Blok 5 les 1

BIOLOGIE
blok 5 les 1
1 / 49
volgende
Slide 1: Tekstslide
BiologieBasisschoolGroep 8

In deze les zitten 49 slides, met interactieve quizzen, tekstslides en 5 videos.

Onderdelen in deze les

BIOLOGIE
blok 5 les 1

Slide 1 - Tekstslide

Wat ga je leren in deze les?
  • Voorbeelden van lichaamsvreemde stoffen en hoe die het lichaam kunnen binnendringen;
  • Wat virussen en bacteriën zijn, hoe ze ons lichaam kunnen binnendringen en welke gevolgen die kan hebben;
  • Besmetting en infectie kan voorkomen worden door goede hygiëne;
  • Hoe virussen en bacteriën onschadelijk gemaakt kunnen worden;
  • Hoe een mens immuun kan worden voor een ziekte.
Ziekteverwekkers - over bacteriën en virussen

Slide 2 - Tekstslide

Wat weet je over bloedgroepen?

Slide 3 - Woordweb

Slide 4 - Link

Zie blz. 60
Je lichaam is opgebouwd uit veel verschillende onderdelen. Noem er 3

Slide 5 - Open vraag

Zie blz. 60: De éérste beschermer tegen vreemde stoffen is...
A
...je bloed
B
...je hersenen
C
...je huid
D
...je spieren

Slide 6 - Quizvraag

Slide 7 - Tekstslide

Zie blz. 60: Voorbeelden van lichaamsvreemde stoffen die je lichaam kunnen binnendringen zijn:
A
Een wespensteek
B
Een splinter
C
Een brandnetel
D
Alle 3 antwoorden

Slide 8 - Quizvraag

Slide 9 - Tekstslide

Slide 10 - Tekstslide

Je lichaam reageert op vreemde stoffen die binnendringen.
Wat is hiervan een goed voorbeeld?
A
Susan heeft te veel gegeten en is nu erg misselijk.
B
Als Susan uit het water gaat, krijgt ze kippenvel.
C
De muggenbult op de wang van Susan jeukt enorm.
D
In de klas is het zo benauwd dat Susan flauwvalt.

Slide 11 - Quizvraag

Zie blz. 60 - laatste kolom
Welke stoffen horen niet bij je lichaam horen, maar heb je wel nodig?
A
lucht en eten
B
ademhaling en voeding
C
gezond eten en gezonde lucht
D
alle antwoorden zijn juist

Slide 12 - Quizvraag

bacteriën en virussen

Slide 13 - Tekstslide

Hatsjoe!
We zijn allemaal wel eens verkouden. Verschijnselen die bij een verkoudheid horen zijn:
  • niezen
  • snot in de neus en in de keel
  • neusverstopping
  • hoesten
  • spierpijn
  • keelpijn
Maar wat maakt ons verkouden?
Ziekteverwekkers - over bacteriën en virussen

Slide 14 - Tekstslide

Dit maakt ons verkouden: een verkoudheidsvirus. Piepkleine deeltjes die we met het blote oog niet kunnen zien. Daar heb je een microscoop voor nodig.
Ziekteverwekkers - over bacteriën en virussen
Een microscoop is een instrument dat een vergrote afbeelding maakt van voorwerpen die niet met het blote oog zichtbaar zijn. Microscopen worden onder andere gebruikt voor medisch, biologisch en forensisch onderzoek.

Slide 15 - Tekstslide

Wat is een virus?
Een virus is heel erg klein en kan niet van zichzelf leven. Een virus heeft jouw lichaam nodig om te kunnen groeien. Dat doen ze in jouw lichaamscellen. Je kunt ze vergelijken met piraten: ze vallen aan en nemen jouw lichaamscel over. Ze gaan wonen in de cel en gebruiken de spullen om te verdubbelen. Zo komen er nog meer van die virusdeeltjes en die nemen weer andere cellen over. Kortom: je wordt ziek.
Ziekteverwekkers - over bacteriën en virussen

Slide 16 - Tekstslide

Waarom is het Coronavirus zo gevaarlijk?
Dat komt eigenlijk door twee dingen:
  1. Het is een nieuw virus. Dat betekent dat ons lichaam nog geen antistoffen heeft tegen dit virus. Daarom wordt iedereen ziek van dit virus.
  2. Het virus is heel besmettelijk. Het is van mens op mens overdraagbaar. Dat gaat door aanraken of via de lucht als je hoest of niest. 
Ziekteverwekkers - over bacteriën en virussen

Slide 17 - Tekstslide

Slide 18 - Link

Een virus is dus een ziekteverwekker en verspreidt zich heel snel. Niet alleen virussen maken ons ziek. Wat kan ons nog meer ziek maken?

