Les 33: Standaard tekststructuur

Les 33: Standaard tekststructuur
Wie heeft er dit weekend met aandacht gesnackt? 

Uitleg les 33: structuur van een tekst 

Aan de slag met opdracht 1 t/m 5 = huiswerk voor donderdag
1 / 16
volgende
Slide 1: Tekstslide
NederlandsMiddelbare schoolhavoLeerjaar 1

In deze les zitten 16 slides, met interactieve quizzen en tekstslides.

time-iconLesduur is: 55 min

Onderdelen in deze les

Les 33: Standaard tekststructuur
Wie heeft er dit weekend met aandacht gesnackt? 

Uitleg les 33: structuur van een tekst 

Aan de slag met opdracht 1 t/m 5 = huiswerk voor donderdag

Slide 1 - Tekstslide

Welke manier van inleiden is hier gebruikt?

(klik op de afbeelding)
A
een of meerdere vragen stellen
B
anekdote (kort, bijzonder of grappig verhaaltje)
C
onderwerp aankondigen
D
aanleiding voor het schrijven noemen

Slide 2 - Quizvraag

Welke manier van inleiden is hier gebruikt?

"Bestaan draken? Kan je die zoeken? Verdien je daar geld mee? Al die vragen kan ik met ja beantwoorden.."
A
een of meerdere vragen stellen
B
anekdote (kort, bijzonder of grappig verhaaltje)
C
onderwerp aankondigen
D
aanleiding voor het schrijven noemen

Slide 3 - Quizvraag

De opbouw van een tekst (blz. 134)
Uit welke 3 delen is een tekst opgebouwd?
  • Inleiding
  • Middenstuk/kern
  • Slot

Slide 4 - Tekstslide

De inleiding
  • Aandacht trekken van het publiek
  • Het publiek motiveren om de tekst te lezen of te blijven luisteren
  • Informatie geven over wat komen gaat
  • Meestal één alinea 
  • Titel hoort NIET bij de inleiding

Slide 5 - Tekstslide

De kern/het middenstuk
  • Grootste gedeelte van de tekst
  • Meerdere alinea's
  • Deelonderwerpen
  • WWWWWH-vragen

Slide 6 - Tekstslide

Het slot
  • De tekst wordt samengevat
  • Het belangrijkste wordt herhaald
  • In het slot komt géén nieuwe informatie!

Slide 7 - Tekstslide

Nieuwsbericht
Let op: een nieuwsbericht bestaat uit een inleiding en kern. Geen slot!

Het belangrijkste staat in de inleiding, verdere informatie in de kern.

Slide 8 - Tekstslide

Aan de slag!
Lees blz. 134
Maak opdr. 1 t/m 5

Slide 9 - Tekstslide

Les 33: Internationale knuffeldag: gebruik je huisdier 

Slide 10 - Tekstslide

KERNZINNEN
De belangrijkste informatie van een alinea. Elke alinea heeft een kernzin. Waar staat de kernzin? 
  • De 1e zin is de kernzin of....
  • De 2e zin van een alinea is de kernzin of...
  • De laatste zin van de alinea is de kernzin.

De overige zinnen geven meestal
uitleg (toelichting) of voorbeelden bij de kernzin!


Slide 11 - Tekstslide

Opdracht: 
Maak opdracht 6 en 7 van les 33 

We kijken over 15 minuten de opdrachten na 

Slide 12 - Tekstslide

6e
Alinea 1: Vandaag [21 januari] is het de internationale knuffeldag.
Alinea 2: Er zitten heel wat voordelen aan het omgaan met dieren.
Alinea 3: ‘Dat komt doordat je lichaam tijdens het aaien het hormoon oxytocine aanmaakt.’
Alinea 4: Ook vinden we veel steun bij onze dierenvrienden.
Alinea 5: Deze neiging om dieren als menselijk te zien hebben we volgens Endenburg waarschijnlijk te danken aan onze verre voorouders.

Slide 13 - Tekstslide

6e

Alinea 6: Of die dieren net zo van dat knuffelen genieten als wij en daarmee een band met ons opbouwen, is lastig te zeggen.
Alinea 7: Veel mensen kunnen sociale steun uit hun huisdieren halen.
Alinea 8: Knuffel er dus maar op los!

Slide 14 - Tekstslide

7
a Oxytocine is een hormoon dat stress verlaagt, de pijngrens verhoogt en zorgt dat we socialer worden.
b Het is alleen aangetoond dat oxytocine vrijkomt bij het aaien van honden. Desondanks denkt Nienke Endenburg dat dit geldt voor alle zoogdieren.
c Mensen die invoelend vermogen hebben met dieren waren in de prehistorie waarschijnlijk betere jagers, doordat ze konden inschatten en voorspelen wat de dieren zouden gaan doen. Uit dat invoelend vermogen komt antropomorfiseren voort. 

Slide 15 - Tekstslide

7
d Hiermee bedoelt Endenburg dat dieren niet altijd hetzelfde zullen voelen als dat wij mensen
voelen. Als wij genieten van knuffelen met een dier, betekent het niet direct dat dat dier het knuffelen ook fijn vindt.
e Mensen die zich eenzaam voelen zien huisdieren meer als bedachtzame, attente en meelevende wezens. Deze mensen voelen zich dan sociaal gesteund door het dier en worden daarom minder snel ziek en depressief.
f Eigen antwoord. Let op dat het antwoord een uitleg bevat.

Slide 16 - Tekstslide