Administratie hoofdstuk 3

Administratie hoofdstuk 3
Boekingsstukken verwerken
1 / 16
volgende
Slide 1: Tekstslide
Economie & OndernemenMiddelbare schoolvmbo kLeerjaar 1

In deze les zitten 16 slides, met interactieve quizzen, tekstslides en 1 video.

time-iconLesduur is: 60 min

Onderdelen in deze les

Administratie hoofdstuk 3
Boekingsstukken verwerken

Slide 1 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Wat ga je leren?
  • Boekingsstukken verwerken in de boekhouding
  • Welke boekingsstukken bijdragen aan de winst van een bedrijf
  • Waarom een bedrijf een boekhouding bijhoudt 

Slide 2 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Slide 3 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Bezittingen
In de boekhouding zijn de bezittingen verdeeld in groepen. De waarde van deze groepen houd je bij in de boekhouding. Voorbeelden zijn:

  • Gebouw
  • Inventaris
  • Voorraad
  • Kas
  • Bank
  • Debiteuren
  • Te vorderen btw.

Slide 4 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Schulden (vreemdvermogen)
We noemen schulden bij de bank of andere bedrijven het vreemd vermogen.
De waarde van de schulden houd je bij in de boekhouding. Voorbeelden van schulden aan anderen zijn:

  • Hypotheek
  • Lening
  • Crediteuren
  • Te betalen btw.

Slide 5 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Schulden (eigen vermogen)
Het geld dat de eigenaar van een bedrijf investeert in het bedrijf noemen we het eigen vermogen. Dit is feitelijk een schuld van het bedrijf aan de eigenaar.

Slide 6 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Slide 7 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Liquide middelen
Eigen vermogen
Kort vreemd vermogen
Lang vreemd vermogen
Vaste activa
Vlottende activa

Slide 8 - Sleepvraag

Lang vreemd vermogen is minimaal 1 jaar.

Activa welke regulier langer dan 1 jaar op de balans van een onderneming staan worden aangeduid als vaste activa, als vlottende activa worden alle zaken beschouwd welke over het algemeen binnen de termijn van 1 jaar in geld zijn om te zetten, zoals debiteuren en voorraden.
Liquide middelen
Vaste activa
Vlottende activa
Eigen vermogen
Kort vreemd vermogen
Lang vreemd vermogen
Gebouw
Bedrijfsterrein
Rabobank rekening
Kas
Debiteuren
Aandelen
Lening (5 jaar)
Hypothecaire lening
Crediteuren
Lening (<1 jaar)

Slide 9 - Sleepvraag

Deze slide heeft geen instructies

Boekingsstukken
verandering in bezit of schuld moet het bedrijf een bewijs, een boekingsstuk, hebben.
Verschillende boekingstukken zijn:
kassabon, een (in/verkoop)factuur of een bankafschrift.

Slide 10 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Soorten boekingstukken

Slide 11 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Sleep de juiste naam naar de juiste factuur (je werkt voor Hands on trends)
Inkoopfactuur 
Verkoopfactuur

Slide 12 - Sleepvraag

Deze slide heeft geen instructies

Boekingsnummer (uniek)
  • K = kasstukken
  •  B = Bankstukken
  • IF = inkoopfactuur
  • VF = verkoopfactuur
  • DP = diverse posten

Slide 13 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Slide 14 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Te betalen BTW en te vorderen BTW
  • Te betalen BTW over de verkochte producten
  • Te vorderen BTW over de ingekochte producten 

Slide 15 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Slide 16 - Video

Deze slide heeft geen instructies