Slide 19 - Open vraag

Dit! Wat je op deze afbeelding ziet zijn bacteriën. Maar dan heel erg uitvergroot. Ook die zijn weer zo klein dat we ze met het blote oog niet kunnen zien. Ze zijn wel iets groter dan virussen.
Ziekteverwekkers - over bacteriën en virussen

Slide 20 - Tekstslide

0

Slide 21 - Video

Slide 22 - Video

 Weet je het nog?
Schuif de onderdelen naar de juiste plek!
BACTERIE
VIRUS
kleinste organisme
deelt zichzelf
kunnen ook nuttig zijn
maakt je verkouden
blaasontsteking
geen organisme
overleeft alleen in een cel
griep
antibiotica
corona

Slide 23 - Sleepvraag

..
.
WAAR 
of 
NIET WAAR?
Een virus is hetzelfde als een bacterie.
A
WAAR
B
NIET WAAR

Slide 24 - Quizvraag

..
.
WAAR 
of 
NIET WAAR?
Diarree is een voorbeeld van een virus.
A
WAAR
B
NIET WAAR

Slide 25 - Quizvraag

..
.
WAAR 
of 
NIET WAAR?
Verkoudheid wordt veroorzaakt door een virus.
A
WAAR
B
NIET WAAR

Slide 26 - Quizvraag

..
.
WAAR 
of 
NIET WAAR?
Alle bacteriën zijn slecht!
A
WAAR
B
NIET WAAR

Slide 27 - Quizvraag

Voor wie zijn
anti-wormtabletten?
A
Poezen/katten
B
Honden
C
mensen
D
voor alle 3

Slide 28 - Quizvraag

Slide 29 - Tekstslide

Zie blz. 61 - Besmetting/infectie
Wat gebruiken virussen en bacteriën als voedsel?
A
je bloed
B
je huid
C
je cellen
D
je mond

Slide 30 - Quizvraag

Een voedselinfectie veroorzaakt een ontsteking van maag+darmen die ontstaat door bacterie,virus of parasiet.
A
Niet waar
B
Waar
C

Slide 31 - Quizvraag

Slide 32 - Link

Slide 33 - Video

Wat is dus belangrijk om besmetting te voorkomen?
A
Een pleister niet bij het gaasje vasthouden.
B
De wond goed schoonmaken.
C
Geen pleister op de wond plakken.
D

Slide 34 - Quizvraag

Slide 35 - Video

Wat in je bloed zorgt ervoor dat er een korst op de wond komt?
A
witte bloedcellen
B
rode bloedcellen
C
bloedplaatjes
D
alle 3

Slide 36 - Quizvraag

Waaruit staat bloed eigenlijk?
A
Rode en witte bloedcellen
B
Plasma
C
Bloedplaatjes
D
Alle 3

Slide 37 - Quizvraag

Hoeveel liter bloed heeft een mens?

Slide 38 - Open vraag

Zie blz. 62: Welke 2 dingen zijn belangrijk om vreemde stoffen buiten je lichaam te houden of te bestrijden?
A
Hygiëne en conditie
B
Hygiëne en leeftijd
C
Hygiëne en nachtrust
D
Hygiëne en voeding

Slide 39 - Quizvraag

Slide 40 - Tekstslide

Slide 41 - Link

Zie blz. 62
Welke 3 ziektes zijn erg besmettelijk en zijn echte kinderziektes?

Slide 42 - Open vraag

Hoe heet het je als witte bloedcellen in je lichaam hebt tegen een bepaalde ziekte?
A
Immuun
B
Vaccin
C
Virus
D
Bacterie

Slide 43 - Quizvraag

Wat kun je gebruiken bij een hardnekkige infectie?
A
Paracetamol
B
Ibuprofen
C
Antibiotica
D
Jodium

Slide 44 - Quizvraag

Hoe noem je de tijd tussen besmetting en de 'uitbraak' hiervan?
A
Incubatietijd
B
Infectietijd
C
Pandemie
D
Corona

Slide 45 - Quizvraag

Werkboekje
Maak met je groepje de opdrachten 1 t/m 8

Slide 46 - Tekstslide

Slide 47 - Link

              Tot de volgende keer!

Slide 48 - Tekstslide

Slide 49 - Video