prw nak 2 ab

1 / 45
volgende
Slide 1: Tekstslide
NederlandsMiddelbare schoolmavoLeerjaar 2

In deze les zitten 45 slides, met tekstslides.

time-iconLesduur is: 120 min

Onderdelen in deze les

Slide 1 - Tekstslide

Lesplan 2 A-B
-20 minuten lezen of aan je dossier werken
-Proefwerk nakijken
-Hoofdstuk 2: Grammatica

Slide 2 - Tekstslide

Slide 3 - Tekstslide

Lesplan 2 A-B
-20 minuten lezen of aan je dossier werken
-Proefwerk nakijken
-SO donderdag

Slide 4 - Tekstslide

Lesdoel voor vandaag: 
-Ik begrijp welke stof ik wel beheers en welke stof ik nog niet beheers. 
- Ik heb de volgende opdrachten af:
  • Lezen 
  • Woordenschat
  • Taalverzorging: grammatica (woordsoorten)
  • Taalverzorging: formuleren (samengestelde zinnen maken)

Slide 5 - Tekstslide

Tekst 1: Lekker schoon!
[1] Uit onderzoek naar bacteriën op de werkplek blijkt dat de muis van een computer viezer is dan een toiletbril.
[2] Doordat mensen op hun werk regelmatig aan het bureau eten, is hun werkplek vaak een broedplaats van ziektekiemen en bacteriën. Uit het onderzoek blijkt verder dat vrouwen hun werkplek schoner houden dan mannen. Bij mannen waren er 40 procent meer bacteriën op de muis dan bij vrouwen.
[3] Bij het onderzoek werden 158 artikelen, zoals papier en een muis van de computer van 40 bureaus onderzocht. Er werd gekeken hoeveel bacteriën de artikelen hadden en deze resultaten werden vergeleken met een onderzoek naar de hoeveelheid bacteriën op een wc-bril. Hieruit blijkt dat een wc-bril schoner is dan een muis van de computer.
[4] Het onderzoek werd gedaan door het Britse Inital Washroom Hygiene. Van de 40 onderzochte bureaus waren er tien bureaus waar zo veel bacteriën aanwezig waren dat het een risico was voor de gezondheid.
[5] Van alle artikelen die onderzocht waren zaten de meeste bacteriën op de computermuis. De tweede plaats op de ‘vieze bureaulijst’ was voor het toetsenbord, gevolgd door de telefoon en de stoelen.




Slide 6 - Tekstslide

Vul de zin met het juiste woord aan.
1 In het middenstuk lees je over verschillende delen van het onderwerp.
Dit zijn de […]. Deelonderwerpen 1 punt
Lees tekst 1. 2 punten
2. Wat is het onderwerp van tekst 1?
A mannen schoner dan vrouwen
B muis van de computer
C onderzoek bacteriën werkplek
D vieze bureaus





Slide 7 - Tekstslide

Tekst 1: Lekker schoon!
[1] Uit onderzoek naar bacteriën op de werkplek blijkt dat de muis van een computer viezer is dan een toiletbril.
[2] Doordat mensen op hun werk regelmatig aan het bureau eten, is hun werkplek vaak een broedplaats van ziektekiemen en bacteriën. Uit het onderzoek blijkt verder dat vrouwen hun werkplek schoner houden dan mannen. Bij mannen waren er 40 procent meer bacteriën op de muis dan bij vrouwen.





Slide 8 - Tekstslide

3 Uit welke alinea(’s) bestaat het middenstuk? 1 punt
A alinea 1 t/m 4
B alinea 2 t/m 4
C alinea 2 t/m 5
D alinea 3 t/m 5

