Les 4 Observeren Signaleren en Rapporteren

Observeren Signaleren en Rapporteren
Les 4 : Observatietechnieken en methoden 



Lesduur: 90 min
1 / 28
volgende
Slide 1: Tekstslide
BeroepsorientatieMBOStudiejaar 1

In deze les zitten 28 slides, met interactieve quizzen en tekstslides.

Onderdelen in deze les

Observeren Signaleren en Rapporteren
Les 4 : Observatietechnieken en methoden 



Lesduur: 90 min

Slide 1 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Energizer

Slide 2 - Tekstslide

Moonwalking bear - leuk om de les mee te starten!
Programma
  1. Lesdoelen
  2. Algemene planning 
  3. Terugblik vorige les 
  4. Huiswerk bespreken en vragen 

  5. Theorie 1 ''Observatiemethoden en technieken''

  6. Zelfstandig werken
  7. Lesdoelen check en Afsluiting les
Lesmateriaal/ Boek:
Methodisch begeleiden

Slide 3 - Tekstslide

Deel 1: 90 min (2 x45 min)

Welkom AWR  5 min 
Energizer 5 
Programma doornemen 5
Lesdoelen + planning 5 min 
Terugblik + huiswerk doornemen 20 min 
-----------------------------------------40 min 

Theorie (veel herhaling dus kan sneller) 
-------------------------------------------------20-25 min (incl. 10 min opdrachtje) 


Zelfstandig werken (start maken rest is huiswerk) 20 min 

Afsluiting lesdoelen 5-10 min 


Lesdoelen
Aan het einde van deze les kun jij:

- De verschillende observatiemethoden vanuit de theorie omschrijven en toepassen in een opdracht. Het gaat dan om gestructureerde observatie, contextuele observatie, interval observatie,  protocollaire observatie of een vrije observatie


- Je kunt de verschillende observatietechnieken vanuit de theorie omschrijven en toepassen. 
Het gaat dan om  de technieken participerend en niet participerend 






Slide 4 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Algemene planning (herhaling vorige les) 

Slide 5 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Terugblik vorige les- check je kennis! 

Slide 6 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Welke definitie past het best bij deze omschrijving:

''Op basis van een positieve ervaring vorm je een positief beeld van de ander. De negatieve eigenschappen van deze persoon zie je daardoor helemaal niet.''
A
Horn effect
B
Projectie
C
Moraliseren
D
Halo effect

Slide 7 - Quizvraag

Deze slide heeft geen instructies

Welke definitie past het best bij deze omschrijving:

Je hebt een vaststaand beeld van een groep of een individu. Je neemt eigenlijk zomaar iets aan. Voorbeelden: vrouwen zijn geschikter in de zorg dan mannen.
A
Horn effect
B
Stereotype
C
Moraliseren
D
Halo effect

Slide 8 - Quizvraag

Deze slide heeft geen instructies

Welke definitie past het best bij deze omschrijving:

''Je vertelt de ander wat hij/zij moet doen volgens jouw normen/waarden/ideeën. Hierin geef je hem/haar dus geen zelfregie''
A
Stereotype
B
Foutief interpreteren
C
Horn-effect
D
Moraliseren

Slide 9 - Quizvraag

Deze slide heeft geen instructies

Welke factoren kunnen je observatie beïnvloeden (denk aan interne factoren van jou/cliënt en externe factoren)

Slide 10 - Open vraag

Deze slide heeft geen instructies

Huiswerk/opdrachten  bespreken lesweek 3 
Zie planner: 
  • Leeractiviteit  6  erbij pakken en klassikaal bespreken. Is het gelukt voor iedereen om deze in te vullen? 

  • Leeractiviteit 5 (antwoorden kunnen studenten zelf vinden in de leeractiviteiten, blz 10) 

  • Boomonderwijs: Methodisch begeleiden, Thema 3 - Verwerkingsopdrachten  10 & 12 

Slide 11 - Tekstslide

Check ter voorbereiding Methodisch begeleiden Thema 3 

contextuele observatie

is niet de cliënt het middelpunt, maar juist zijn omgeving

intervalobservatie
observeer je op wisselende tijden. Dit doe je aan de hand van je observatiedoel en observatievragen. Je legt vooraf vast wanneer je gaat observeren. Je gebruikt telkens dezelfde middelen en dezelfde methode.

niet-participerend observeren,
 gestructureerde observatie
noem je ook wel extern observeren. Bij deze manier van observeren ben je wel aanwezig in de groep, maar neem je niet deel aan de activiteiten. Je richt je volledig op de observatie
participerend observeren
noem je ook wel intern observeren. Je bent dan actief bezig in de groep, terwijl je meteen ook observeert


vrije  observatie: Bij de vrije observatie werk je zoals altijd met een doel. Maar je observatievragen zijn nog niet concreet.

protocollaire observatie :maak je gebruik van een observatieprotocol en/of observatieschema. In het schema staan de observatiepunten.
Vragenronde? Nog vragen voor we met nieuwe theorie starten? 

Slide 12 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Theoretische gedeelte 1 
Pak je pen/papier/laptop erbij voor aantekeningen!!

Houd rekening met elkaar en focus je op de instructie/uitleg!       

