Wonder les 2: personages

Nederlands

Wonder van R.C. Palacio 
Les 2: Personages 


HAVO 1 P1 2019-2020
1 / 31
volgende
Slide 1: Tekstslide

In deze les zitten 31 slides, met interactieve quizzen, tekstslides en 1 video.

Onderdelen in deze les

Nederlands

Wonder van R.C. Palacio 
Les 2: Personages 


HAVO 1 P1 2019-2020

Slide 1 - Tekstslide

Choose kind

Om Wonder is in Amerika niet voor niets een hoop te doen geweest. Er werd een grote actie tegen pesten op touw gezet (Choose Kind) en kinderen met een vergelijkbare afwijking spreken zich in weblogs uit.

Slide 2 - Tekstslide

Slide 3 - Video

Vorige les heb je geleerd ...
... wat de begrippen fictie, non-fictie, realistisch en niet-realistisch betekenen.
... hoe je kunt bepalen of een boek fictie of non-fictie is.
... hoe je kunt bepalen of een boek realistisch of niet-realistisch is. 

Wonder = fictie of non-fictie? 
Wonder = realistisch of niet-realistisch?
Wat was je conclusie in de vorige les?

Slide 4 - Tekstslide

Aan het einde van deze les ...
... kun je de hoofdpersonen en de bijpersonen in een verhaal benoemen.
... kun je de medespelers en de figuranten in een verhaal benoemen.
... kun je het uiterlijk, de karaktereigenschappen en de kenmerken van een personage beschrijven.
... kun je de relaties tussen personages in een verhaal beschrijven.

Doel = Je kunt deze begrippen toepassen op Wonder. Dus:
  • Wie is de hoofdpersoon?
  • Wie zijn de bijpersonen? Wie zijn de medespelers en de figuranten?
  • Hoe zien de personages eruit en welke kenmerken en karaktereigenschappen hebben ze?
  • Wat is de relatie tussen de personages?






Slide 5 - Tekstslide

Fictie is ...
A
verzonnen
B
echt gebeurd

Slide 6 - Quizvraag

Realistisch is ...
A
lijkt op de werkelijkheid, kan echt gebeuren
B
lijkt niet op de werkelijkheid, kan niet echt gebeuren

Slide 7 - Quizvraag

Non-fictie
Verhalen, teksten en tv-programma's die niet zijn verzonnen.

Slide 8 - Tekstslide

Realistische fictie

Niet-realistische fictie


Slide 9 - Tekstslide

Slide 10 - Tekstslide

Medespelers en figuranten
Bijfiguren kun je onderverdelen in medespelers en figuranten.

Medespelers
Medespelers spelen een rol in het verhaal, maar minder groot dan die van de hoofdpersoon.
Figuranten 
Figuranten komen enkel voorbij, worden enkel genoemd in het verhaal, maar spelen geen rol in het verhaal.
.

Slide 11 - Tekstslide

Slide 12 - Tekstslide

Slide 13 - Tekstslide

Hoe kun je Spongebob beschrijven?
Wat kun je vertellen over zijn uiterlijk en zijn karaktereigenschappen? Welke kenmerken heeft hij?

Slide 14 - Open vraag

Slide 15 - Tekstslide

Slide 16 - Tekstslide

Hoe kun je de relatie tussen Spongebob en Sandy Wang beschrijven?
(denk aan: familie, vrienden, vijanden, goede/slechte band, helpers/tegenstanders)

Slide 17 - Open vraag

Slide 18 - Tekstslide

Hoe kun je de relatie tussen Spongebob en Eugene Krabs beschrijven?
(denk aan: familie, vrienden, vijanden, goede/slechte band, helpers/tegenstanders)

Slide 19 - Open vraag

Slide 20 - Tekstslide

Hoe kun je de relatie tussen Spongebob en Patrick Ster beschrijven?
(denk aan: familie, vrienden, vijanden, goede/slechte band, helpers/tegenstanders)

Slide 21 - Open vraag

Personages in Wonder

Op de volgende slides volgt een aantal vragen over de personages in Wonder.

Denk goed na over de antwoorden, want je kunt ze goed gebruiken voor de toets! 

Werk eventueel samen met je buur, zodat je kunt overleggen.

Slide 22 - Tekstslide

Conclusie:
1. Wie is de hoofdpersoon in Wonder?
2. Hoe kun je hem/haar beschrijven (kenmerken, uiterlijk, karakter)?

Slide 23 - Open vraag

Conclusie:
3. Wie zijn de 5 belangrijkste bijfiguren (medespelers dus)?
4. Hoe kun je hen beschrijven (kenmerken, uiterlijk, karakter)? Beschrijf ze alle 5.

Slide 24 - Open vraag

Auggie en zijn relatie met de bijpersonen
Auggie wil zijn eigen uiterlijk niet beschrijven, maar Via doet dit op een gegeven moment wel.

Auggies uiterlijk heeft invloed op iedereen die hij tegenkomt. In het boek lees je hoe verschillende personen over Auggie denken en met hem omgaan. Gebruik dit gegeven om de volgende vragen te beantwoorden.

Slide 25 - Tekstslide

Conclusie:
6. Hoe reageert Via op Auggie? Hoe denkt zij over hem en hoe gaat zij met hem om? Hoe zou je hun relatie beschrijven?

Slide 26 - Open vraag

Conclusie:
7. Hoe reageert Jack op Auggie? Hoe denkt hij over hem en hoe gaat hij met hem om? Hoe zou je hun relatie beschrijven?

Slide 27 - Open vraag

Conclusie:
8. Hoe reageert Julian op Auggie? Hoe denkt hij over hem en hoe gaat hij met hem om? Hoe zou je hun relatie beschrijven?

Slide 28 - Open vraag

Conclusie:
9. Hoe reageert Summer op Auggie? Hoe denkt zij over hem en hoe gaat zij met hem om? Hoe zou je hun relatie beschrijven?

Slide 29 - Open vraag

Conclusie:
10. Hoe reageren Auggies ouders op hem? Hoe denken zij over hem en hoe gaan zij met hem om? Hoe zou je hun relatie beschrijven?

Slide 30 - Open vraag

Conclusie:
11. Wie zijn de figuranten in het verhaal? Noem er 5.

Slide 31 - Open vraag