week 5, 6

Donderdag 3 februari
Literatuurgeschiedenis

Verlichting
Romantiek
1 / 32
volgende
Slide 1: Tekstslide
NederlandsMiddelbare schoolhavoLeerjaar 5

In deze les zitten 32 slides, met tekstslides en 3 videos.

Onderdelen in deze les

Donderdag 3 februari
Literatuurgeschiedenis

Verlichting
Romantiek

Slide 1 - Tekstslide

Leerdoelen van deze periode:
Aan het einde van deze periode ken je de grote lijnen van de literatuurgeschiedenis van de middeleeuwen tot heden en kun je vragen over de periodes beantwoorden.
Aan het einde van deze periode heb je in totaal zeven boeken gelezen voor je lijst en twee gedichten uitgezocht, gelezen en geanalyseerd. Je kunt vragen over de boeken en gedichten beantwoorden en verbanden leggen tussen de gelezen werken.

Slide 2 - Tekstslide

Vorige les
Vorige keer behandelden we de literatuur in de middeleeuwen en de renaissance.

Slide 3 - Tekstslide

Bij welke periode past:
'memento mori': gedenk te sterven (bedenk dat je sterfelijk bent)

Slide 4 - Tekstslide

Bij welke past:
'carpe diem': pluk de dag (geniet van vandaag en ben niet altijd bezig met morgen en gisteren'

Slide 5 - Tekstslide

Deze les
Leerdoelen:
  • De grote lijnen kennen van de literatuurgeschiedenis van de verlichting en de romantiek.
Wat ga je doen?
Aantekeningen maken. Je maakt aantekeningen van de hoofdlijnen van de literatuurgeschiedenis.

Slide 6 - Tekstslide

Periodisering
Globale indeling in perioden:

De middeleeuwen (1100 - 1500)
De renaissance (1500 - 1700)
De verlichting (1700 - 1800)
De romantiek (1800 - 1880)

Slide 7 - Tekstslide

Literatuurgeschiedenis: De verlichting (1700-1800)
Het verstand staat centraal:
cogito ergo sum: ik denk dus ik besta

Literatuur in een notendop:

  • de encyclopedie: literatuur als middel om de lezer nieuwe en opvattingen te bieden



Slide 8 - Tekstslide

de verlichting
  • tijdschriften: hierin waren niet alleen ideeën over allerlei onderwerpen te vinden, maar ook fictieve verhalen. (De Hollandse spectator)
  •  kinderliteratuur
  • briefromans (Sara Burgerhart van Betje Wolf en Aagje Deken)

Slide 9 - Tekstslide

Slide 10 - Video

Kinderliteratuur
Belangrijkste Nederlandse auteur?
Wat schreef hij?
Belangrijkste doel van de kinderliteratuur?

Slide 11 - Tekstslide

Romantische literatuur (1800-1880)
Het gevoel staat centraal.
Ik voel dus ik besta

Literatuur is een manier om te vluchten uit het hier en nu.
  • Kritiek op de burgerlijke maatschappij (Max Havelaar van Multatuli)

Slide 12 - Tekstslide

Slide 13 - Video

Romantische literatuur
  • Humoristische verhalen ( Camera Obscura van Nicolaas Beets)
  • Humoristische gedichten, vooral 'zwarte' humor (Snikken en grimlachjes van Piet Paaltjens)

Slide 14 - Tekstslide

Aan Rika

Slide 15 - Tekstslide

AAN RIKA

   Slechts éénmaal heb ik u gezien. Gij waart
   Gezeten in een sneltrein, die den trein,
   Waar ik mee reed, passeerde in volle vaart.
   De kennismaking kon niet korter zijn.

   En toch, zij duurde lang genoeg, om mij
   Het eindloos levenspad met fletsen lach
   Te doen vervolgen. Ach! geen enkel blij
   Glimlachje liet ik meer, sinds ik u zag.

   Waarom ook hebt gij van dat blonde haar,
   Daar de engelen aan te kennen zijn? En dan,
   Waarom blauwe ogen, wonderdiep en klaar?
   Gij wist toch, dat ik daar niet tegen kan?

   En waarom mij dan zo voorbijgesneld,
   En niet als de weerlicht 't rijtuig opgerukt,
   En om mijn hals uw armen vastgekneld,
   En op mijn mond uw lippen vastgedrukt?

   Gij vreesdet mooglijk voor een spoorwegramp?
   Maar, Rika, wat kon zaalger voor mij zijn,
   Dan, onder hels geratel en gestamp,
   Met u verplet te worden door één trein?

