hoofdstuk-4 paragraaf 4.4 en 4.5 water

Hoofdstuk 4
Paragraaf 4 en 5 
1 / 40
volgende
Slide 1: Tekstslide
AardrijkskundeMiddelbare schoolhavoLeerjaar 2

In deze les zitten 40 slides, met interactieve quizzen en tekstslides.

time-iconLesduur is: 50 min

Onderdelen in deze les

Hoofdstuk 4
Paragraaf 4 en 5 

Slide 1 - Tekstslide

Lesdoelen 
Na de les kun je beschrijven wat de gevolgen zijn van gebieden waar te veel water is
na de les kun je beschrijven wat de gevolgen zijn van te droge gebieden 

Slide 2 - Tekstslide

Slide 3 - Tekstslide

Nuttige neerslag = neerslag - verdamping
A
goed
B
fout

Slide 4 - Quizvraag

Een aquifer is een waterhoudende laag in de ondergrond.
A
goed
B
fout

Slide 5 - Quizvraag

Water in een aquifer is een voorbeeld van niet-vernieuwbaar water.
A
goed
B
fout

Slide 6 - Quizvraag

Welke gebieden hebben grote kans op overstromingen?

Slide 7 - Woordweb

Soorten gebieden met groot overstromingsrisico: mondiaal schaalniveau:
  1. Rivier- en kustvlakten
  2. Gebieden aan voet gebergte met rotsige ondergrond.
  3. Gebieden waar afsmelten sneeuw samenvalt met hevige regenval in zomer.
  4. Gebieden waar tropische orkanen huishouden
  5. Gebieden waar stroomopwaarts ontbossing plaatsvindt.
  6. Gebieden die door stedelijke bebouwing verstenen.

Slide 8 - Tekstslide

1. Riviervlakte 

1. Kustvlakte
Delta

Slide 9 - Tekstslide

2. Gebieden aan voet van gebergte met rotsige ondergrond

Slide 10 - Tekstslide

3. Gebieden waar afsmelten sneeuw samenvalt met hevige regenval in zomer.
Himalaya

Slide 11 - Tekstslide

4. Gebieden waar tropische orkanen huishouden
  • Hevige regenval
  • Opstuwing zeewater
  • Rivieren kunnen door opstuwen zeewater moeilijker in zee uitmonden.

Slide 12 - Tekstslide

5. Gebieden waar stroomopwaarts         ontbossing plaatsvindt.
Stroomopwaarts = tegen de stroom in, dus in de richting van de bron.
Stroomafwaarts = met de stroom mee, dus in de richting van de monding.

Slide 13 - Tekstslide

6. Gebieden die door stedelijke bebouwing verstenen.

Slide 14 - Tekstslide

Oorzaken toename aantal overstromingen

Slide 15 - Woordweb

Belangrijke oorzaken toename aantal overstromingen:
1. Minder infiltratie door ontbossing en verstening.
2. Het opsluiten van rivieren tussen dijken (bijvoorbeeld door bochten af te snijden).
3. Bodemdaling door het oppompen van grondwater.
4. Zeespiegelstijging door versterkte broeikaseffect

Slide 16 - Tekstslide

Wat kun je eraan doen?
Maatregelen op korte termijn:
  • Dijken, dammen en bufferbassins aanleggen. 
  • Weer in gehele stroomgebied in gaten houden.
  • Burgers voorlichten en trainen (bijvoorbeeld oefenen met evacuatie). 
  • Drinkwater en voedsel veilig stellen na eventuele overstromingen. 

Gevolgen klimaatverandering voor Nederland

Slide 17 - Tekstslide

Wat kun je eraan doen?
Maatregelen op korte termijn:
  • Dijken, dammen en bufferbassins aanleggen. 
  • Weer in gehele stroomgebied in gaten houden.
  • Burgers voorlichten en trainen (bijvoorbeeld oefenen met evacuatie). 
  • Drinkwater en voedsel veilig stellen na eventuele overstromingen. 

Gevolgen klimaatverandering voor Nederland

Slide 18 - Tekstslide

Wat kun je eraan doen?
Maatregelen op lange termijn:
  • Ruimte voor de rivier
  • Versterkte broeikaseffect verminderen
  • Vestigingsbeleid

Slide 19 - Tekstslide

Wat kun je eraan doen?
Maatregelen op korte termijn:
  • Dijken, dammen en bufferbassins aanleggen. 
  • Weer in gehele stroomgebied in gaten houden.
  • Burgers voorlichten en trainen (bijvoorbeeld oefenen met evacuatie). 
  • Drinkwater en voedsel veilig stellen na eventuele overstromingen. 

Gevolgen klimaatverandering voor Nederland

Slide 20 - Tekstslide

Wat kun je eraan doen?
Maatregelen op lange termijn:
  • Ruimte voor de rivier
  • Versterkte broeikaseffect verminderen
  • Vestigingsbeleid

Slide 21 - Tekstslide

Toekomst: 
  • vraag naar water stijgt:
     - stijging aantal inwoners
     - toename welvaart
  • Aanbod blijft gelijk: gevolg:  
      - waterstress
      - fysiek watertekort
      - economisch watertekort
Leg uit hoe door toename van de welvaart de vraag naar water stijgt.
Wat is lastiger op te lossen: fysiek watertekort of economisch watertekort? Leg uit waarom.
Werk samen met je buur. Schrijf het antwoord in jullie schrift.
Alle problemen die zich voordoen als gevolg van een tekort aan schoon water.

Slide 22 - Tekstslide

Waterstress
"Gevolgen van een tekort aan water in een gebied"

Twee soorten:
1. Fysiek watertekort: er is te weinig water in een gebied om aan de wensen van bewoners te voldoen zonder de natuur te verstoren.
2. Economisch watertekort: er is in een gebied te weinig geïnvesteerd om het wel aanwezige water bij de bewoners te brengen. 

Slide 23 - Tekstslide

Wat is een voorbeeld van
economisch water tekort?
A
Te weinig water aanwezig in de ondergrond
B
Te weinig neerslag
C
Te weinig geld om waterpompen te maken
D
Te weinig geld voor irrigatie

Slide 24 - Quizvraag

Wateroorlog
"Conflict om water, in droge gebieden, zoals: Afrika of China"

Wat zijn de belangrijkste problemen?
1. Tekort aan schoon drinkwater;
2. Tekort aan irrigatiewater.
Water
Irrigatiewater is nodig om planten genoeg water te geven in droge gebieden. Dit is nodig om de hongerige bevolking te kunnen voeden.
Een voorbeeld is cirkelirrigatie, zie afbeelding.

Slide 25 - Tekstslide

Perzische golf
Wateroorlog?
= Een gewapend conflict tussen staten om water

2 belangrijkste problemen:
  1. Tekort aan schoon drinkwater
  2. Tekort aan irrigatiewater

Slide 26 - Tekstslide

Water sparen: minder gebruiken
Droge gebieden gebruiken veel vernieuwbaar water, maar dit wordt niet snel aangevuld. De nuttige neerslag is niet hoog in deze gebieden, er verdampt veel water.

Oplossingen zijn:


Druppelirrigatie
Dit is irrigatie door niet ineens heel het land te bevloeien, maar door planten druppelend water te geven. Hierdoor is de verdamping van water minder groot.
Hergebruik
Door water te hergebruiken wordt er water bespaard. Dit kunnen gezinnen bijvoorbeeld doen door regenwater op te vangen en daar hun wc mee door te spoelen.

Slide 27 - Tekstslide

Water sparen: minder gebruiken
Manieren om zuiniger met water om te gaan:
  1. Slimmer irrigeren: More crop by drop (gevolg: beperken verzilting)
  2. Huishoudens en bedrijven moeten minder gebruiken en meer hergebruiken: Duurzaam watergebruik 

Slide 28 - Tekstslide

Verschillende irrigatietechnieken:
  • Oppervlakte-irrigatie
  • Beregening
  • Druppelirrigatie
Verzilting

Slide 29 - Tekstslide

Wat voorkom je met druppelirrigatie?
A
Dat er verzilting plaatsvindt
B
Planten krijgen water
C
Planten groeien minder snel
D
Verdamping van water

Slide 30 - Quizvraag

Piekafvoer = neerslag - verdamping
A
goed
B
fout

Slide 31 - Quizvraag

Wanneer heeft een regenrivier de piekafvoer?
A
Lente & Zomer
B
Herfst & Winter
C
Herfst & Lente
D
Zomer & Winter

Slide 32 - Quizvraag

Hoe noemen we de neerslag die beschikbaar is voor gebruik?
A
Stijgingsregen
B
Neerslagverdeling
C
Nuttige neerslag
D
Piekafvoer

Slide 33 - Quizvraag

Is een tropische orkaan een natuurlijke of menselijke oorzaak voor overstromingen?
A
Natuurlijk
B
Menselijk

Slide 34 - Quizvraag

Waterstress is ernstiger dan waterschaarste.
A
goed
B
fout

Slide 35 - Quizvraag

De bouw van stuwdammen kan leiden tot waterstress.
A
goed
B
fout

Slide 36 - Quizvraag


A
Besproeien
B
Druppelirrigatie
C
Oppervlakte-irrigatie

Slide 37 - Quizvraag


A
Beregening
B
Druppelirrigatie
C
Oppervlakte-irrigatie

Slide 38 - Quizvraag

Dit is ...
A
druppelirrigatie
B
oppervlakte-irrigatie
C
beregening

Slide 39 - Quizvraag

Slide 40 - Tekstslide