Wonder les 2: personages

Nederlands

Wonder van R.C. Palacio 
Les 2: Personages 


VWO 1 P1 2023-2024
1 / 44
volgende
Slide 1: Tekstslide
NederlandsMiddelbare schoolvwoLeerjaar 1

In deze les zitten 44 slides, met interactieve quizzen, tekstslides en 1 video.

time-iconLesduur is: 45 min

Onderdelen in deze les

Nederlands

Wonder van R.C. Palacio 
Les 2: Personages 


VWO 1 P1 2023-2024

Slide 1 - Tekstslide

Choose kind


Om Wonder is in Amerika niet voor niets een hoop te doen geweest. Er werd een grote actie tegen pesten op touw gezet (Choose Kind). 
Op de volgende slide zie je het filmpje dat gemaakt is voor deze actie. 

Slide 2 - Tekstslide

Slide 3 - Video

Vorige les heb je geleerd ...
... wat de begrippen fictie, non-fictie, realistisch en niet-realistisch betekenen.
... hoe je bepaalt of een tekst fictie of non-fictie is.
... hoe je bepaalt of een tekst realistisch of niet-realistisch is. 

Wonder = fictie of non-fictie? 
Wonder = realistisch of niet-realistisch?
Wat was je conclusie in de vorige les?

Slide 4 - Tekstslide

Herhaling: Non-fictie

Kijk nog eens goed naar de voorbeelden. Ze kunnen je helpen om de volgende vraag (op de volgende slide) te beantwoorden.

Slide 5 - Tekstslide

Herhaling:

Fictie is ...
A
verzonnen
B
echt gebeurd

Slide 6 - Quizvraag

Herhaling: Realistische fictie

Herhaling: Niet-realistische fictie
Kijk nog eens goed naar de voorbeelden. Ze kunnen je helpen om de volgende vraag (op de volgende slide) te beantwoorden.

Slide 7 - Tekstslide

Herhaling:

Realistisch is ...
A
lijkt op de werkelijkheid, kan echt gebeuren
B
lijkt niet op de werkelijkheid, kan niet echt gebeuren

Slide 8 - Quizvraag

Aan het einde van deze les ...
... ken je alle begrippen die te maken hebben met de personages in een verhaal en kun je...

  • de hoofdpersonen, bijpersonen, medespelers, figuranten, helpers en   tegenstanders in een verhaal benoemen.
  • het uiterlijk, de karaktereigenschappen en de kenmerken van een   personage beschrijven.
  • de relaties tussen personages in een verhaal beschrijven.






Slide 9 - Tekstslide

Doel: Toepassen op Wonder
Doel = Je kunt deze begrippen toepassen op Wonder. Dus:

  • Wie is de hoofdpersoon in Wonder? Wie zijn de bijpersonen; de   medespelers, de figuranten, helpers en tegenstanders?
  • Hoe zien de personages eruit, welke kenmerken en   karaktereigenschappen hebben ze?
  • Wat is de relatie tussen de personages?






Slide 10 - Tekstslide

Slide 11 - Tekstslide

Medespelers en figuranten
Bijfiguren kun je onderverdelen in medespelers en figuranten.

Medespelers
Medespelers spelen een rol in het verhaal, maar minder groot dan die van de hoofdpersoon.
Figuranten 
Figuranten komen enkel voorbij, worden enkel genoemd in het verhaal, maar spelen geen rol in het verhaal.
.

Slide 12 - Tekstslide

Slide 13 - Tekstslide

Slide 14 - Tekstslide

Personages
Op de volgende slides volgt een aantal personages.

Wie is dit?
Wat kun je allemaal over hem vertellen?
  • Kenmerken?
  • Uiterlijk?
  • Karakter?

Slide 15 - Tekstslide

Welke personage is dit?

Slide 16 - Tekstslide

Wie is dit?

Slide 17 - Tekstslide

Wie is dit?

Slide 18 - Tekstslide

Wie is dit?

Slide 19 - Tekstslide

Aan de slag!
  • Log in bij LessonUp.
  • Ga naar: Wonder les 2 - slide 21
  • Maak de opdrachten t/m slide 28.

Let op!
Eerst zie je steeds een afbeelding van een personage. Op de slide daarna volgen de vragen. 

Slide 20 - Tekstslide

Ken je dit personage niet (goed)? Kies dan zelf een ander personage.
Beantwoord de vragen op de volgende slide.

Slide 21 - Tekstslide

Beschrijf Spongebob.
1. Hoe ziet hij eruit? 2. Welke kenmerken heeft hij? 3. Welke karaktereigenschappen heeft hij?

