Nederlands weektaak 14 30 maart t/m 3 april Lezen H5 Kritisch lezen


                     Hoofdstuk 5 Kritisch Lezen

Je leert kritisch te lezen door goed te letten op:
1. de deskundigheid van de schrijver
2. het doe van de tekst
3. de bron van de tekst


      Lezen H5 Kritisch lezen
      Nodig:
         1 Nederlands boek
         2 Schrift
         3 oortjes/headphone
1 / 30
volgende
Slide 1: Tekstslide
NederlandsMiddelbare schoolvmbo tLeerjaar 2

In deze les zitten 30 slides, met interactieve quizzen, tekstslides en 1 video.

time-iconLesduur is: 45 min

Onderdelen in deze les


                     Hoofdstuk 5 Kritisch Lezen

Je leert kritisch te lezen door goed te letten op:
1. de deskundigheid van de schrijver
2. het doe van de tekst
3. de bron van de tekst


      Lezen H5 Kritisch lezen
      Nodig:
         1 Nederlands boek
         2 Schrift
         3 oortjes/headphone

Slide 1 - Tekstslide

                              Lesdoelen:

      Bij kritisch lezen letten wij op:

 1. de deskundigheid van de schrijver
 2. het doel van de tekst
 3. de bron van een tekst

Slide 2 - Tekstslide

Wat doe je als je een tekst kritisch leest?
A
Je bekijkt de tekst en leest de eerste alinea
B
Je leest de eerste en de laatste zin van de alinea's
C
Je leest de tekst van het begin tot aan het eind goed door
D
Je leest de tekst en beoordeelt of de informatie juist en betrouwbaar is

Slide 3 - Quizvraag

Lees (en beluister) de tekst

Slide 4 - Tekstslide

Dit artikel komt uit de serie 'NRC checkt'. Leg in je eigen woorden uit wat NRC in deze serie doet.

Slide 5 - Open vraag

Wie berichtte dat het in de VS te koud zou zijn voor ijsberen?

Slide 6 - Open vraag

Wat is de conclusie van NRC?

Slide 7 - Open vraag

Geloof jij alles wat je in de krant leest? Leg je antwoord uit.

Slide 8 - Open vraag

DOEL


- Je kunt beoordelen of de informatie in een tekst betrouwbaar is

Betrouwbaarheid van teksten

Slide 9 - Tekstslide

Slide 10 - Video

De bron van een tekst

Een bron moet bij voorkeur actueel zijn en dus niet te lang geleden zijn verschenen.(Tip: zoek betekenis actueel op).

Dat kun je aan de bronvermelding zien.

Een bron die zo volledig mogelijk informatie geeft, is betrouwbaarder dan een bron die dat niet doet. Dat geldt ook voor een bron die informatie juist en controleerbaar aanbiedt.

Slide 11 - Tekstslide

De schrijver van een tekst

Een schrijver is deskundig als hij zich uitgebreid in het onderwerp heeft verdiept of een ruime persoonlijke ervaring heeft met het onderwerp.

Slide 12 - Tekstslide

Het doel van een tekst

Een tekst is objectief en onpartijdig als die alleen maar

informatie geeft.

Een tekst is subjectief en partijdig als die ergens van wil overtuigen of ergens reclame voor maakt. Als een tekst bedoelt is om jou te overtuigen of tot handelen aan te zetten (aansporen iets te doen), moet je dus extra goed opletten.

Slide 13 - Tekstslide


Reclameteksten zijn meestal niet erg betrouwbaar,

omdat ze als doel hebben de lezer aan te sporen iets te kopen

Slide 14 - Tekstslide



Ook roddelbladen nemen het soms niet zo nauw met de waarheid. 

Slide 15 - Tekstslide


Schoolboeken en de meeste nieuwsberichten zijn wel betrouwbaar, omdat ze als doel hebben de lezer informatie te geven.

Slide 16 - Tekstslide

Nepnieuws op internet

Weet jij welke informatie op internet betrouwbaar is?

Veel jongeren vinden het lastig om te beoordelen

of iets wat ze online tegenkomen nepnieuws

of juist betrouwbare informatie is.


In de volgende dia staat een link naar een artikel van SevenDays over dit probleem. Lees het artikel.

Slide 17 - Tekstslide

Slide 18 - Link

Geloof jij altijd alles wat je leest op internet?

Slide 19 - Open vraag

Hoe check jij of een tekst op internet betrouwbaar is?

Slide 20 - Open vraag


Lees (en beluister) de tekst en bekijk de afbeelding. De tekst komt van Wikipedia, een site waar iedereen informatie op kan zetten.

Slide 21 - Tekstslide

Leg uit waarom
Wikipedia 'De vrije encyclopedie' heet.

Slide 22 - Open vraag

Onder aan de tekst staat 'Deze pagina is het laatst bewerkt op ... '
Wat is bewerken?

Slide 23 - Open vraag

Waarover gaat deze tekst?

Slide 24 - Open vraag

Noteer een feit uit tekst 2 dat niet meer actueel is.

Slide 25 - Open vraag

GELEERD?
Kritisch te lezen door te letten op:

1 het doel van de tekst
2.de deskundigheid van de        
    schrijver
3. de bron 

Slide 26 - Tekstslide

Huiswerk:

Maak online in magister ( ELO) de opdrachten van hoofdstuk 5 Lezen( kritisch lezen).

Slide 27 - Tekstslide

werk in jouw schrift en maak blz 116 opdracht 1

Slide 28 - Open vraag

blz.119 opdracht 4

Slide 29 - Open vraag

Einde van de les!

Slide 30 - Tekstslide