Slide 9 - Tekstslide

Tekst 1: Lekker schoon!
[1] Uit onderzoek naar bacteriën op de werkplek blijkt dat de muis van een computer viezer is dan een toiletbril.
[2] Doordat mensen op hun werk regelmatig aan het bureau eten, is hun werkplek vaak een broedplaats van ziektekiemen en bacteriën. Uit het onderzoek blijkt verder dat vrouwen hun werkplek schoner houden dan mannen. Bij mannen waren er 40 procent meer bacteriën op de muis dan bij vrouwen.
[3] Bij het onderzoek werden 158 artikelen, zoals papier en een muis van de computer van 40 bureaus onderzocht. Er werd gekeken hoeveel bacteriën de artikelen hadden en deze resultaten werden vergeleken met een onderzoek naar de hoeveelheid bacteriën op een wc-bril. Hieruit blijkt dat een wc-bril schoner is dan een muis van de computer.
[4] Het onderzoek werd gedaan door het Britse Inital Washroom Hygiene. Van de 40 onderzochte bureaus waren er tien bureaus waar zo veel bacteriën aanwezig waren dat het een risico was voor de gezondheid.
[5] Van alle artikelen die onderzocht waren zaten de meeste bacteriën op de computermuis. De tweede plaats op de ‘vieze bureaulijst’ was voor het toetsenbord, gevolgd door de telefoon en de stoelen.




Slide 10 - Tekstslide

4 Bij welke alinea past het tussenkopje Gezondheid?
1 punt
alinea […] D Alinea 4

[4] Het onderzoek werd gedaan door het Britse Inital Washroom Hygiene. Van de 40 onderzochte bureaus waren er tien bureaus waar zo veel bacteriën aanwezig waren dat het een risico was voor de gezondheid.

Slide 11 - Tekstslide

5. 
5 In welke alinea(’s) wordt uitgelegd hoe het onderzoek is gedaan? 1 punt
A alinea 2 en 3
B alinea 3
C alinea 3 en 4
D alinea 4

Slide 12 - Tekstslide

Tekst 1: Lekker schoon!
[1] Uit onderzoek naar bacteriën op de werkplek blijkt dat de muis van een computer viezer is dan een toiletbril.
[2] Doordat mensen op hun werk regelmatig aan het bureau eten, is hun werkplek vaak een broedplaats van ziektekiemen en bacteriën. Uit het onderzoek blijkt verder dat vrouwen hun werkplek schoner houden dan mannen. Bij mannen waren er 40 procent meer bacteriën op de muis dan bij vrouwen.
[3] Bij het onderzoek werden 158 artikelen, zoals papier en een muis van de computer van 40 bureaus onderzocht. Er werd gekeken hoeveel bacteriën de artikelen hadden en deze resultaten werden vergeleken met een onderzoek naar de hoeveelheid bacteriën op een wc-bril. Hieruit blijkt dat een wc-bril schoner is dan een muis van de computer.
[4] Het onderzoek werd gedaan door het Britse Inital Washroom Hygiene. Van de 40 onderzochte bureaus waren er tien bureaus waar zo veel bacteriën aanwezig waren dat het een risico was voor de gezondheid.
[5] Van alle artikelen die onderzocht waren zaten de meeste bacteriën op de computermuis. De tweede plaats op de ‘vieze bureaulijst’ was voor het toetsenbord, gevolgd door de telefoon en de stoelen.




Slide 13 - Tekstslide

6 In alinea 1 staat dat een muis van een computer viezer is dan een toiletbril. In welke alinea staat het bewijs hiervan? 2 punten
A alinea 2
B alinea 3
C alinea 4
D alinea 5

Slide 14 - Tekstslide

Tekst 1: Lekker schoon!
[1] Uit onderzoek naar bacteriën op de werkplek blijkt dat de muis van een computer viezer is dan een toiletbril.
[2] Doordat mensen op hun werk regelmatig aan het bureau eten, is hun werkplek vaak een broedplaats van ziektekiemen en bacteriën. Uit het onderzoek blijkt verder dat vrouwen hun werkplek schoner houden dan mannen. Bij mannen waren er 40 procent meer bacteriën op de muis dan bij vrouwen.
[3] Bij het onderzoek werden 158 artikelen, zoals papier en een muis van de computer van 40 bureaus onderzocht. Er werd gekeken hoeveel bacteriën de artikelen hadden en deze resultaten werden vergeleken met een onderzoek naar de hoeveelheid bacteriën op een wc-bril. Hieruit blijkt dat een wc-bril schoner is dan een muis van de computer.




Slide 15 - Tekstslide

7 Welk artikel staat op de vierde plaats in de ‘vieze bureaulijst’? 1 punt
De tweede plaats op de ‘vieze bureaulijst’ was voor het 2: toetsenbord, gevolgd door de 3. telefoon en de 4. stoelen.

Slide 16 - Tekstslide

8 Welke uitspraak is waar volgens tekst 1? 2 punten
A Een bureau van zowel mannen als vrouwen is erg schoon.
B Mannen en vrouwen houden hun bureau even schoon.
C Mannen houden hun bureau schoner dan vrouwen.
D Vrouwen houden hun bureau schoner dan mannen.

Slide 17 - Tekstslide

9 Met welk doel heeft de schrijver de tekst geschreven? 2 punten
De schrijver wil …
A de lezer duidelijk maken dat je je handen moet wassen na het plassen.
B informatie geven over de hoeveelheid bacteriën op je werkplek.
C lezers overhalen om niet meer te eten boven het toetsenbord.
D lezers vermaken met een tekst over bacteriën op het werk.


Slide 18 - Tekstslide

Lees tekst 2. 3 punten
10 Is volgens tekst 2 de telefoon viezer dan een computermuis? Leg je antwoord uit in niet meer dan 30 woorden.

Slide 19 - Tekstslide

[Tekst 2]Zó vies blijkt je telefoon te zijn
[1] We gebruiken onze telefoon overal, de hele dag door: van op de ontbijttafel tot in de trein en zelfs op de wc. En daardoor is je telefoon veel viezer dan je denkt.
[2] Het zijn je handen die de grootste boosdoener zijn. We checken onze telefoons gemiddeld 47 keer per dag en daardoor zijn er natuurlijk veel momenten waarop de bacteriën zich kunnen verspreiden. En dan hebben we het nog niet eens over toiletbezoekjes en je smartphone weer gebruiken zonder je handen te wassen.
https://www.libelle.nl/huis-tuin-feestje/zo-vies-telefoon-echt/



Slide 20 - Tekstslide

3 punten
Ja, [volgens tekst 2 is de telefoon viezer dan een
  computermuis], omdat we de telefoon heel de dag gebruiken en overal mee naar toe nemen. Hierdoor is de kans groter dat de bacteriën zich verspreiden op en door de telefoon.

Slide 21 - Tekstslide

Woordenschat

1pt 11 uitleg
1pt 12 uitzicht naar alle kanten
1pt 13 tekort
1pt 14 goochelaar
1pt 15 zinvol
1pt 16 beleefd
2pt 17 alleen
2pt 18(t) stamt uit / teruggaan / gaat terug naar



Slide 22 - Tekstslide

Dateert van= stamt uit
Die stoel dateert van de zeventiende eeuw.
Die stoel dateert uit de zeventiende eeuw
De krant dateert van verleden week vrijdag.
Het gebouw dateert van kort voor de Eerste Wereldoorlog.
De uitvinding van de computer dateert van de twintigste eeuw.
De vorige wedstrijd die hij won dateert van twee jaar geleden, een rit in de ronde van Italië.  
stamt uit / teruggaan / gaat terug naar

Slide 23 - Tekstslide

19 Hoeveel zinsdelen kunnen er maximaal voor de persoonsvorm staan? 1 één!!!!!!!!!!!!!!!!!!!!!!!!!!!!!!!!!!!!!!!!!!! 1 punt

Benoem het onderstreepte zinsdeel. Kies uit: persoonsvorm (pv), onderwerp (ow) of gezegde (gez.).
20 Met een hogedrukspuit heeft mijn moeder het terras schoongemaakt.1 punt
heeft schoongemaakt
A persoonsvorm
B onderwerp
C gezegde






Slide 24 - Tekstslide

21 Ik heb dat televisieprogramma nu al drie keer gezien.1 punt
Ik
A persoonsvorm
B onderwerp
C gezegde

Slide 25 - Tekstslide

Noteer de persoonsvorm (pv), het onderwerp (ow) en het gezegde (gez.) van de volgende zinnen:
22 Wesley wil een goed cijfer halen voor zijn proefwerk Nederlands.
3x0,5pt 
pv = wil
 ow = Wesley
 gez. = wil halen
23 Wie heeft mijn fiets gisteren verplaatst?
3x0,5pt 
pv = heeft
ow = wie / Wie
gez. = heeft verplaatst


Slide 26 - Tekstslide

24 Welke zinnen zijn samengestelde zinnen?
A De temperatuur zal morgen in het zuiden van het land oplopen naar zo’n 30 graden.
B In de whatsappgroep van de klas werden allemaal vakantiefoto’s geplaatst.
C Omdat mijn mobiel uit mijn tas was gevallen, was het schermpje gebarsten.
D Tijdens de voetbaltraining vielen drie spelers geblesseerd uit.
E Toen Sofie Fieke en naar huis fietsten, werden ze overvallen door een stortbui.

Slide 27 - Tekstslide

3x0,5pt 
25 
pv = is, crashte
  vw = omdat

3x0,5pt 
26 pv = aankwamen, stond
  vw = Toen
1pt 27 geneest
1pt 28 lijdt
1pt 29 graven
1pt 30 Verkleed
1pt 31 vond
1pt 32 laadde
1pt 33 postte
1pt 34 rende



Slide 28 - Tekstslide

35 Maak een zin waarin je het woord ‘brand’ als persoonsvorm gebruikt. De zin bestaat uit minimaal vijf woorden.
2pt 35(t) Er zijn meerdere antwoorden mogelijk, bijvoorbeeld:
  - Brand jij je vingers niet aan die hete verwarming?
  - Ik brand mijn vingers aan de verwarming.

2x1pt 36 word = wordt
 begind = begint
0,5pt 37 B informatie
0,5pt 38 B pyjama






Slide 29 - Tekstslide

Aantal punten T 50 Cijfer= aantal punten : 5
Aantal punten K 43 Cijfer = aantal punten: 4,3

Slide 30 - Tekstslide

Lesplan 2 A-B
-20 minuten lezen of aan je dossier werken
-Proefwerk nakijken
-Hoofdstuk 2: so donderdag

Slide 31 - Tekstslide

Slide 32 - Link

Wat weet je al over hoofd- en bijzaken?

Slide 33 - Tekstslide

hoofdzaken
De belangrijkste informatie in een tekst noem je de hoofdzaken
Wat niet zo belangrijk is, zijn de bijzaken.

De hoofdzaken van een tekst vind je in de inleiding en/of het slot
Ook iedere alinea heeft een hoofdzaak. Deze vind je in de eerste of laatste zin.

De lay-out (opmaak) van de tekst helpt je ook om de hoofdzaken te vinden. Let op vetgedrukt of andere kleuren



Slide 34 - Tekstslide

bijzaken
De niet zo belangrijke zaken in een tekst noem je de bijzaken
Dit zijn bijvoorbeeld:
  • Voorbeelden en extra uitleg
  • Maakt de tekst duidelijker, leuker of beter te begrijpen.
Vooral in de alinea's in het middenstuk vind je voorbeelden en extra uitleg

Slide 35 - Tekstslide

Slide 36 - Link

Woordenschat
dictee

Slide 37 - Tekstslide

Hoofdstuk 2: blz. 54 opdracht 1,2,3,4,5

Aan de slag!
Aan de slag?
Aan de slag.

Slide 38 - Tekstslide

Slide 39 - Tekstslide

Slide 40 - Tekstslide

Slide 41 - Tekstslide

Slide 42 - Tekstslide

Dictee
-Pak je schrift en schrijf de woorden op die ik dicteer.

Slide 43 - Tekstslide

Letterlijk 
figuurlijk

Slide 44 - Tekstslide

Lesdoel voor vandaag: 
-Ik begrijp welke stof ik wel beheers en welke stof ik nog niet beheers. 
- Ik heb de volgende opdrachten af:
  • Lezen 
  • Woordenschat
  • Taalverzorging: grammatica (woordsoorten)
  • Taalverzorging: formuleren (samengestelde zinnen maken)

Slide 45 - Tekstslide