BSR 12/5 1bka Grammatica zinsdelen 9

Maak de startvraag.
Klaar? Start alvast aan paragraaf
5.9 (ZD Mixopdrachten) in het online
kaderboek.
Startopdracht:
GRAMMATICA
ZINSDELEN
timer
5:00
§9 Mixopdrachten
Noteer van onderstaande zin de pv, het ow en het wg. Noteer er ook bij hoe je dit hebt gedaan.

- Een miljard euro heeft de schrijfster J.K. Rowling met de Harry Potter-boeken verdiend.
1 / 14
volgende
Slide 1: Tekstslide
NederlandsMiddelbare schoolvmbo k, tLeerjaar 2

In deze les zitten 14 slides, met interactieve quizzen en tekstslides.

time-iconLesduur is: 45 min

Onderdelen in deze les

Maak de startvraag.
Klaar? Start alvast aan paragraaf
5.9 (ZD Mixopdrachten) in het online
kaderboek.
Startopdracht:
GRAMMATICA
ZINSDELEN
timer
5:00
§9 Mixopdrachten
Noteer van onderstaande zin de pv, het ow en het wg. Noteer er ook bij hoe je dit hebt gedaan.

- Een miljard euro heeft de schrijfster J.K. Rowling met de Harry Potter-boeken verdiend.

Slide 1 - Tekstslide

  • Je kunt de persoonsvorm in een zin vinden.
  • Je kunt het onderwerp in een zin vinden (ook langere onderwerpen).
  • Je kunt het werkwoordelijk gezegde in een zin herkennen.
Lesdoelen

Slide 2 - Tekstslide

In deze les gaan we:

  •  paragraaf 2, 4 en 6 herhalen;
  • SO voorbereiden (mixopdrachten).
  • Afronden en terugblikken.

Slide 3 - Tekstslide

Alle paragrafen met ZD voor de paragraaf behandelen we de komende tijd. De paragrafen met
 WS behandelen we later dit jaar.

Slide 4 - Tekstslide

Geef van de volgende zinnen aan wat de persoonsvorm en het onderwerp is.
persoonsvorm
onderwerp
Helaas
zal
ik
de planning
moeten
aanpassen

Slide 5 - Sleepvraag

Wat is de persoonsvorm en wat is het onderwerp?
Biologisch fruit
smaakt
het allerlekkerste.
Persoonsvorm
Onderwerp

Slide 6 - Sleepvraag

Wat is de persoonsvorm en het onderwerp in de zin?
De persoonsvorm
het onderwerp
De appels
hangen
aan de boom
 al

Slide 7 - Sleepvraag

Wat is de persoonsvorm en het onderwerp in de zin?
De persoonsvorm
het onderwerp
Julia en Kim
gaven
aan hun moeder
een cadeautje

Slide 8 - Sleepvraag

Werkwoordelijk
Het werkwoordelijk gezegde bestaat uit alle werkwoorden in de zin. Ze zeggen wat het onderwerp (mens, dier of ding) doet of ondergaat. De persoonsvorm is altijd een onderdeel van het werkwoordelijk gezegde.
Als er meer werkwoorden in de zin staan, horen die er ook bij.
gezegde (wg)

Slide 9 - Tekstslide

Werkwoordelijk
  • Bepaal welke woorden werkwoorden zijn.
  • Deze woorden vormen samen het werkwoordelijk gezegde.
  • Delen van een scheidbaar werkwoord horen ook bij het wg.

    De bezorger heeft het pakketje gisteravond afgeleverd.
gezegde (wg)

Slide 10 - Tekstslide

Slide 11 - Tekstslide

Aan het werk
Wat?
Cursus 5.9 Mixopdrachten.
Opdracht 1 t/m 6 (online kaderboek).
* Kijk goed voor jezelf welke zinsdelen goed gaan en welke nog iets minder.
Hoe?
Keuze: zelfstandig of in tweetallen.
Hulp
De 4 B's, oogje, theorie in je boek.
Tijd
Timer.
Klaar?
Werk oefenen in de trainer met een zinsdeel dat jij nog lastig vindt of verder in je leesboek.
timer
20:00

Slide 12 - Tekstslide

  • Je kunt werkwoorden in een zin herkennen.
  • Je kunt het werkwoordelijk gezegde in een zin herkennen.
Lesdoelen

Slide 13 - Tekstslide

Welk zinsdeel vind je nog lastig?
A
persoonsvorm
B
onderwerp
C
werkwoordelijk gezegde
D
geen één

Slide 14 - Quizvraag