Paragraaf 6.1 - Produceren maar!

1 / 14
volgende
Slide 1: Tekstslide
EconomieMiddelbare schoolvmbo kLeerjaar 3

In deze les zitten 14 slides, met interactieve quizzen, tekstslides en 1 video.

Onderdelen in deze les

Slide 1 - Tekstslide

Wat veranderd er in 2025?

https://www.youtube.com/shorts/--DwLRCKt5w

Slide 2 - Tekstslide

Paragraaf 6.1
 Produceren maar!

Slide 3 - Tekstslide

Heb je zelf wel eens iets gemaakt en dat verkocht?

Slide 4 - Woordweb

Je leert in deze paragraaf:
  • Wat de vier productiefactoren zijn
  • Wat het verband is tussen toegevoegde waarde en de inkomens
  • Hoe elk bedrijf in de bedrijfskolom waarde toevoegt
  • Wat het verschil is tussen arbeidsintensief en kapitaalintensief produceren
  • Wat afschrijving is hoe je die berekent

Slide 5 - Tekstslide

De productiefactoren
(dat wat je nodig hebt om te kunnen produceren)
*Kapitaal 
*Arbeid
*Natuur
*Ondernemerschap

Slide 6 - Tekstslide

Productiefactor
Je krijgt beloningen van de productiefactoren
Productiefactor
Beloning
Voorbeeld
Kapitaal
Rente, huur
Het verhuren van een gebouw
Arbeid
Loon
Je werkt
Natuur
Pacht
Je leent grond uit
Ondernemerschap
Winst
Een bedrijf maakt winst.

Slide 7 - Tekstslide

De bedrijfskolom
Bedrijven die na elkaar meewerken aan een product.
Elke schakel in de kolom voegt waarde toe.

Door de toegevoegde waarde van elke schakel, wordt het eindproduct steeds duurder.

Slide 8 - Tekstslide

Arbeidsintensief & Kapitaalintensief 

Slide 9 - Tekstslide

0

Slide 10 - Video

Precisie landbouw
Kijkvragen:
1. Welke productiefactoren herken je in het filmpje? Geef de voorbeelden

2. Vergelijk deze precisie landbouw met de landbouw van 100 jaar geleden.  Welke verschillen? Gebruik de woorden arbeidsintensief/kapitaalintensief.

Slide 11 - Tekstslide

Afschrijving (= waardevermindering)
Afschrijvingskosten per jaar = 
 (aanschafprijs-restwaarde) : aantal gebruiksjaren

Slide 12 - Tekstslide

Jos heeft voor € 61.000 een machine gekocht, die hij vijf jaar gaat gebruiken. Na 5 jaar krijgt hij er dan nog € 7.500 voor terug. Wat is de jaarlijkse afschrijving?
Schrijf ook je berekening op!

Slide 13 - Open vraag

Huiswerk
Paragraaf 6.1
Maken opgave 2 t/m 13
Blz. 160 t/m 163

Meer uitdaging?
Plusopdrachten 1 t/m 7
Blz. 180

Slide 14 - Tekstslide