Bevruchting tot geboorte

Bevruchting tot geboorte
1 / 20
volgende
Slide 1: Tekstslide
NatuurwetenschappenSecundair onderwijs

In deze les zitten 20 slides, met interactieve quizzen, tekstslides en 2 videos.

time-iconLesduur is: 50 min

Onderdelen in deze les

Bevruchting tot geboorte

Slide 1 - Tekstslide

SUCCESCRITERIA
6.30 - B - Ik kan het verloop van de voortplanting bij de mens uitleggen.
 

  • Ik begrijp het verloop van de voortplanting bij de mens. (bevruchting, innesteling, embryonale ontwikkeling, foetale groei, geboorte)

A: Ik kan de 5 stadia van de voortplanting bij de mens herkennen, benoemen en bespreken.
B: Ik kan 3 van de 5 stadia van de voortplanting bij de mens herkennen, benoemen en bespreken.
C: Ik kan minder dan 3 van de 5 stadia van de voortplanting bij de mens herkennen, benoemen en bespreken.



Slide 2 - Tekstslide

Voortplanting?

Slide 3 - Woordweb

Slide 4 - Video

FASE 1: bevruchting
wanneer? 
kan 1 keer per maand
waar?
in de eileider
wat?
het versmelten van een zaadcel en een eicel
belangrijke begrippen:
bevruchting, zygote

Slide 5 - Tekstslide

FASE 2:
innesteling
wanneer?
als eicel bevrucht is
waar?
in baarmoederslijmvlies
wat?
celdeling en innesteling

Slide 6 - Tekstslide

FASE 3:
embryonale ontwikkeling



wanneer? afgerond na 3 maanden
wat? vorming van cellen

Slide 7 - Tekstslide

Slide 8 - Video

afvalstoffen van baby naar moeder
voedingsstoffen van moeder naar baby

Slide 9 - Tekstslide

vruchtwaterzak

Slide 10 - Woordweb

FASE 4: foetale groei (10 weken)

Slide 11 - Tekstslide

Slide 12 - Link

ontsluiting
uitdrijving
nageboorte

Slide 13 - Sleepvraag

FASE 5: bevalling
1) Ontsluiting
             (weeën, baarmoederhals, vruchtwater)

2) Uitdrijving

3) Nageboorte
            (placenta, navelstreng)

Slide 14 - Tekstslide

Wat is bevruchting?
A
Het versmelten van een eicelkern met een zaadcelkern.
B
Het moment wanneer bij een zaadlozing zaadcellen in de vagina van de vrouw komen.
C
De ontwikkeling van het embryo tot een foetus in de baarmoeder.

Slide 15 - Quizvraag

Wat gebeurt er op aangeduide plaats?
A
De eicel rijpt.
B
De eicel wordt bevrucht.
C
De eicel nestelt zich in.

Slide 16 - Quizvraag

Hoe lang overleven de zaadcellen in het lichaam van de vrouw?
A
24 uur
B
3 à 5 dagen
C
4 à 5 uur
D
24 dagen

Slide 17 - Quizvraag

Hoe noemen we nummer 2 op de afbeelding?
A
placenta
B
vruchtwater
C
navelstreng
D
baarmoeder

Slide 18 - Quizvraag

Welke orgaan of welke organen beschermen het kindje tegen schokken en stoten?
A
baarmoederwand met spierlaag
B
vruchtvliezen en vruchtwater
C
placenta
D
navelstrengader en navelstrengslagaders

Slide 19 - Quizvraag

EXTRA:
neem de informatie door omtrent de overdracht van CMV tijdens de zwangerschap en maak een samenvatting van de belangrijkste gegevens






EXTRA:
neem de informatie door omtrent de invloed van drugs en alcohol op de zwangerschap en maak een samenvatting van de belangrijkste gegevens

Slide 20 - Tekstslide