LET OP!  GEBRUIK DE BEGRIPPEN VOOR JE MZ WOORDENBOEK
 
Lesmateriaal/ Boek:
Methodisch begeleiden 
Thema 3.3 en 3.4 

Slide 13 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Hoe zat het ook alweer?  
Kijk naar dit plaatje en beantwoord de volgende vragen

Slide 14 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Observatie of interpretatie: Jongetje heeft chocola gepikt
A
Interpretatie
B
Observatie

Slide 15 - Quizvraag

Deze slide heeft geen instructies

Objectief of subjectief: zijn mondje en handen zitten vol met chocola
A
objectief
B
subjectief

Slide 16 - Quizvraag

Deze slide heeft geen instructies

Observeren = zo objectief mogelijk 
- Volgens plan en doelgericht  
- Concreet waarneembaar gedrag 
- Je bewust zijn van de factoren die van invloed kunnen zijn intern/extern 


Als je gaat observeren dan maak je een keuze in participerend of niet participerend / gestructureerd of ongestructureerd. 
In de volgende dia's staan we hier even bij stil middels een opdracht 


Slide 17 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Participerend observeren
Participerend observeren= intern observeren



Voordelen
Nadelen
+ Wanneer de vraagstelling nog niet concreet is. 
+ Praktisch: er is niet altijd iemand aanwezig die jouw taken kan overnemen als jij observeert

- Vraagt veel van de observant 
 
- De observant kan invloed uitoefenen op de situatie

Slide 18 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Opdracht in tweetallen: 
Opdracht: zonder boek. Pak je aantekeningen erbij en denk goed na wat je de afgelopen lessen hebt gehad. 
Kun je het schema ook invullen voor niet- participerend observeren: 




Na 8-10 minuten bespreken we het klassikaal na. 

Voordelen 
Nadelen
timer
10:00

Slide 19 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Gestructureerd/ongestructureerd 
Gestructureerde observatie : 
Je werkt met een exact doel - je hebt een duidelijke observatievraag. Vaak registreer je door bijv. turven.

Ongestructureerd observatie: 
''Vrije observatie'' - Je werkt met een doel maar nog niet met concrete observatievragen. Dit doe je vaak als vooronderzoek. Je verzamelt zoveel mogelijk feitelijke gedragingen.  

Slide 20 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Verschillende observatiemethoden herhaling 
(Thema 3.4 uit Methodisch begeleiden)
Observatiemethoden zijn:
Weten jullie de rode begrippen nog en kunnen jullie dit uitleggen?
Check klas (zoeken ze even op)

  • vrije observatie ( zie vorige dia) 
  • gestructureerde observatie (zie vorige dia) 
  • intervalobservatie 
  • contextuele observatie
  • protocollaire observatie

Slide 21 - Tekstslide

Wanneer je een intervalobservatie uitvoert, observeer je op wisselende tijden. 

Tijdens contextuele observatie is niet de cliënt het middelpunt, maar juist zijn omgeving. 

Bij protocollaire observatie maak je gebruik van een observatieprotocol en/of observatieschema. 
Zelfstandig werken 
Dit betekent: 
- Stilte in de klas
- Fluisteren bij overleg
- Vragen? Steek je hand op!
- Muziek in oortjes mag 
- Neem de dia's zelfstandig door en steek je hand op als je vragen hebt over de tekst/inhoud.  

Slide 22 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Observatieplan
  • Na de vakantie lesweek 5- geen les.
  • Lesweek 6-  les  
    Theorie observatieplan en oefenen 

Opdracht: 
De komende twee weken  ga je alvast op je stage kijken bij welke cliënt je een observatie
wil uitvoeren volgens een observatieplan. 
Dit noemen we reden of aanleiding van observatie. 
Zie volgende dia waar je aan kunt denken. 

Slide 23 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Stap 1
De aanleiding (reden observatie) 
Redenen zijn bijvoorbeeld:
  • Als je signalen opvangt dat er iets mis gaat 
  • Als je een vraag hebt hoe je moet handelen
  • Als er problemen zijn
  • als je iemand beter wil leren kennen
  • Als je een verslag wil maken

In de aanleiding schrijf je precies waar de vraag vandaan komt, van wie en waarom.

Slide 24 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

 Mijn BOOM onderwijs + huiswerk 
1. Open mijnboomonderwijs licentie  
2. Ga naar - Boek Methodisch begeleiden,  Lees thema  3 en m
aak verwerkingsopdracht 11

3. Maak: Leeractiviteit 6 ’Observatiemethoden- en technieken’’ (blz. 12 individuele verwerkingsopdracht- let op er zijn twee leeractiviteiten 6. Je maakt de leeractiviteit op pagina 12! ) Schrijf de antwoorden op in een WORD document en zorg dat je die bij je hebt in lesweek 6.

4. Kijk de komende twee weken welke cliënt je zou willen gebruiken voor je observatieplan zie vorige slide/dia ''De aanleiding (van observatie''. Ga in gesprek op je BPV  welke cliënt je zou willen observeren en met welk doel. Plan hiervoor alvast tijd voor, In les 9 (03/04/05 april moet je de observatie uitvoeren hiervoor zal je meerdere momenten moeten inplannen) 

 

Slide 25 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Samengevat: opdrachten af voor de volgende les (lesweek 6- 13 maart) 
  1. Boomonderwijs - thema 3- opdracht 11
  2. Leeractiviteit 6 (van pagina 12) 
  3. Twee weken kijken welke cliënt je zou willen observeren/gebruiken voor je eindopdracht. Kies ook de aanleiding hiervan. Bespreek alvast de opdracht met je BPV en spreek een datum af waarop je wordt gescoord op je observatie (jouw begeleider moet jou ook weer observeren) In lesweek 9 ga je de observatie uitvoeren op stage, zie planning! 


Slide 26 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Lesdoelen
We checken de lesdoelen aan de hand van het rad.
Kun jij de begrippen in je eigen woorden correct uitleggen?

Ja? Dan heb je de lesdoelen behaald
Nee? Neem de theorie nogmaals door,
bekijk de les, en schrijf je vragen op / bespreek met docent. 

Slide 27 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Slide 28 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies