T3 paragraaf 5.2 Waar kun je werken?

5.2 Waar kun je werken?
Je leert in deze paragraaf:
- welke ondernemingsvormen er zijn
- hoe een bedrijf georganiseerd is
- in welke sectoren je kunt werken
1 / 18
volgende
Slide 1: Tekstslide
EconomieMiddelbare schoolvmbo tLeerjaar 3

In deze les zitten 18 slides, met interactieve quizzen en tekstslides.

time-iconLesduur is: 30 min

Onderdelen in deze les

5.2 Waar kun je werken?
Je leert in deze paragraaf:
- welke ondernemingsvormen er zijn
- hoe een bedrijf georganiseerd is
- in welke sectoren je kunt werken

Slide 1 - Tekstslide

Slide 2 - Tekstslide

zzp-er (een vorm van eenmanszaak)

ZZP = Zelfstandige zonder personeel


--> Iemand die zelfstandig werkt en heeft dus een eigen onderneming. 

--> Een zzp-er heeft geen personeel en betaalt inkomstenbelasting over de winst.

Slide 3 - Tekstslide

Slide 4 - Tekstslide

Als zelfstandige heb je zekerheid over je werk en inkomen.
A
Juist
B
Onjuist

Slide 5 - Quizvraag

In een eenmanszaak werkt maar één persoon.
A
Juist
B
Onjuist

Slide 6 - Quizvraag

De eigenaar van een eenmanszaak is eigen baas.
A
Juist
B
Onjuist

Slide 7 - Quizvraag

Slide 8 - Tekstslide

Aandeel = bewijs van mede-eigenaar
Waarom?
1. Koerswinst= verkoopprijs - inkoopprijs aandeel
2.Dividend= winstuitkering

Slide 9 - Tekstslide

Alle aandelen staan op naam.
Eén persoon krijgt alle winst
Iedere vennoot is aansprakelijk.
Aandelen zijn vrij verhandelbaar.
NV
Eenmanszaak
Vof
BV

Slide 10 - Sleepvraag

Bij welke ondernemingsvormen ben je privé aansprakelijk?
A
BV
B
Eenmanszaak
C
NV
D
VOF

Slide 11 - Quizvraag

Organigram
= een schema dat laat zien hoe de taken en verantwoordelijkheden in een bedrijf of organisatie verdeeld zijn.

Slide 12 - Tekstslide

Organigram

Slide 13 - Tekstslide

Wie staat er onderaan in het organigram?
A
manager
B
stagiair
C
schoonmaker
D
verkoper

Slide 14 - Quizvraag

Productiesectoren
Primaire
Landbouw, mijnbouw en visserij.
Secundaire
Industrie & bouw
Tertiaire
Commerciële dienstverlening (bijv. kapper, marktkoopman, winkels en horeca) 

Winst als doelstelling
Quartaire
Niet-commerciële instellingen (bijv. leraar, politieman, arts en brandweer)

Hoeft geen winst te maken

Slide 15 - Tekstslide

In welke sector werkt deze man? De primaire, secundaire, tertiaire of quartaire sector?

Slide 16 - Open vraag

Tot welke
sector hoort
de Efteling?
A
Primaire sector
B
Tertiaire sector
C
Secundaire sector
D
Quartaire sector

Slide 17 - Quizvraag

Tertiaire sector
Quartaire sector
Primaire sector
Secundaire sector

Slide 18 - Sleepvraag