Workshop 2 Hersey & Blanchard

• Handel
• MBO
• Studiejaar 4

In de context van een bedrijf

Iedere medewerker doorloopt verschillende fasen. Het volgende filmpje maakt dit duidelijk.

'Ik kan het wel maar ben niet gemotiveerd. Welke begeleidingsstijl past hierbij?

1. S1 leiden
2. S2 begeleiden
3. S3 steunen
4. S4 delegeren

Uitleg S2 begeleiden

Ongemotiveerde, medewerker met enige ervaring (na inwerkperiode).

Maak deze medewerker belangrijk, geef hem het gevoel dat hij/zij er toe doet. Geef complimenten en evt een mentorrol.

"Daar hoef je niet naar om te kijken." Welke begeleidingsstijl past hierbij?

1. S1 leiden
2. S2 begeleiden
3. S3 steunen
4. S4 delegeren

Uitleg S4 delegeren

Assistent manager, senior medewerker

Deze medewerker heeft alleen een korte uitleg nodig en gaat meteen aan de slag. Pas op; vergeet deze medewerker niet!

"Ik wil graag maar kan het niet." Welke begeleidingsstijl past hierbij?

1. S1 leiden
2. S2 begeleiden
3. S3 steunen
4. S4 delegeren

Uitleg S1 leiden

Nieuwe medewerker

Stap voor stap medewerker helpen bij taken, tijdens de taak de medewerker terugkoppeling geven dan leert hij/zij het snelst.

"Ik kan het prima, maar ben soms onzeker." Welke begeleidingsstijl past hierbij?

1. S1 leiden
2. S2 begeleiden
3. S3 steunen
4. S4 delegeren

Uitleg S3 steunen

medewerker met tijdelijk contract, medewerker die te snel te veel verantwoordelijkheid krijgt.

Gooi iemand niet te snel voor de leeuwen. Doe je het wel dan loop je een risico maar benoem het met je medewerker.

Wat heb je hier nu concreet aan?

Als je weet waar iemand staat, kun je je energie slim inzetten. Met de juiste aanpak (S1–S4) wordt diegene meer betrokken en bekwaam, en ben jij een effectieve leider

We doen nu nog een aantal praktijkstellingen:

"Een 17 jarige nieuwe medewerker van jouw bijbaan komt zich bij jou melden voor zijn 1e werkdag"

1. S1 leiden
2. S2 begeleiden
3. S3 steunen
4. S4 delegeren

"De kerstslingers waar jullie winkelvloer mee is versierd, moeten worden opgeruimd. Je vraag je collega die dat al 4 jaar doet, dat voor je te doen. Die twijfelt of hij nog weet waar alles moet liggen

1. S1 leiden
2. S2 begeleiden
3. S3 steunen
4. S4 delegeren

"Een klant raakt bewusteloos in jullie bedrijf en jullie zien dat.
Je vraagt je bhv bevoegde medewerker je te helpen met het verzorgen van de klant"

1. S1 leiden
2. S2 begeleiden
3. S3 steunen
4. S4 delegeren

"Bij jouw bijbaan vraag jij de filiaalleider om jouw visual merchandise te beoordelen op verkoopkracht"

1. S1 leiden
2. S2 begeleiden
3. S3 steunen
4. S4 delegeren

"Je hebt een bedrijfsfeest gehad en je collega is ladderzat en moet naar huis. Jij wil hem in een taxi krijgen"

1. S1 leiden
2. S2 begeleiden
3. S3 steunen
4. S4 delegeren

Samenvatting:

Wanneer je juist inschat welke stijl je toepast op de persoon:

- Ben je effectiever in je communicatie

- Weet je hoeveel tijd je kwijt bent in de aansturing

- Weet je hoeveel energie de aansturing je kost

- Weet je in welke mate je de medewerker na moet controleren