oefentoets H3 met de ontbrekende uitleg 3.2

hoeveel goede antwoorden denk je dat je bij deze oefentoets gaat hebben, je krijgt 25 meerkeuzevragen
A
tussen 0-10 goed
B
tussen 10-15 goed
C
tussen 15 en 20 goed
D
tussen 20 en 25 goed
1 / 43
volgende
Slide 1: Quizvraag
AardrijkskundeMiddelbare schoolhavo, vwoLeerjaar 2

In deze les zitten 43 slides, met interactieve quizzen en tekstslides.

time-iconLesduur is: 30 min

Onderdelen in deze les

hoeveel goede antwoorden denk je dat je bij deze oefentoets gaat hebben, je krijgt 25 meerkeuzevragen
A
tussen 0-10 goed
B
tussen 10-15 goed
C
tussen 15 en 20 goed
D
tussen 20 en 25 goed

Slide 1 - Quizvraag

oefentoets H3 met de ontbrekende uitleg 3.2 je moet dus ook je aantekenmapje erbij openen

Slide 2 - Tekstslide

de 2 grootste stromingen binnen de islam zijn de soennieten en de sjiieten
A
goed
B
fout

Slide 3 - Quizvraag

in Iran spreken ze Perzisch, dit is een andere taal dan Arabisch
A
goed
B
fout

Slide 4 - Quizvraag

de Eufraat en Tygris ontspringen in Turkije
A
goed
B
fout

Slide 5 - Quizvraag

het Suez kanaal maakt de absolute en relatieve aftstand tussen Iran en Europa kleiner.
A
goed
B
fout

Slide 6 - Quizvraag

Dit is een klimaatgrafiek van
het middellandse zeeklimaat.
A
goed
B
fout

Slide 7 - Quizvraag

welke koppen letters horen bij dit klimaat
A
BW
B
Cs
C
BS
D
Cf

Slide 8 - Quizvraag

De hoofdletters staan voor:
A tropische klimaten
B droge klimaten
C gematigde klimaten
D land/continentale klimaten
E Koude klimaten

Slide 9 - Tekstslide

En 3 kleine letters
s w f
s=sommertrocken (zomersdroog)
w=wintertrocken (wintersdroog)
f=droge periode fehlt (geen droge periode)

Slide 10 - Tekstslide

welk klimaat is dit?
A
steppe
B
woestijn
C
middellandse zee
D
zee klimaat

Slide 11 - Quizvraag

B zijn de droge klimaten.
er bestaan er 2
BS  is steppe
BW is woestijn

Slide 12 - Tekstslide

Welk klimaat is dit? met
welke afkorting
A
woestijn BW
B
Steppe BW
C
Steppe BS
D
Woestijn BS

Slide 13 - Quizvraag

Slide 14 - Tekstslide

Groningen ligt in het noorden van Nederland
A
absolute ligging
B
relatieve ligging

Slide 15 - Quizvraag

Riad ligt op 34,40 NB en 46,40 O.L
dit gaat over de
A
absolute ligging
B
relatieve ligging

Slide 16 - Quizvraag

Slide 17 - Tekstslide

Iran is een land met overwegend (92%) sjiieten
A
goed
B
fout

Slide 18 - Quizvraag

Wat is het verschil in godsdienst tussen Israël en de andere Arabische landen
A
Israël heeft overwegend soennieten
B
in Israël wonen overwegend Joden

Slide 19 - Quizvraag

De bevolkingsdichtheid is hoog in met name de droge gebieden.
A
goed
B
fout

Slide 20 - Quizvraag

Als een land macht uitoefent door zijn ligging of vanwege zijn voorraad natuurlijke hulpbronnen, heet dat
A
agglomeratie voordelen
B
BNP inkomen
C
geopolitiek

Slide 21 - Quizvraag

Het is een voordeel dat bedrijven dicht bij elkaar zitten hoe wordt dit genoemd?
A
geopolitiek
B
agglomeratievoordelen
C
bruto nationaal product

Slide 22 - Quizvraag

de dia's die nu volgen moeten overgenomen worden. Dat is de enige aantekening van 3.2

Slide 23 - Tekstslide

Welvaart en welzijn
Welvaart: Gaat om  ..........

Slide 24 - Tekstslide

Welvaart en welzijn
Welvaart: Gaat om geld
* Hoge welvaart: Hoog BNP
* Lage welvaart: Laag BNP


Slide 25 - Tekstslide

Welvaart en welzijn
Welvaart: Gaat om geld
* Hoge welvaart: Hoog BNP
* Lage welvaart: Laag BNP

Welzijn: Gaat om .............

Slide 26 - Tekstslide

Welvaart en welzijn
Welvaart: Gaat om geld
* Hoge welvaart: Hoog BNP
* Lage welvaart: Laag BNP

Welzijn: Gaat om gevoel 
Hoe gezond en gelukkig je bent 
*Welvaart  en welzijn hangen altijd samen!

Een hoge welvaart betekent meer inkomen voor basisbehoeften

Slide 27 - Tekstslide

Welzijn
Basisbehoeften: Alles wat je nodig hebt om goed te leven

Er zijn er 4: Voedsel, huisvesting, gezondheidszorg en onderwijs

Slide 28 - Tekstslide

geef het begrip bij "tekort aan water"
A
droogte
B
waterschaarste
C
wadi
D
oase

Slide 29 - Quizvraag

Welk land heeft het meeste waterschaarste
A
Egypte
B
Saoedi Arabië
C
Turkije

Slide 30 - Quizvraag

Wat betekent "de regionale ongelijkheid is tweeledig in Turkije"
A
tweedeling tussen arm en rijk en stad en platteland
B
tweedeling tussen arm en rijk en oost en west Turkije
C
tweedeling tussen stad en platteland en oost en west Turkije

Slide 31 - Quizvraag

Slide 32 - Tekstslide

kenmerken van opkomende landen (groeilanden) zijn:
A
snelle economische groei
B
nog niet zo'n hoog bnp
C
grote sociale en regionale ongelijkheid

Slide 33 - Quizvraag

welke menselijke reden voor het watertekort in het midden oosten klopt NIET?
A
het is een droog gebied
B
de bevolking is gegroeid
C
de economie is gegroeid

Slide 34 - Quizvraag

zeewater ontzilten is
A
een aanbod vergrotende oplossing
B
een vraag verkleinende oplossing

Slide 35 - Quizvraag

druppelirrigatie is een
A
een aanbod vergrotende oplossing
B
een vraag verkleinende oplossing

Slide 36 - Quizvraag

water in droge gebieden als het midden oosten is te vinden in bron en rivier oasen
A
goed
B
fout

Slide 37 - Quizvraag

De stuwdammen van het zuidoost Anatolië project houden GEEN water tegen voor de buurlanden
A
goed
B
fout

Slide 38 - Quizvraag

Slide 39 - Tekstslide

Door het Zuidoost Anatolië project komt er veel water beschikbaar voor de landbouw
A
goed
B
fout

Slide 40 - Quizvraag

Slide 41 - Tekstslide

welk onderwerp of welk begrip vind je nog lastig en wil je nog extra mee oefenen of extra uitleg over?

Slide 42 - Open vraag

Nu voor jezelf werken aan 3.2 en 3.4

Slide 43 - Tekstslide