V4 erfelijkheid H7

Voorkennis? Maak eerst de voorkennis opdrachten

DNA, chromosomen, gen, allel
fenotype, genotype

kruizingen , homozygoot, heterozygoot
recessief, dominant

1 / 45
volgende
Slide 1: Tekstslide
BiologieMiddelbare schoolvwoLeerjaar 4

In deze les zitten 45 slides, met tekstslides.

Onderdelen in deze les

Voorkennis? Maak eerst de voorkennis opdrachten

DNA, chromosomen, gen, allel
fenotype, genotype

kruizingen , homozygoot, heterozygoot
recessief, dominant

Slide 1 - Tekstslide

Haplotype = allelen cominatie op 1 chromosoom

Slide 2 - Tekstslide

5.1
gen = .................
genoom = alle genen in het DNA
BINAS tabel 70!


Slide 3 - Tekstslide

genotype en fenotype

Slide 4 - Tekstslide

genen en allelen     (allel)

Slide 5 - Tekstslide

mutatie
Een verandering van een gen.
Kan spontaan of door mutagene stoffen, omstandigheden

gamma-straling, stoffen
verandering van een gen in een geslachtschromosoom
verandering van een gen in een lichaamscel


Slide 6 - Tekstslide

vandaag §2 en 3
§1: haplotype? allelen?
SRY-gen
genmutatie
genoommutatie: translocatie, trisomie, monosomie
X-chromosomaal, intermediair, lethaal
oefenen met kruisingen
biologiepagina: monohybride kruisingen

Slide 7 - Tekstslide

Slide 8 - Tekstslide

karyogram
autosomen en geslachtschromosomen

Slide 9 - Tekstslide

trisomie en monosomie

Slide 10 - Tekstslide

translocatie

Slide 11 - Tekstslide

genotype verschillen
Is heel belangrijk voor het overleven van de soort!!!!

= door geslachtelijke voortplanting                 n2          
= door crossing over                                                                

                                                      

Let op het verschil tussen crossing over en translocatie!!

Slide 12 - Tekstslide

kruisingsschema's en stambomen


               homozygoot dominant   AA
            homozygoot recessief  aa
heterozygoot   Aa

Slide 13 - Tekstslide

genotype   fenotype
allel A voor staande oren is dominant over het allel a voor hangoren


Fenotype staande oren: wat is het bijbehorende genotype?
Fenotyore hangoren: wat is het bijbehorende genotype?
Genotype Aa: wat is bijbehorende fenotype?

Slide 14 - Tekstslide

Twee zwarte muizen krijgen een nestje jonge muizen

In totaal worden 6 jonge muizen geboren.
5 muizen zijn zwart, 1 muis is wit.

1: Welk allel is dominant? Wit of zwart?
2: Wat is het genotype van de ouders?

Slide 15 - Tekstslide

kruisings schema's

heterozygoot x homozygoot recessief

hoe groot is de kans op een nakomeling die
homozygoot recessief is?

Slide 16 - Tekstslide

intermediaire overerving
Er is geen dominant of recessief allel, beide zijn even "sterk" (onvolledig dominant)
Heterozygoot heeft een eigen fenotype en kun je dus  herkennen.
                                            IAIA  = wit
                                             IBIB  = rood
                                             IAIB  = roze

Slide 17 - Tekstslide

Slide 18 - Tekstslide

X-chromosomale geslachtsgebonden overerving
alleen op het X-chromosoom, niet op het Y-chromosoom

Slide 19 - Tekstslide

B = kleurenziend                b = kleurenblind
Moeder is drager

Slide 20 - Tekstslide

lapjeskat/ schildpadkleur = altijd vrouw

X zwart    X rood

Slide 21 - Tekstslide

wat als....
lapjes kat  x zwarte kater

Welke kleur(en) dochters zijn er mogelijk?
Welke kleur(en) zonen zijn er mogelijk?

Slide 22 - Tekstslide

monohybride kruising (1 gen)
BB x bb        BB x BB       bb x bb       BB x Bb    100%

Bb x Bb             75 %   :   25 %                                                                                                                                                                             
Bb x bb          50%  :  50 %                                                                                                                                                                       

Slide 23 - Tekstslide

X

Slide 24 - Tekstslide

Slide 25 - Tekstslide

Welke allel is dominant en welke is recessief?

Slide 26 - Tekstslide

Slide 27 - Tekstslide

Wit of zwart dominant? En bij welke kruising zie je dat?
Is hier sprake van X-chromosomale overerving?
Zoek de "dominante" vaders en hun dochters.

Slide 28 - Tekstslide

bloedgroep  A  B   AB  en  o
A en B zijn intermediair

A en B zijn dominant over 0

Slide 29 - Tekstslide

Meerdere genen

polygene eigenschappen
dihybride kruisingen en schema's
gekoppelde overerving
klassieke veredeling <-> genetische modificatie

Slide 30 - Tekstslide

polygene overerving

Heel veel eigenschappen zijn polygeen.
= er zijn meerdere genen verantwoordelijk voor de eigenschap.


lengte, lichaamsbouw, huidskleur, celfuncties, weefselfuncties

Slide 31 - Tekstslide

dihybride ongekoppelde overerving (onafhankelijk)
2 erfelijke eigenschappen op verschillende chromosomen
A = bruin
a = wit
B = krulstaart
b = rechte staart

Slide 32 - Tekstslide

A = bruin
a = wit
B = krulstaart
b =  rechte staart
9 : 3 : 3: 1

Slide 33 - Tekstslide

Slide 34 - Tekstslide

Slide 35 - Tekstslide

 toets vraag afgelopen jaar

Slide 36 - Tekstslide

Slide 37 - Tekstslide

gekoppelde overerving

           twee genen liggen op 1 chromosoom

 

Er  kan wel crossing over plaatsvinden in meiose 1, waardoor de allelen ontkoppeld raken
 genen dicht bij elkaar:  minder kans op crossing over
genen dicht bij het centromeer: minder kans op crossing over

Slide 38 - Tekstslide

Slide 39 - Tekstslide

Slide 40 - Tekstslide

Slide 41 - Link

klassieke veredeling
Fokken van dieren en kweken van planten, schimmels


Slide 42 - Tekstslide

Genetische modificatie/ manipulatie
genen overzetten in andere organismen

Slide 43 - Tekstslide

genetische modificatie
Transgeen organisme
BINAS
71 M

Slide 44 - Tekstslide

§5.4
opgaven maken en nakijken


biologiepagina   oefenen

oefentoets dihybride kruising

Slide 45 - Tekstslide