3.3: Machtige heren, halfvrije boeren (2)

3.3: Machtige heren, halfvrije boeren
1 / 15
volgende
Slide 1: Tekstslide
GeschiedenisMiddelbare schoolmavoLeerjaar 1

In deze les zitten 15 slides, met interactieve quizzen en tekstslides.

time-iconLesduur is: 50 min

Onderdelen in deze les

3.3: Machtige heren, halfvrije boeren

Slide 1 - Tekstslide

Deze les:

  • herhaling hofstelsel
  • afronden paragraaf 3.3
  • aan de slag met opdrachten

Slide 2 - Tekstslide

Aan het einde van deze les:
... kun je in je eigen woorden het hofstelsel uitleggen.
... kun je uitleggen wat de verschillen en overeenkomsten zijn tussen horige en vrije boeren.
... kun je uitleggen uit welke drie standen de maatschappij in de middeleeuwen bestond.
... Begrippen: privilege, heerlijke rechten, stand.

Slide 3 - Tekstslide

Verschillen tussen horige en vrije boeren

Slide 4 - Woordweb

overeenkomsten tussen horige boeren en vrije boeren

Slide 5 - Woordweb

Akkers van de landheer
Het hof
Pacht
Akkers van de horigen
Bescherming
Herendiensten

Slide 6 - Sleepvraag

het hofstelsel

Slide 7 - Tekstslide

Vervolg paragraaf 3.3
De standenmaatschappij in de Middeleeuwen

stand: een groep met een vaste sociale positie.

Slide 8 - Tekstslide

Standen in de middeleeuwen:
  1. Eerste stand: de Geestelijken, de mensen die in dienst zijn van de kerk. (bidden)
  2. Tweede standEdelen: de koning, leenmannen en sommige ridders. Besturen, rechtspreken en verdedigen van het gebied. (vechten)
  3. Derde stand: de rest van de bevolking: vooral boeren, zij zorgen voor het voedsel. (werken)

Slide 9 - Tekstslide

Ongelijkheid: 
De eerste en tweede stand hadden privileges: speciaal recht, voorrechten. ten opzichte van de derde stand. 

Ook hadden ze heerlijke rechten: recht van de heer in het gebied. 

Slide 10 - Tekstslide

De eerste stand:

Slide 11 - Tekstslide

De tweede stand:

Slide 12 - Tekstslide

De derde stand:

Slide 13 - Tekstslide

De geestelijken
De edelen
De boeren

Slide 14 - Sleepvraag

Aan de slag:
Lees de theorie van paragraaf 3.3 en maak daarna paragraaf 3.3 af (=huiswerk)

Slide 15 - Tekstslide