest)


Slide 38 - Tekstslide

Waarom moet een boer op het land mesten?
A
Omdat het duur is zijn koeienmest te laten ophalen
B
Omdat mest door mestkevers wordt gegeten en die maken nieuwe planten
C
Omdat dit een lekker smaak geeft aan zijn producten
D
Er ontstaan geen mineralen omdat plantenmateriaal wordt verwijderd bij de oogst

Slide 39 - Quizvraag

Kunstmest
Dierlijke mest

Slide 40 - Tekstslide

Opdrachten 6.4 (vanaf p. 149): 5, 7, 9, 11, 13, 14
Klaar? Maak de rest van de paragraaf
timer
15:00

Slide 41 - Tekstslide

Slide 42 - Video