Elke les bespreek je een setje vragen in je leeskring (deze komen zo met een bepaalde tijd op het bord te staan).
Maak aantekeningen op je laptop bij het bespreken van de leesvragen. Deze antwoorden heb je nodig voor je reflectieopdracht!
Slide 4 - Tekstslide
Genre (5 minuten)
Hoort het verhaal tot een bepaald genre? Bijvoorbeeld: novelle, verhalenbundel, toneelstuk, sprookje, dagboek, (auto)biografie, psychologische roman, historische roman.
Waaraan herken je het genre van het verhaal?
Slide 5 - Tekstslide
Personages (15 minuten)
1. Wie is de hoofdpersoon?
2. Wie zijn de andere belangrijke personages?
3. Hoe is de relatie tussen de hoofdpersoon en de andere personages?
4. Wat kom je over de personages te weten (uiterlijk, karakter, naam, leeftijd, beroep)?
Slide 6 - Tekstslide
Perspectief (10 minuten)
1. Door wiens/wier ogen zie je de gebeurtenissen?
2. In hoeverre heeft het perspectief invloed op het verhaal/hoe jij het verhaal beleeft als lezer?
Slide 7 - Tekstslide
Plaats en ruimte (10 minuten)
1. Waar speelt het verhaal zich af? Dorp, stad, land, enz. maar ook: huis, boot, buiten of in een bepaald milieu.
2. Welke sfeer wordt er neergezet in het verhaal? Stormt het tijdens een belangrijke ommekeer in het verhaal of is het stralend weer wanneer de hoofdpersoon een liefde beantwoord ziet?
Slide 8 - Tekstslide
Tijd (15 minuten)
1. Wanneer speelt het verhaal zich af? Hoe weet je dat?
2. Hoe lang duurt het verhaal?
3. Wordt het regelmatig verteld of is er sprake van sprongen in de tijd (bijvoorbeeld tussen de verschillende delen of hoofdstukken) of van tijdversnelling of van tijdsvertraging?
4. Is het verhaal chronologisch verteld? Of is er sprake van opvallende flashbacks (herinneringen) of vooruitwijzingen (flash forwards)?
Slide 9 - Tekstslide
Titel (ondertitel) en motto
(10 minuten)
1. Wat is de titelverklaring?
2. Heeft dit boek een motto? Waarom heeft de schrijver hiervoor gekozen? Wat heeft het te maken met het thema van het verhaal?
Slide 10 - Tekstslide
Thema en motieven
(15 minuten)
1. Wat is het thema van het verhaal?
2. Welke motieven ondersteunen dit thema?
Slide 11 - Tekstslide
Opbouw (10 minuten)
1. Wat voor soort begin is er?
2. Heeft het verhaal een proloog of een epiloog? Wat is daar de functie van?
3. Wat voor eind heeft het verhaal? Open of gesloten?
Slide 12 - Tekstslide
Korte inhoud van het verhaal (15 minuten)
1. Welk moment in het verhaal is bepalend voor de verloop van het verhaal?
2. Wat zijn de belangrijkste gebeurtenissen?
3. Verandert het leven van de hoofdpersoon door de gebeurtenissen?
4. Hoe verloopt het verhaal? Is/zijn er (een) hoogtepunt(en), keerpunt(en) aan te wijzen?