Taalblok 4: Onderwerp en hoofdgedachte

Taalblok 4
Les 2: onderwerp en hoofdgedachte
1 / 16
volgende
Slide 1: Tekstslide
NederlandsMBOStudiejaar 2

In deze les zitten 16 slides, met interactieve quizzen en tekstslides.

Onderdelen in deze les

Taalblok 4
Les 2: onderwerp en hoofdgedachte

Slide 1 - Tekstslide

Welke tekstdoelen kennen we ook alweer?

Slide 2 - Woordweb

Soorten tekstdoelen
  • Informeren
  • Overtuigen
  • Activeren
  • Amuseren
  • Instrueren

Slide 3 - Tekstslide

Wat is dus GEEN tekstdoel?
A
Informeren
B
Fantaseren
C
Instrueren
D
Overtuigen

Slide 4 - Quizvraag

De schrijver van een tekst heeft altijd een doel. Dit noemen we het tekst doel.
Het tekst doel geeft aan wat de schrijver met zijn tekst wil bereiken.

Slide 5 - Tekstslide

Het onderwerp van een tekst

Slide 6 - Tekstslide

Het onderwerp
  • Geeft in één of enkele woorden weer waar de tekst over gaat.
  • Is nooit een hele zin! 
  • Kan je vaak al aan de titel zien.

Slide 7 - Tekstslide


Slide 8 - Open vraag


Slide 9 - Open vraag

De hoofdgedachte van een tekst

Slide 10 - Tekstslide

De hoofdgedachte
  • Geeft in één zin de belangrijkste info weer.
  • Antwoord op: Wat zegt de schrijver over het onderwerp? 
  • Kan je in de inleiding en/of het slot vinden.
  • Dit is nooit een vraag!

Slide 11 - Tekstslide

We lezen klassikaal

Slide 12 - Tekstslide

Onderwerp van de tekst: opstart eigen bedrijf.

Hoofdgedachte?

Slide 13 - Open vraag

Zins- en alineaverbanden
Een verband wordt vaak aangegeven door een signaalwoord, soms zelfs door meerdere signaalwoorden.

BIj elk soort verband horen eigen signaalwoorden.
Dit betekent niet dat elk verband te zien is aan een signaalwoord, er zijn ook verbanden zonder signaalwoorden.

Slide 14 - Tekstslide

Tegenstelling
Oorzaak - gevolg
Volgorde
Reden - argument
want, daarom
hoewel, maar, toch
doordat, daardoor
eerst, dan, vervolgens

Slide 15 - Sleepvraag

Opdracht
  • Planner -> bookwidget
  • Lees de tekst.
  • Beantwoord de vragen.
  •  Dit staat op punten! 

Slide 16 - Tekstslide