    Piet Paaltjens

Slide 16 - Tekstslide


   Gij vreesdet mooglijk voor een spoorwegramp?
   Maar, Rika, wat kon zaalger voor mij zijn,
   Dan, onder hels geratel en gestamp,
   Met u verplet te worden door één trein?

Piet Paaltjens



Nog een gedicht van Piet Paaltjens, De zelfmoordenaar.

Slide 17 - Tekstslide

Slide 18 - Video

Volgende les:
  • Lees alles nog eens door: Laagland theorieboek, blz.105 en 106.
  • Neem je leesboek mee. 
  • We gaan morgen ook aan de slag met gedichten.

Slide 19 - Tekstslide

Poëzie

Slide 20 - Tekstslide

Lesdoelen:
  • We vragen ons af wat poëzie is.
  • Lezen in Laagland Cursus 4, blz. 43 t/m 48.
  • Oefenen aan de hand van het stappenplan met poëzieanalyse.
  • Gaan een gedicht analyseren.
  • Checken of het gelukt is met het bemachtigen van de boeken. 

Slide 21 - Tekstslide

Poëzie
Wat is poëzie?

Slide 22 - Tekstslide

Poëzie
Dit is poëzie!

Slide 23 - Tekstslide

Poëzie
Lees maar 'ns goed, er staat niet wat er staat!
Het is lang niet altijd moeilijk of onbegrijpelijk.
Gedichten worden vaak gebruikt om gevoelens te uiten.
Waarom?
Je kunt alles veel indringender, scherper en vaak beknopter zeggen.

Slide 24 - Tekstslide

Vier reacties op poëzie:
  1. Je vindt het geweldig, mooi, het gedicht raakt je.
  2. Je vindt het gedicht afgezaagd, slordig, betuttelend, clichématig.
  3. Je ziet dat het origineel is, snapt wat de dichter wil zeggen, maar het doet je toch niets.
  4. Je begrijpt er geen bal van.

Slide 25 - Tekstslide

Laagland theorieboek
Lees de theorie over het lezen van gedichten voor jezelf door.
Het gaat om blz. 43 tot en met 49

Slide 26 - Tekstslide

Twee soorten gedichten:
Traditionele gedichten
Modernistische gedichten

Slide 27 - Tekstslide

Donderdag 10 februari
Lesdoelen:
  • We bespreken het stappenplan
  • We bekijken de theorie op de hand-outs over het analyseren van gedichten
  • We analyseren het gedicht 'De wolken' en maken aantekeningen
  • We bekijken het betoog (laatste 10 minuten)

Slide 28 - Tekstslide

Poëzieanalyse
Een stappenplan:
  1. Lees het gedicht een aantal keer zorgvuldig.
  2. Schrijf je eerste reactie op het gedicht op.
  3. Zoek de betekenis van moeilijke woorden op en noteer deze.
  4. Beschrijf alle vormkenmerken.

Slide 29 - Tekstslide

Vervolg poëzieanalyse
5. Beschrijf en 'verklaar' de stijlmiddelen.
6. Geef jouw interpretatie van het gedicht. Wat bedoelde de dichter volgens jou?
7. Geef een beargumenteerd oordeel: 'Dit gedicht vind ik ..., want ....'

Slide 30 - Tekstslide

De wolken
Ik droeg nog kleine kleren, en ik lag
Lang-uit met moeder in de warme hei,
De wolken schoven boven ons voorbij
En moeder vroeg wat 'k in de wolken zag.

En ik riep: Scandinavië, en: eenden,
Daar gaat een dame, met een herder-
De wond'ren werden woord en dreven verder,
Maar 'k zag dat moeder met een glimlach weende.

Toen kwam de tijd dat 'k niet naar boven keek,
Ofschoon de hemel vol van wolken hing,
Ik greep niet naar de vlucht van 't vreemde ding
Dat met zijn schaduw langs mijn leven streek.

-Nu ligt mijn jongen naast mij in de heide
En wijst me wat hij in de wolken ziet,
Nu schrei ik zelf, en zie in het verschiet
De verre wolken waarom mijn moeder schreide-
Nijhoff, M. (1924). Uit: Verzamelde gedichten. Den Haag: Bert Bakker

Slide 31 - Tekstslide

Vrijdag 11 februari, 4e uur
  • Neem je Laagland theorieboek mee.
  •  Neem je schrift mee, want je maakt aantekeningen van de hoofdlijnen van de literatuurgeschiedenis. 
  • Je neemt je eigen gedichten mee.
  • LET OP: je kiest twee gedichten van dichters van de lijst.(zie studiewijzer 'Schoolexamen 3 Nederlands 5 havo') Daar vind je de lijst op blz. 3 en 4.

Slide 32 - Tekstslide