oefenen politieke stromingen

1 / 23
volgende
Slide 1: Tekstslide
MaatschappijleerMiddelbare schoolvwoLeerjaar 4

In deze les zitten 23 slides, met interactieve quizzen en tekstslide.

Onderdelen in deze les

Slide 1 - Tekstslide

Linkse partijen willen een:
A
Actieve overheid
B
Passieve overheid
C
Anarchie
D
president

Slide 2 - Quizvraag

Welke uitspraak over populisme is juist?
I. Populisme is geen echte ideologie, maar meer een stijl van politiek bedrijven, bijvoorbeeld door zich af te zetten tegen de elite.
II. Je hebt rechtse populisten,(zoals FvD en PVV), maar geen linkse.
III. Populisten hebben vaak nationalistische standpunten.
A
I en III zijn juist.
B
I, II en III zijn juist.
C
2 is juist.
D
Alleen I is juist.

Slide 3 - Quizvraag

Lees de bron.
Het standpunt uit de bron past bij........?
A
Ecologisme
B
Sociaaleconomisch rechts
C
Conservatisme
D
Confessionalisme

Slide 4 - Quizvraag

''De christelijke naastenliefde gebiedt de hulp aan de behoeftige medemens. De overheid behoort de hulpverlening in eerste plaats over te laten aan kerkelijke en particuliere instanties. Zij is wel geroepen hulpverlening aan burgers, die niet in hun eigen onderhoud kunnen voorzien, te stimuleren.''
A
Christendemocratie
B
Sociaaldemocratie
C
Liberalisme
D
Populisme

Slide 5 - Quizvraag

Is onderstaand standpunt progressief, conservatief?
Drugs moeten legaal worden.
A
Progressief
B
Conservatief

Slide 6 - Quizvraag


Welk stroming hoort bij de uitspraak in de bron?
A
feminisme
B
liberalisme
C
populisme
D
socialisme

Slide 7 - Quizvraag

Rentmeesterschap
A
Socialisme
B
Liberalisme
C
Christendemocraten
D
Ecologisme

Slide 8 - Quizvraag

Het ecologisme
A
Baseert zich op de Bijbel
B
Draait om het milieu verbeteren
C
is een extreme vorm van nationalisme
D
Komt op voor de economie

Slide 9 - Quizvraag

Grotere inkomensverschillen worden rechtvaardig gevonden, omdat ze de 'Hard Werkende Nederlander' belonen.
A
liberalisme
B
sociaaldemocratie
C
nationalisme

Slide 10 - Quizvraag

Welke tegenstellingen horen bij elkaar
A
kosmopolitisme/ populisme
B
kosmopolitisme/ nationalisme
C
progressief/ ecologisme
D
populisme/ nationalisme

Slide 11 - Quizvraag

klassiek liberalisme
A
hoort bij Rawls
B
Hoort bij dokter pepper
C
zegt dat je belastingen laag moet houden
D
gaat ervan uit dat basisbehoefte van de mens geregeld moet worden door de overheid

Slide 12 - Quizvraag

Gelijke kansen (niet gelijke uitkomsten)

A
socialisme
B
sociaal liberalisme
C
nationalisme
D
ecologisme

Slide 13 - Quizvraag

Onder een politieke ideologie wordt verstaan:
A
Het verkiezingsprogramma van een partij
B
De perfecte samenleving
C
Een visie over de gewenste inrichting van de samenleving
D
De regels binnen een politieke partij

Slide 14 - Quizvraag

Linkse partijen:
A
Vinden dat alle mensen evenveel belasting moeten betalen
B
Willen goede uitkeringen en voorzieningen voor de zwakkeren in de samenleving
C
Benadrukken de economische vrijheid van mensen en ondernemingen
D
Hechten veel waarde aan het geloof

Slide 15 - Quizvraag

Welke van de onderstaande uitspraken past bij een extreem-links mensbeeld?
A
Help alleen jezelf, eventueel met geweld
B
De overheid moet mensen helpen via hoge belastingen
C
Mensen moeten gedwongen worden elkaar te helpen
D
Mensen horen vrijwillig anderen te helpen

Slide 16 - Quizvraag

De begrippen progressief en conservatief hebben betrekking op het ... perspectief
A
sociaal-economische
B
sociaal-culturele

Slide 17 - Quizvraag

Is de uitspraak conservatief of progressief?
"Abortus hoort niet te mogen"
A
Progressief
B
Conservatief

Slide 18 - Quizvraag

Gaat het bij de volgende standpunten om een PROGRESSIEF of CONSERVATIEF standpunt?
Kies progressief of conservatief:

1. Homoseksuele stellen moeten de wettelijke mogelijkheid hebben om kinderen te adopteren
2. De militaire dienstplicht dient in ere te worden hersteld: tijdens de dienstplicht leren jongeren discipline
3. Het gezag van de leraar ten opzichte van de leerlingen dient te worden versterkt
A
1. Conservatief 2. Progressief 3. Progressief
B
1. Progressief 2. Progressief 3. Conservatief
C
1. Progressief 2. Conservatief 3. Conservatief
D
1. Conservatief 2. Progressief 3. Progressief

Slide 19 - Quizvraag

antropocentrisch
A
We moeten investeren in nieuwe technologie, zoals auto's die rijden op zonne-energie
B
We moeten auto's weren uit de binnenstad. Mensen pakken maar de fiets.
C
We moeten gewoon de gaskraan weer open gooien
D
We moeten honden verbieden. De gassen van alle poep verpesten onze steden.

Slide 20 - Quizvraag

Welk(e) van onderstaande uitspraken is/zijn juist?

1. Kosmopolieten worden meestal beschouwd als 'rechts'.
2. Conservatieve partijen worden 'rechts' in het politieke spectrum geplaatst.
A
Alleen 1
B
Alleen 2
C
Beide onjuist
D
Beide juist

Slide 21 - Quizvraag

Een linkse partij
A
is voor veel economische vrijheid
B
vindt de zorgen om het milieu overdreven
C
wil dat de uitkeringen zo laag mogelijk zijn
D
vindt dat iedereen goede zorg verdient

Slide 22 - Quizvraag

de mens is geneigd tot het kwade
A
liberalisme
B
confessionalisme
C
sociaaldemocraten
D
ecologisme

Slide 23 - Quizvraag