Werkwoorden SER / TENER / QUERER / PODER / IR
1 / 18
Lesduur is: 30 minOnderdelen in deze les
Slide 1 - Tekstslide
Querer
Poder
Ser
Tener
Ir
Kunnen / mogen
Willen
Gaan
Hebben
Zijn
Slide 2 - Sleepvraag
Slide 3 - Tekstslide
Slide 4 - Tekstslide
Slide 5 - Tekstslide
Slide 6 - Tekstslide
Yo ... el hermano de Juan
A
eres
B
es
C
soy
D
somos
Slide 7 - Quizvraag
Sí, ella ... estudiante de español, pero Carlos ... estudiante de francés
A
es / es
B
es / son
C
es / sois
D
es / somos
Slide 8 - Quizvraag
Mi amiga Daniela ... años
A
tengo
B
tiene
C
tenemos
D
tienes
Slide 9 - Quizvraag
Carolina y yo ... muchos amigos
A
tengo
B
tiene
C
tenéis
D
tenemos
Slide 10 - Quizvraag
¿Vosotros ... viajar a Latinoamérica?
A
quiero
B
quieren
C
queréis
D
queremos
Slide 11 - Quizvraag
Yo ... una habitación individual
A
quiero
B
queremos
C
quieres
D
quiere
Slide 12 - Quizvraag
Sergio y Ramón ... a España en avión
A
vas
B
van
C
vamos
D
voy
Slide 13 - Quizvraag
Jaime ... a la playa los fines de semana
A
voy
B
vais
C
va
D
van
Slide 14 - Quizvraag
Usted ... aparcar el coche en el aparcamiento
A
puedo
B
pueden
C
podemos
D
puede
Slide 15 - Quizvraag
Wat is het Spaanse werkwoord voor willen?
Slide 16 - Open vraag
Wat is het Spaanse werkwoord voor kunnen/mogen?
Slide 17 - Open vraag
Wat is het Spaanse werkwoord voor gaan?
