Oefenen werkwoordspelling

Agenda
1. Onregelmatige of sterke werkwoorden + Engelse werkwoorden
2. Deze week: Beklijvende herhaling
3.  Opdrachten oefenen


1 / 22
volgende
Slide 1: Tekstslide
NederlandsMBOStudiejaar 2

In deze les zitten 22 slides, met interactieve quizzen en tekstslides.

time-iconLesduur is: 50 min

Onderdelen in deze les

Agenda
1. Onregelmatige of sterke werkwoorden + Engelse werkwoorden
2. Deze week: Beklijvende herhaling
3.  Opdrachten oefenen


Slide 1 - Tekstslide

Het ... (betekenen) niets dat ik te laat was.
A
betekent
B
betekend

Slide 2 - Quizvraag

Slide 3 - Tekstslide

Verleden tijd van deleten:
Wij...
A
deleten
B
deletten
C
deleteten
D
deletetten

Slide 4 - Quizvraag

Voltooid deelwoord van streamen:
Wij hebben...
A
gestreamed
B
gestreamet
C
gestreamd
D
gestreamt

Slide 5 - Quizvraag

onregelmatige/sterke werkwoorden

klankverbuiging in de verleden tijd - andere klinker 
loop-liep, wij kijken-keken, wij schrikken-wij schrokken

Soms verbuigt bij het voltooid deelwoord het einde
Ik heb gebakken, bier gebrouwen, 

sommige werkwoorden verbuigen zelfs de medeklinkers
wij zullen-zouden 
ik ben, hij is, wij zijn, ik was, wij waren, ik ben geweest

Slide 6 - Tekstslide

Weten of oefenen
Zwakke werkwoorden:
Ik stam+d/t+e
Sterke werkwoorden:
Ik zoek = Ik zocht
Ik loop = ik liep
+ 1498 andere sterke werkwoorden

Slide 7 - Tekstslide

De Noordpool herbergt naar schatting dertien procent van de nog ... olievoorraad.
A
onontdekte
B
onontdekten
C
onontdektte

Slide 8 - Quizvraag

De blessure die hij tijdens de laatste wedstrijd opliep, ...(dwingen) hem af te zien van de stage.
A
Dwingde
B
Dwingte
C
Dwong

Slide 9 - Quizvraag

De laffe crimineel ...(beroven) bejaarde echtparen met een scooter.
A
beroofde
B
beroofden
C
beroofte
D
beroovde

Slide 10 - Quizvraag

Voltooid deelwoord van ruiken:
Toen mijn baby stonk heb ik even aan zijn luier ...
A
geruikt
B
gerookt
C
geroken
D
geriekt

Slide 11 - Quizvraag

Voltooid deelwoorden van scheppen en scheppen.
Nadat God Adam had ...., werd deze meteen door een auto ....
A
geschept, geschapen
B
geschepen, geschept
C
geschapen, geschept
D
geschiept, geschapen

Slide 12 - Quizvraag

Bij welke van deze twee is roken een sterk werkwoord?
A
Ik rook de luier en hij stonk enorm
B
Ik rook de luier en begon meteen te hoesten

Slide 13 - Quizvraag

Standaard spellingsles of wedstrijdje?
A
Doe niet moeilijk, geef gewoon een standaard les
B
Ik durf niet, geef alsjeblieft een normale les
C
Kom dan

Slide 14 - Quizvraag

Ze bedoelde het goed maar ... (bemoeien) zich met de medicatie van onze patienten.
A
Bemoeite
B
bemoeide
C
bemoeiden
D
bemiel

Slide 15 - Quizvraag

Maak powerpoint met oefeningen om met hun weer te doen. Definitieve oefening om WW-spelling te regelen.

Slide 16 - Tekstslide

Powerpoint!
Jullie oefenen, jullie oefenden, dadelijk hebben wij geoefend
Taalblokken: 
02 spelling - Werkwoordspelling - Gemengde oefening 1 en 2

ps. We sloegen bijvoegelijk gebruikte werkwoorden over: De gevlucht(t?)e generaal.

Slide 17 - Tekstslide

Korte herhaling werkwoordspelling
Verleden tijd = Stam + D/t

Sterke en zwakke werkwoorden

Slide 18 - Tekstslide

We ... (wachten) vorige week wel een uur op de trein.
A
wachten
B
wachtten
C
wachtte
D
wachtte

Slide 19 - Quizvraag

Mijn oom en mijn vader ... (zagen) gisteren de grote eik in de tuin om.
A
ziegen
B
zaagde
C
zaagden
D
ziegden

Slide 20 - Quizvraag

Verleden tijd van hangen:
De Friezen ... gisteren hun schaatsen op.
A
hangde
B
hangden
C
hingden
D
hingen

Slide 21 - Quizvraag

Voltooid deelwoord van rijden:
Ik ben gisteren met mijn auto het ijs in....
A
gereden
B
gerijd
C
geredden
D
gerocht

Slide 22 - Quizvraag