Bs 1.4 cellen en organellen, bouw en functie deel 2

Welke organellen hebben we bekeken:

  • Celkern
  • Ribosomen
  • Endoplasmatisch reticulum (Ruw en glad)
  • Golgisysteem
  • Lysosomen 
Welke organellen gaan we bekijken:


  • Mitochondriën
  • Cytoskelet
  • Membranen
1 / 41
volgende
Slide 1: Tekstslide
BiologieMiddelbare schoolhavo, vwoLeerjaar 4

In deze les zitten 41 slides, met interactieve quizzen, tekstslides en 2 videos.

time-iconLesduur is: 45 min

Onderdelen in deze les

Welke organellen hebben we bekeken:

  • Celkern
  • Ribosomen
  • Endoplasmatisch reticulum (Ruw en glad)
  • Golgisysteem
  • Lysosomen 
Welke organellen gaan we bekijken:


  • Mitochondriën
  • Cytoskelet
  • Membranen

Slide 1 - Tekstslide

Begintaak

Herhaal met je buurman/buurbrouw de functies van de celorganellen van planten en dierlijke cellen
(5 min)

Tip: gebruik BINAS tabel 79 B en C



Slide 2 - Tekstslide

Zet op volgorde van groot (5) naar klein (7):
Orgaanstelsel
Orgaan
Weefsel
Cel
Organisme
Celkern
DNA

Slide 3 - Sleepvraag

Hoe heet deel 8?
A
celmembraan
B
vacuolevocht
C
celwand
D
cytoplasma

Slide 4 - Quizvraag

Hoe heet deel 2?
A
celmembraan
B
vacuolevocht
C
celwand
D
cytoplasma

Slide 5 - Quizvraag


Een dierlijke cel heeft:
A
wel een celkern - wel een celwand - wel bladgroenkorrels
B
wel een celkern -GEEN celwand - GEEN bladgroenkorrels
C
GEEN celkern - wel een celwand - GEEN bladgroenkorrels
D
GEEN celkern - wel een celwand - wel bladgroenkorrels

Slide 6 - Quizvraag

Wat is alleen bij een plantaardige cel aanwezig ?
A
Celwand
B
Celmembraan
C
Celkern
D
Cytoplasma

Slide 7 - Quizvraag

Wat is een uniek kenmerk van een dierlijke cel?
A
Heeft een celkern
B
Heeft een mitochondrium
C
Heeft geen celwand
D
Heeft geen vacuole

Slide 8 - Quizvraag

bladgroenkorrel
celmembraan
celkern
vacuole
cytoplasma
celwand

Slide 9 - Sleepvraag

Welk onderdeel is opgebouwd uit cellulose?
A
vacuole
B
bladgroenkorrel
C
celkern
D
celwand

Slide 10 - Quizvraag

Fotosynthese vindt plaats in...
A
de bladgroenkorrels
B
cytoplasma
C
celkern
D
celmembraan

Slide 11 - Quizvraag

Schrijf op welke typen plastiden er zijn en wat hun functie is.

Slide 12 - Open vraag

Slide 13 - Link

Hoe heet de bouwinstructie die nodig is om eiwitten te produceren en in welk celorganel bevindt het zich?
A
thylakoiden in de chloroplasten
B
dubbele membranen in de mitochondriën
C
DNA in de celkern
D
onzin, eiwitten ontstaan gewoon

Slide 14 - Quizvraag

De laatste stap bij het maken van eiwitten is het afwerken en verpakken. Welk celorganel doet dit?

Slide 15 - Open vraag

Welk van deze organellen heb je direct nodig om eiwitten te maken?
A
Ruw Endoplasmatisch Reticulum
B
Glad Endoplasmatisch Reticulum
C
Mitochondriën
D
Chloroplasten

Slide 16 - Quizvraag

Slide 17 - Tekstslide

Welke celorganellen zijn betrokken bij het opslaan en beschikbaar maken van energie?

Slide 18 - Open vraag

Mitochondriën
  • Zetten koolhydraten, vetten en eiwitten om in energie (ATP)

  •  Dubbel membraan (binnenste sterk geplooid)

Slide 19 - Tekstslide

Koppel de begrippen
ATP
Golgi
DNA
Mitochondrien
Ribosoom
GER
Powerhouse van de cel
Bevat recept voor eiwit
Geeft het eiwit z'n vorm
Maakt het eiwit
Batterij van de cel
Stopt ongevouwen eiwit in blaasjes

Slide 20 - Sleepvraag

Slide 21 - Tekstslide

Cytoskelet
- 'Skelet' van de cel
- Behoudt vorm van de cel
- Organellen op
de plaats houden 
- Cellen verplaatsen 
- Motoreiwitten

Slide 22 - Tekstslide

Cytoskelet
  • Microtubuli 
  • Microfilamenten 

  • (bestaan uit eiwitten) 

Slide 23 - Tekstslide

Cytoskelet
De microtubuli hebben nog een functie

- Motoreiwit:
   Zorgt voor transport van blaasjes
   en eiwitten naar delen in de cel!


Slide 24 - Tekstslide

5

Slide 25 - Video

Waar kijken we nu naar?
A
De celkern
B
De celmembraan
C
Het cytoplasma
D
Ribosomen

Slide 26 - Quizvraag

Wat zijn al deze kabels?
A
Cytoskelet
B
Membraan
C
Celdraden
D
Spiercellen

Slide 27 - Quizvraag

Je kijkt hier naar een motor eiwit wat over het cytoskelet 'loopt'. Wat is het nut hiervan denk je?

Slide 28 - Open vraag

Waar lijken die 'pootjes' een klein beetje op? Waar doen ze je aan denken?

Slide 29 - Open vraag

Wat zie je hier?
A
DNA
B
Chromosomen
C
Een ribosoom
D
Cytoskelet

Slide 30 - Quizvraag

Functie Celmembraan

Slide 31 - Woordweb

Celmembraan

Slide 32 - Tekstslide

Celmembraan
- Omgeven van de cel
- Selecteren van stoffen
die wel of niet de cel in mogen
- Continu in beweging
- Bestaat uit dubbellaag van
fosfolipiden

Slide 33 - Tekstslide

Fosfolipide
- Hydrofoob: 
  Stoot water af
- Hydrofiel: 
  Trekt water aan

Cel bestaat uit cytoplasma
(waterachtig).. dus...


Slide 34 - Tekstslide

Stel, ik heb water en olie. Welk deel van de fosfolipide gaat dan richting de olie 'liggen'?

Slide 35 - Open vraag

Fosfolipiden
Fosfolipen vormen membraan. 

Kop water aantrekkend, 
staart waterafstotend. 


Slide 36 - Tekstslide

Slide 37 - Video

BLIKSEM BEURT 
(functies van celorganellen)

Slide 38 - Tekstslide

Aan de slag. 
Lees en bestudeer bs 1.5 goed voor de volgende les.

Entreeticket volgende les: 
  • Leg in je eigen woorden uit wat diffusie en osmose is en lever dit op papier in!  

Slide 39 - Tekstslide

Nakijken opdracht 

Slide 40 - Tekstslide

Aan de slag. Boek dicht!
  • Teken een dierlijke cel inclusief alle organellen. 
  • Geef in de kantlijn aan welk organel het is en wat de functie van het organel is.  

  • Pak daarna de BINAS erbij en controleer jezelf. 

Klaar? Lees bs 1.5 alvast goed door en begin met de bijbehorende opdrachten. 

Slide 41 - Tekstslide