Quiz- Les en leidinggeven

Quiz LLT

Wat heb je geleerd de afgelopen 2 periodes? 
1 / 26
volgende
Slide 1: Tekstslide
LLTMBOStudiejaar 1

In deze les zitten 26 slides, met interactieve quizzen, tekstslide en 1 video.

Onderdelen in deze les

Quiz LLT

Wat heb je geleerd de afgelopen 2 periodes? 

Slide 1 - Tekstslide

de theorie van les en leidinggeven noemen wij didactiek
A
juist
B
onjuist

Slide 2 - Quizvraag

welke onderdelen beschrijf je bij de beginsituatie?
A
Randvoorwaarden, doelstelling, conclusies
B
Motorisch, cognitief en sociaal affectief gedrag doelgroep
C
De bewegingsvormen, organisatie en lesopbouw

Slide 3 - Quizvraag

Motorisch
Sociaal Affectief
Cognitief

Slide 4 - Sleepvraag

Zoek een afbeelding waarbij je een motorisch aspect laat zien.

Slide 5 - Open vraag

een slechte organisatie
kan leiden tot:

Slide 6 - Woordweb

Als je een beginsituatie van de groep omschreven hebt....
A
hoef je die voor een volgende training niet aan te passen.
B
moet je die voor de volgende training weer aanpassen

Slide 7 - Quizvraag

3

Slide 8 - Video

Doelstelling
Evaluatie
Beginsituatie
Les/training
Werkvormen
Lesopbouw
Organisatie
Bewegings- vormen

Slide 9 - Sleepvraag

00:26
Wat moeten ze doen?

Slide 10 - Open vraag

00:32
Waar; Waar gaat het gebeuren(waar moet het staan/ liggen etc)

Slide 11 - Open vraag

Wat zijn 3 voorbeelden van motorisch gedrag?
A
Kennis hebben, feedback ontvangen, kennis van het lichaam.
B
Samenwerking, bal werpen, luisteren naar elkaar.
C
Koprol maken, sprinten, smashen met volleybal

Slide 12 - Quizvraag

00:39
Wat daarna; wat moeten deelnemers daarna doen?
A
zitten op de bank
B
wachten
C
wisselen van functie
D
zitten waar ze op dat moment staan

Slide 13 - Quizvraag

Wat zijn 3 voorbeelden van sociaal affectief gedrag?
A
Buitenspel bij voetbal, boos worden, overspelen
B
Opgooien handstand, vanghulp verlenen, bal vangen
C
Coachen medespelers, motiveren deelnemers, feedback geven

Slide 14 - Quizvraag

wat zijn de voorwaarden om een goede doelstelling te formuleren
A
Maakt niet uit, als er maar iets staat over wat je wilt
B
Aantal deelnemers beschrijven, randvoorwaarden benoemen
C
Bewegingsvorm benoemen, waarneembaar eindgedrag beschrijven
D
Voorwaarden en omstandigheden, kwaliteit/kwantiteit

Slide 15 - Quizvraag

Hoe kan je doelstellingen indelen?
A
Op gedragsaspecten. Motoriek, soc.affectie en cognitie.
B
Op termijn. Lange, middellange en korte termijn
C
Op niveau
D
op leeftijd

Slide 16 - Quizvraag

Plezier beleven aan sportbeoefening is......
A
een motorische doelstelling
B
een sociaal affectieve doelstelling
C
een korte termijn doelstelling

Slide 17 - Quizvraag

een methodiek van een lay up kunnen samenstellen is.....
A
een cognitieve doelstelling.
B
een motorische doelstelling
C
een lange termijndoelstelling

Slide 18 - Quizvraag

de schoolslag beweging kunnen uitvoeren is
A
een korte termijn doelstelling
B
een cognitieve doelstelling
C
een motorische doelstelling

Slide 19 - Quizvraag

welke functie kan het maken van een planning hebben?
A
Steunfunctie
B
Afstemmingsfunctie
C
Verantwoordingsfunctie
D
Alle antwoorden zijn goed

Slide 20 - Quizvraag

Wat zijn de functies van een warming up?
A
Pedagogisch, didactisch en sociaal.
B
Pedagogisch, fysiologisch en psychologisch
C
Motorisch, psychologisch en fysiek.

Slide 21 - Quizvraag

Welke functie heeft "het opwarmen van het lichaam"?
A
Fysiologisch
B
Pedagogisch
C
Psychologisch

Slide 22 - Quizvraag

Hiermee zorg je ervoor dat deelnemers wennen aan de relatie tussen deelnemers en lesgever
A
Fysiologisch
B
Psychologisch
C
Pedagogisch

Slide 23 - Quizvraag

in de kern van een training gaat het om aanleren, verbeteren en toepassen van bewegingsvormen.
A
juist
B
onjuist

Slide 24 - Quizvraag

Kies 2 per onderdeel
BEGIN
KERN
EINDE
stroomvorm langs de toestellen
een nieuwe zwemslag aanleren
tikspel
doorspreken hoe er gewerkt gaat  worden 
toepassen van zonedekking bij basketbal
controleren of materiaal is opgeruimd

Slide 25 - Sleepvraag

Welke 3 fases zijn er voor de organisatie van een spel?
A
voor, tijdens en na het spel
B
lesvoorbereiding, het spel stil leggen, uitslag bekent maken
C
inleiding, kern en afsluiting
D
deelnemers, veld en tijd

Slide 26 - Quizvraag