Schrijfopdracht bij NIP

Waar gaat je tekst over?
 Bedenk een onderwerp
1 / 20
volgende
Slide 1: Tekstslide
NT2Beroepsopleiding

In deze les zitten 20 slides, met tekstslides.

time-iconLesduur is: 15 min

Onderdelen in deze les

Waar gaat je tekst over?
 Bedenk een onderwerp

Slide 1 - Tekstslide

Waar gaat je tekst over?
 Bedenk een onderwerp
Formuleer de hoofdgedachte
Wat wil je over dit onderwerp zeggen?

Slide 2 - Tekstslide

Waar gaat je tekst over?
 Bedenk een onderwerp
Formuleer de hoofdgedachte
Wat wil je over dit onderwerp zeggen?
Kies een invalshoek: 
actueel, historisch, technisch, kritisch, persoonlijk, maatschappelijk

Slide 3 - Tekstslide

Waar gaat je tekst over?
 Bedenk een onderwerp
Formuleer de hoofdgedachte
Wat wil je over dit onderwerp zeggen?
Kies een invalshoek: 
actueel, historisch, technisch, kritisch, persoonlijk, maatschappelijk
Kies een schrijfdoel: 
Informeren, uiteenzetten, beschouwen / opiniëren, overtuigen, activeren. amuseren

Slide 4 - Tekstslide

Waar gaat je tekst over?
 Bedenk een onderwerp
Formuleer de hoofdgedachte
Wat wil je over dit onderwerp zeggen?
Kies een invalshoek: 
actueel, historisch, technisch, kritisch, persoonlijk, maatschappelijk
Kies een schrijfdoel: 
Informeren, uiteenzetten, beschouwen / opiniëren, overtuigen, activeren. amuseren
Kies een publiek
Collega, leidinggevende, geïnteresseerde leek

Slide 5 - Tekstslide

Slide 6 - Tekstslide

Verdeel je onderwerp in 3 (of meer) deelonderwerpen
Onderwerp

Slide 7 - Tekstslide

Verdeel je onderwerp in 3 (of meer) deelonderwerpen
Onderwerp
alinea's van de kern

Slide 8 - Tekstslide

Verdeel je onderwerp in 3 (of meer) deelonderwerpen
Onderwerp
Deelonderwerp
alinea's van de kern
Verdeel je onderwerp in 3 (of meer) deelonderwerpen

Slide 9 - Tekstslide

Verdeel je onderwerp in 3 (of meer) deelonderwerpen.
Onderwerp
Deelonderwerp
alinea's van de kern
Schrijf voor elk deelonderwerpen een kernzin.
Waarover gaat de alinea?

Slide 10 - Tekstslide

Deelonderwerp
Schrijf bij iedere kernzin / ieder deelonderwerp een uitleg, omschrijving en/of een voorbeeld. 
Schrijf de kern van je tekst.

Slide 11 - Tekstslide

Informatieve tekst 
duidelijk maken waar je tekst oer gaat, wat kan de lezer verwachten. 
Schrijf het slot van je tekst.
Hoe wil je je tekst beginnen?
Informatieve tekst 
duidelijk maken waar je tekst oer gaat, wat kan de lezer verwachten. 

Slide 12 - Tekstslide

Slot
Hoe wil je je tekst beëindigen?
- toekomstverwachting
- aansporing
- aanbeveling
- afweging
- samenvatting (lange tekst).
Schrijf het slot van je tekst.

Slide 13 - Tekstslide

Schrijven


1. Onderwerp



2. Deelonderwerp


Verdeel je onderwerp in 3 (of meer) deelonderwerpen.
Schrijf bij iedere kernzin / ieder deelonderwerp een uitleg, omschrijving en/of een voorbeeld. 
Schrijf de kern van je tekst.

Slide 14 - Tekstslide

Schrijven
Verdeel je onderwerp in 3 (of meer) deelonderwerpen

Slide 15 - Tekstslide

Schrijven


1. Onderwerp



2. Deelonderwerp


Verdeel je onderwerp in 3 (of meer) deelonderwerpen.
Schrijf voor elk deelonderwerpen een kernzin.
alinea
Waarover gaat de alinea?

Slide 16 - Tekstslide

Schrijven
1. Bedenk een onderwerp

2. Formuleer de hoofdgedachte


Waar gaat je tekst over?
Wat wil je over dit onderwerp zeggen?

Slide 17 - Tekstslide

Schrijven
1. Bedenk een onderwerp

2. Formuleer de hoofdgedachte

3. Kies een invalshoek: 



Waar gaat je tekst over?
Wat wil je over dit onderwerp zeggen?
Actueel, historisch, technisch, kritisch, persoonlijk, maatschappelijk

Slide 18 - Tekstslide

Schrijven
1. Bedenk een onderwerp

2. Formuleer de hoofdgedachte

3. Kies een invalshoek: 


4. Kies een schrijfdoel: 



Waar gaat je tekst over?
Wat wil je over dit onderwerp zeggen?
Actueel, historisch, technisch, kritisch, persoonlijk, maatschappelijk
Informeren, uiteenzetten, beschouwen / opiniëren, overtuigen, activeren. amuseren

Slide 19 - Tekstslide

Schrijven
1. Bedenk een onderwerp

2. Formuleer de hoofdgedachte

3. Kies een invalshoek: 


4. Kies een schrijfdoel: 


5. Kies een publiek
Collega, leidinggevende, geinteresseerde leek
Waar gaat je tekst over?
Wat wil je over dit onderwerp zeggen?
Actueel, historisch, technisch, kritisch, persoonlijk, maatschappelijk
Informeren, uiteenzetten, beschouwen / opiniëren, overtuigen, activeren. amuseren

Slide 20 - Tekstslide