Herhaling hoofdstuk 8 (KGT)

Herhaling hoofdstuk 8 KGT
1 / 17
volgende
Slide 1: Tekstslide
Mens & MaatschappijMiddelbare schoolvmbo bLeerjaar 1

In deze les zitten 17 slides, met interactieve quizzen en tekstslide.

time-iconLesduur is: 15 min

Onderdelen in deze les

Herhaling hoofdstuk 8 KGT

Slide 1 - Tekstslide

Wat is een monarchie?
A
Een land dat door een koning wordt geregeerd
B
Een land dat door een gekozen leider wordt geregeerd

Slide 2 - Quizvraag

Hoe heette het nieuwe bestuur dat in Frankrijk aan de macht kwam nadat de burgers in opstand kwamen tegen koning Lodewijk XVI?
A
Bastille
B
Guillotine
C
Nationale vergadering
D
Staten-Generaal

Slide 3 - Quizvraag

In welk jaar kwam Napoleon Bonaparte aan de macht in Frankrijk?
A
1789
B
1799
C
1804
D
1815

Slide 4 - Quizvraag

Een voorstander van democratie in Nederland noem je?
A
patriot
B
stadhouder

Slide 5 - Quizvraag

De vertegenwoordiger van de vorst in een gewest is een?
A
koning
B
stadhouder
C
burger
D
patriot

Slide 6 - Quizvraag

Een onafhankelijke instantie die klachten behandelt over overheidsinstanties, is een .....
A
advocaat
B
officier van justitie
C
ombudsman
D
rechter

Slide 7 - Quizvraag

Wat is gedogen?
A
iets door de vingers zien
B
straffen
C
gevangenisstraf
D
rechter

Slide 8 - Quizvraag

In de 18e eeuw ging het ... met de Nederlandse economie
A
goed
B
slecht

Slide 9 - Quizvraag

Wie hadden de meeste macht? Van meeste macht naar minste macht.
A
burgers, regenten, stadhouder
B
regenten, stadhouder, burgers
C
stadhouder, regenten, burgers

Slide 10 - Quizvraag

Een ernstig strafbaar feit noem je ook wel...
A
overtreding
B
misdrijf

Slide 11 - Quizvraag

Welke ideeën zijn van de patriotten?
A
De burgers moeten meebeslissen bij het bestuur van het land
B
De koning van de Pruisen moet belasting gaan betalen
C
De regenten zijn verantwoordelijk voor armoede en werkloosheid
D
Nederland kan het beste door de stadhouder bestuurd worden

Slide 12 - Quizvraag

Een plicht is
A
Iets wat je mag
B
Iets wat je moet

Slide 13 - Quizvraag

Carmen (17) heeft tot 3 keer toe een potje nagellak gestolen.
A
tbs
B
halt-straf
C
gevangenisstraf
D
geldboete

Slide 14 - Quizvraag

Een licht strafbaar feit:
A
een overtreding
B
een misdrijf

Slide 15 - Quizvraag

Van wanneer tot wanneer wordt het de Bataafse Republiek genoemd?
A
1789 - 1795
B
1795 - 1801
C
1813 - 1819
D
1806 - 1812

Slide 16 - Quizvraag

Wat is een taakstraf?
A
Een straf waarbij iemand onbetaald werk moet doen.
B
Een straf waarbij je een boete moet betalen.
C
Een straf waarbij je naar de gevangenis moet.

Slide 17 - Quizvraag