herhaling

As-salaamoe aleikoem 2MH,
Pak een leesboek uit de kast.
Stop je telefoon in de telefoonzak.
Ga stil op je (vaste) plek zitten.
Haal je lesmateriaal uit je tas en leg deze op je tafel.
Geen jassen in het lokaal en tas van tafel.
Luister aandachtig naar mevrouw Özkara
1 / 16
volgende
Slide 1: Tekstslide
NederlandsVoortgezet speciaal onderwijsLeerroute 2

In deze les zitten 16 slides, met tekstslides.

time-iconLesduur is: 100 min

Onderdelen in deze les

As-salaamoe aleikoem 2MH,
Pak een leesboek uit de kast.
Stop je telefoon in de telefoonzak.
Ga stil op je (vaste) plek zitten.
Haal je lesmateriaal uit je tas en leg deze op je tafel.
Geen jassen in het lokaal en tas van tafel.
Luister aandachtig naar mevrouw Özkara

Slide 1 - Tekstslide

Recitatie
Hadith van de week
Absentie
De Profeet (vzmh) zei: “Noem een boom die lijkt op een moslim: zijn bladeren verdrogen niet en hij geeft altijd vruchten.” Ibn ʿUmar zei: “Dat is de dadelpalm.” (Bukhari)
''Ja, mevrouw.''

Slide 2 - Tekstslide

Leesmoment




We gaan in rust het boek Iedereen krijgt klappen lezen


timer
20:00

Slide 3 - Tekstslide

Huiswerk- en materiaalcheck
timer
10:00
Neem het huiswerk in stilte voor je.
Lesboek, twee schriften, pen.

Slide 4 - Tekstslide

Even bijpraten
Wat was het leukste moment van je vakantie?

Heb je iets raars, grappigs of spannends meegemaakt?

Wat heb je het meest gedaan deze vakantie (één woord)?

Wat was het lekkerste dat je hebt gegeten? 

Slide 5 - Tekstslide

Wat gebeurde er in het nieuws? 
  • Morgen zijn de Tweede Kamerverkiezingen in Nederland.
  • Iedereen van 18 jaar en ouder mag stemmen.
  • Volgens de laatste peilingen staat de PVV (Geert Wilders) bovenaan met ongeveer 30 zetels.
  • De VVD (Dilan Yeşilgöz) daalt en staat rond de 15 zetels.
  • De CDA wint juist weer terrein en stijgt naar ongeveer 22–26 zetels.
  • Na de verkiezingen moeten partijen samen een regering vormen.
  • Dat heet de coalitie, en dat proces kan weken of maanden duren.
  • De grootste partij regeert niet automatisch; ze moet samenwerken met anderen.

Slide 6 - Tekstslide

1. Aannemen: Betekenis: Denken dat iets waar is of iemand in dienst nemen.
Voorbeeldzin: Je kunt niet zomaar aannemen dat iedereen dezelfde mening heeft.
2. Beschrijven: Betekenis: Vertellen hoe iets of iemand eruitziet of hoe iets gebeurt.
Voorbeeldzin: In je verslag moet je het experiment stap voor stap beschrijven.
3. Onderscheiden: Betekenis: Verschil zien tussen dingen of mensen.
Voorbeeldzin: Je kunt echte en nepnieuwsberichten moeilijk van elkaar onderscheiden.
4. Samenvattend Betekenis: Kort herhalen wat het belangrijkste is (vaak gebruikt als signaalwoord).
Voorbeeldzin: Samenvattend kun je zeggen dat de hoofdpersoon veel geleerd heeft.
5. Veronderstellen: Betekenis: Denken dat iets zo is, zonder het zeker te weten.
Voorbeeldzin: We kunnen veronderstellen dat de schrijver hiermee een waarschuwing bedoelt.
Woorden van week 44
timer
6:00

Slide 7 - Tekstslide

Lesdoel(en)
Aan het eind van de les kun je:

  • de regels over meervouden, bijvoeglijke naamwoorden en samenstellingen herkennen en juist gebruiken.




Slide 8 - Tekstslide

Herhaling les 1: meervoudsvormen
Belangrijkste regels:
Meestal voeg je -en of -s toe.
👉 stoel → stoelen, auto → auto’s
Let op bij woorden met klinkerwisseling of meervoud op -’s:
👉 taxi → taxi’s, foto → foto’s
Als de uitspraak verandert, gebruik je een trema:
👉 idee → ideeën, industrie → industrieën
Sommige woorden hebben twee meervouden met een ander betekenisverschil:
👉 blad → bladen (papier) / bladeren (boom)

Slide 9 - Tekstslide

Herhaling les 2: Bijvoeglijk naamwoord & trappen van vergelijking
Een bijvoeglijk naamwoord zegt iets over een zelfstandig naamwoord.
👉 de mooie jurk / het mooie huis
Je krijgt meestal -e achter het bijvoeglijk naamwoord, behalve bij onbepaald enkelvoud onzijdig:
👉 een mooi huis, maar het mooie huis
Trappen van vergelijking:
👉 mooi – mooier – mooist
👉 goed – beter – best
Let op onregelmatige vormen zoals:
👉 veel – meer – meest / weinig – minder – minst

Slide 10 - Tekstslide

Herhaling les 3:  Samenstellingen met tussenklanken
Tussenklanken verbinden twee woorden: -s, -en, -e, -er.
👉 lampenkap, dorpsstraat, runderlap, pannenkoek

Vaak komt de tussenklank uit het meervoud van het eerste woord:
👉 lamp → lampen → lampenkap

Soms hoor je het verschil niet, maar het is taalafspraak:
👉 paardebloem (vroeger meervoud op -e)

Niet elke samenstelling krijgt een tussenklank:
👉 schoolplein, boekenkast (wel), maar voetbalveld (geen -en).

Slide 11 - Tekstslide

Herhaling les 4: samenstellingen met een koppelteken
Gebruik een koppelteken als het woord anders lastig te lezen is of verwarring geeft:
👉 tv-programma, e-mail, Zuid-Afrikaan

Ook bij afkortingen of cijfers:
👉 mbo-student, 3D-printer

En bij klinkerbotsing (twee klinkers op elkaar):
👉 na-apen, zee-egel

Hoofdletters blijven zichtbaar met koppelteken:
👉 Anti-Amerikaans, Noord-Europees

Slide 12 - Tekstslide

De verkiezingsthema's; 
https://www.youtube.com/watch?v=u6A9tbwic74




Slide 13 - Tekstslide

Aan het werk
Wat moet ik doen?
Maak alle opdrachten bij les 1
2 t/m 15

Hoeveel tijd heb ik?
40 minuten

Wat als ik klaar ben?
- theorie van les 1 leren.
- Doorgaan met lezen> Iedereen krijgt klappen.
Wat als ik een vraag heb?
Steek je je vinger op!
timer
20:00

Slide 14 - Tekstslide

Terugblik op de les en het lesdoel
Aan het eind van de les weet je:


Hoe de boodschappen in verhalen door de jaren heen zijn veranderd.






Slide 15 - Tekstslide

Huiswerk
Afsluiting & opbergen van lesmateriaal
Recitatie
Alle opdrachten van les 1.

Slide 16 - Tekstslide