Slide 22 - Open vraag

Sandy Wang
Heb je voor een ander personage gekozen bij de vorige vragen? Kies dan bij deze vraag voor een persoon met wie dit personage een relatie heeft en beschrijf die relatie. 
Beantwoord de vragen op de volgende slide.

Slide 23 - Tekstslide

2. Beschrijf de relatie tussen Spongebob en Sandy Wang?

(denk aan: familie, vrienden, vijanden, goede/slechte band, helpers/tegenstanders)

Slide 24 - Open vraag

Heb je voor een ander personage gekozen bij de vorige vragen? Kies dan bij deze vraag voor een persoon met wie dit personage een relatie heeft en beschrijf die relatie. 
Eugene Krabs 
Beantwoord de vragen op de volgende slide.

Slide 25 - Tekstslide

3. Beschrijf de relatie tussen Spongebob en Eugene Krabs.

(denk aan: familie, vrienden, vijanden, goede/slechte band, helpers/tegenstanders)

Slide 26 - Open vraag

Heb je voor een ander personage gekozen bij de vorige vragen? Kies dan bij deze vraag voor een persoon met wie dit personage een relatie heeft en beschrijf die relatie. 
Patrick Ster
Beantwoord de vragen op de volgende slide.

Slide 27 - Tekstslide

4. Beschrijf de relatie tussen Spongebob en Patrick Ster.

(denk aan: familie, vrienden, vijanden, goede/slechte band, helpers/tegenstanders)

Slide 28 - Open vraag

Aan de slag met ...
...de personages in Wonder.

Nu ga je onderzoeken hoe het zit met de personages in Wonder:
  • Wie is de hoofdpersoon? Wie zijn de bijpersonen; medespelers (helpers   en tegenstanders) en figuranten?
  • Wat zijn de kenmerken van de personages? Hoe zien ze er uit? Wat zijn   hun karaktereigenschappen?
  • Wat is hun relatie tot Auggie en de andere personages?

Slide 29 - Tekstslide

Aan de slag!
Je kunt dit op verschillende manieren doen. Maak een keuze.
  • Optie A: Beantwoord de vragen op slide 34 t/m 43.
  • Optie B: Vul een sociogram in 
  • Optie C: Maak een schema 
  • Optie D: Maak een vriendenboekje

Denk goed na over de antwoorden, want je kunt ze goed gebruiken voor de toets! Werk eventueel samen met je buur, zodat je kunt overleggen.

Slide 30 - Tekstslide

Sociogram

Slide 31 - Tekstslide

Vriendenboekje

Slide 32 - Tekstslide

Schema

Slide 33 - Tekstslide

Conclusie:
1. Wie is de hoofdpersoon in Wonder?
2. Hoe kun je hem/haar beschrijven (kenmerken, uiterlijk, karakter)?

Slide 34 - Open vraag

Conclusie:
3. Wie zijn de 5 belangrijkste bijfiguren (medespelers dus)?
4. Hoe kun je hen beschrijven (kenmerken, uiterlijk, karakter)? Beschrijf ze alle 5.

Slide 35 - Open vraag

Auggie en zijn relatie met de bijpersonen
Auggie wil zijn eigen uiterlijk niet beschrijven, maar Via doet dit op een gegeven moment wel.

Auggies uiterlijk heeft invloed op iedereen die hij tegenkomt. In het boek lees je hoe verschillende personen over Auggie denken en met hem omgaan. Gebruik dit gegeven om de volgende vragen te beantwoorden.

Slide 36 - Tekstslide

Conclusie:
6. Hoe reageert Via op Auggie? Hoe denkt zij over hem en hoe gaat zij met hem om? Hoe zou je hun relatie beschrijven?

Slide 37 - Open vraag

Conclusie:
7. Hoe reageert Jack op Auggie? Hoe denkt hij over hem en hoe gaat hij met hem om? Hoe zou je hun relatie beschrijven?

Slide 38 - Open vraag

Conclusie:
8. Hoe reageert Julian op Auggie? Hoe denkt hij over hem en hoe gaat hij met hem om? Hoe zou je hun relatie beschrijven?

Slide 39 - Open vraag

Conclusie:
9. Hoe reageert Summer op Auggie? Hoe denkt zij over hem en hoe gaat zij met hem om? Hoe zou je hun relatie beschrijven?

Slide 40 - Open vraag

Conclusie:
10. Hoe reageren Auggies ouders op hem? Hoe denken zij over hem en hoe gaan zij met hem om? Hoe zou je hun relatie beschrijven?

Slide 41 - Open vraag

Conclusie:
11. Wie van de bijfiguren zijn helpers en wie zijn tegenstanders?

Slide 42 - Open vraag

Conclusie:
12. Wie zijn de figuranten in het verhaal? Noem er 5.

Slide 43 - Open vraag

Slide 44 - Tekstslide