Hoogbegaafdheid

Passend onderwijs - hoogbegaafdheid
Geen stoornis, maar wat is het dan wel?
1 / 17
volgende
Slide 1: Tekstslide
EngelsHBOStudiejaar 3

In deze les zitten 17 slides, met interactieve quizzen en tekstslides.

Onderdelen in deze les

Passend onderwijs - hoogbegaafdheid
Geen stoornis, maar wat is het dan wel?

Slide 1 - Tekstslide

Slide 2 - Tekstslide

Slide 3 - Tekstslide

Slide 4 - Tekstslide

Hoogbegaafdheid 
Slim 
Slecht presteren
Zitten op minimaal het vwo of gymnasium
Zijn altijd succesvol
Kunnen gedragsproblemen vertonen
Hebben nergens moeite mee
Eenzaam
verschillende typen
Lopen sociaal achter

Slide 5 - Sleepvraag

Kenmerken (Horeweg, 2015)
  • De leerling heeft een hoog IQ (boven de 130).
  • Kan goed geconcentreerd lang met een taak bezig zijn en heeft voldoende doorzettingsvermogen.
  • De leerling kan goed en op een originele manier problemen oplossen (creatief denkvermogen) 
  • Maakt grote leerstappen.
  • Een hoogbegaafd kind is bovendien erg leergierig.
  • Hoogbegaafde leerlingen vallen al snel op doordat zij begaafdheden hebben op meerdere gebieden: motorisch, sociaal of artistiek.

Slide 6 - Tekstslide

Dus wat klagen we dan? Dit kind haalt het toch makkelijk?
Hoogbegaafde leerlingen voelen zich nogal een onbegrepen of eenzaam. Als deze leerlingen niet op hun niveau worden aangesproken, ontstaan er risico’s van demotivatie, onder prestaties en gedragsproblemen. De volgende signalen kunnen daarop duiden (de Jong, 2010, p. 25):

  • onaangepast gedrag in de klas, aandacht vragen niet luisteren
  • oppositioneel gedrag, volgt instructies van de leerkracht niet op, zeker als er geen uitleg bij gegeven wordt
  • afname van prestaties, weigering routinematige werkzaamheden te doen en slordig werken
  • weigering van nieuwe activiteiten of leerstof, uit angst te mislukken
  • lage scoren op de populariteitschaal
  • een slecht zelfbeeld, vergeetachtigheid, weigering hulp te aanvaarden

Slide 7 - Tekstslide

Heeft goede sociale vaardigheden, werkt zonder bevestiging, werkt zelfstandig, ontwikkelt eigen doelen, is creatief, komt op voor eigen opvattingen en neemt risico.
Deze leerling levert goede prestaties en is heel perfectionistisch. Als docent kan je deze herkennen door zijn/haar goede prestaties op verschillende gebieden. Vermijdt risico en zoekt bevestiging bij de docent. 

Slide 8 - Sleepvraag

Wat heeft deze leerling nodig volgens jou?
A
Positieve feedback
B
Rolmodel zijn
C
Afspraken over gedrag
D
Uitdaging

Slide 9 - Quizvraag

Ontkend zijn of haar begaafdheid, vermijdt uitdaging, zoekt sociale acceptatie en wisselt in vriendschappen. 
Is creatief, zoekt buitenschoolse uitdaging, isoleert zichzelf, verstoort, presteert gemiddeld of minder, bekritiseert zichzelf en anderen
Komt op voor eigen opvattingen, is creatief, competitief, eerlijk en direct en heeft grote stemmingswisselingen.

Slide 10 - Sleepvraag

Wat zou deze leerling nodig kunnen hebben?

Slide 11 - Woordweb

presteert gemiddeld of minder (als gevolg van onderliggende gedragsproblemen), verstoort, werkt inconsistent. 
heeft goede sociale vaardigheden, werkt zonder bevestiging, werkt zelfstandig, ontwikkelt eigen doelen, is creatief, komt op voor eigen opvattingen en neemt risico.
ontkend zijn of haar begaafdheid, vermijdt uitdaging, zoekt sociale acceptatie en wisselt in vriendschappen. 

Slide 12 - Sleepvraag

Zes profielen Betts and Neihart (2010). 

Slide 13 - Tekstslide

Algemene tips
• Vermijd leren volgens routines en herhaling. Als de leeromgeving wordt aangepast, voorkom je gedragsproblemen. 

• Hoogbegaafde leerlingen hebben er veel aan als docenten hun manier van denken accepteren en deze waar mogelijk tegemoetkomen.
 
• Wees tolerant voor het ‘ik weet het beter dan de docent-gedrag’, ga geen machtsstrijd aan. Sta de non-conformiteit van de leerling toe en probeer de leerling te leren hoe anderen dit gedrag vinden.

Slide 14 - Tekstslide

• Vermijd leren volgens routines en herhaling. Als de leeromgeving wordt aangepast, voorkom je gedragsproblemen. 

• Hoogbegaafde leerlingen hebben er veel aan als docenten hun manier van denken accepteren en deze waar mogelijk tegemoetkomen.
 
• Wees tolerant voor het ‘ik weet het beter dan de docent-gedrag’, ga geen machtsstrijd aan. Sta de non-conformiteit van de leerling toe en probeer de leerling te leren hoe anderen dit gedrag vinden.

Slide 15 - Tekstslide

Slide 16 - Tekstslide

Waar denk je nu aan bij
hoogbegaafdheid?

Slide 17 - Woordweb