woorden (H2.5)

Wat gaan we doen?
  • Spreekwoord 
  • Nakijken Fictie H2.1/Maken Gedichten 2.2
  • Lezen
1 / 28
volgende
Slide 1: Tekstslide
NederlandsMiddelbare schoolvmbo gLeerjaar 1

In deze les zitten 28 slides, met tekstslides en 1 video.

time-iconLesduur is: 50 min

Onderdelen in deze les

Wat gaan we doen?
  • Spreekwoord 
  • Nakijken Fictie H2.1/Maken Gedichten 2.2
  • Lezen

Slide 1 - Tekstslide

Liefde maakt blind.
Overleg met degene links van je wat dit spreekwoord betekent (30 sec).

Slide 2 - Tekstslide

Liefde maakt blind.
= verliefd zijn en de slechte dingen van de ander niet zien

Slide 3 - Tekstslide

Slide 4 - Video

Aan het werk: gedichten 2.2
BK: 1 t/m 6 (blz. 78-80)
KGT: 1 t/m 7 (blz. 104-107)
Hoe? Eerst in stilte, omdat aan een vd twee groepen uitleg wordt gegeven (nakijken fictie 2.1)
Tijd: 15 min.
Klaar? Lezen in je leesboek

Slide 5 - Tekstslide

Wat gaan we doen?
  • Spreekwoord 
  • Opdracht met kaartjes
  • Lesdoel + korte uitleg
  • Aan het werk

Slide 6 - Tekstslide

Het roer stevig in handen hebben.







Overleg met degene naast je wat dit spreekwoord betekent (30 sec).

Slide 7 - Tekstslide

Het roer stevig in handen hebben.
= weten waar je mee bezig bent.

Slide 8 - Tekstslide

Opdracht
Zoek degene in de klas die een kaartje heeft dat past bij die van jou.
Heb je diegene gevonden? Overleg met elkaar:
1. Wat de betekenis is van het woord op je kaartje
2. Waarom jullie kaartjes bij elkaar passen

Tijd: 5 min.
timer
5:00

Slide 9 - Tekstslide

Antwoorden
Blij –                          vrolijk
Moeilijk –                ingewikkeld
Slim –                       intelligent
Vervolgens –        daarna
Zeggen –                uitspreken
Kapot –                    stuk
Succes –                 voorspoed
Voortdurend –     altijd
Volmaakt –            perfect
Sip -                          verdrietig
Bijzonder –           apart

Slide 10 - Tekstslide

Lesdoel
BK/KGT: Je kunt uitleggen wat een synoniem is én een voorbeeld geven.

Slide 11 - Tekstslide

Synoniemen
Een synoniem is een woord dat (bijna) dezelfde betekenis heeft.

Wanneer gebruik je een synoniem?

Slide 12 - Tekstslide

Slide 13 - Tekstslide

Aan de slag
Wat?    BK: opdracht 1, 2, 5a, 6, 7, 8, 11b (kader + opdracht 3) (blz. 98 - 101)
              KGT: maken opdracht 1e, 3a, 4, 5, 6, 8, 9, 10 (blz. 136 - 141)
Hoe?   Eerst 10 minuten in stilte, daarna mag je zachtjes overleggen in je                        tafelgroepje.
Hulp:   Eerst zelf proberen, daarna overleggen.
Tijd:      15 minuten.
Klaar?   Lezen in je leesboek.

timer
10:00

Slide 14 - Tekstslide

Lesafsluiting
BK: Noem een synoniem voor verdrietig.
KGT: Bedenk zelf een woord met een synoniem.

Slide 15 - Tekstslide

Wat gaan we doen?
  • Spreekwoord
  • Lesdoel
  • Mini-woorddictee
  • Aan de slag
  • Lesdoel controleren 

Slide 16 - Tekstslide

Beter een goede buur dan een verre vriend.

Slide 17 - Tekstslide

Beter een goede buur dan een verre vriend.
= je hebt meer aan iemand in de buurt.

Slide 18 - Tekstslide

Lesdoel
BK/KGT: Je leert minimaal vijf nieuwe woorden correct spellen.

Slide 19 - Tekstslide

Mini-woorddictee: stap 1
BK: blz. 99
KGT: blz. 137

Bekijk de woordenlijst op bovenstaande bladzijde. Je hebt 2 minuten om de lijst te bestuderen. Kies vijf woorden uit die je lastig vindt. 


timer
2:00

Slide 20 - Tekstslide

Mini-woorddictee: stap 2
A houdt de woordenlijst erbij en dicteert zijn 5 woorden aan B.
B schrijft de woorden op!

Tijd: 4 min.
timer
4:00

Slide 21 - Tekstslide

Mini-woorddictee: stap 3
A controleert de woorden van B met behulp van de woordenlijst én corrigeert (= verbetert).

Tijd: 1 min.
timer
1:00

Slide 22 - Tekstslide

Mini-woorddictee: stap 1
BK: blz. 99
KGT: blz. 137

Bekijk de woordenlijst op bovenstaande bladzijde. Je hebt 2 minuten om de lijst te bestuderen. Kies vijf woorden uit die je lastig vindt. 


timer
2:00

Slide 23 - Tekstslide

Mini-woorddictee: stap 2
houdt de woordenlijst erbij en dicteert zijn 5 woorden aan A.
A schrijft de woorden op!

Tijd: 4 min.
timer
4:00

Slide 24 - Tekstslide

Mini-woorddictee: stap 3
B controleert de woorden van A met behulp van de woordenlijst én corrigeert (= verbetert).

Tijd: 1 min.
timer
1:00

Slide 25 - Tekstslide

Aan de slag: woorden 2.5
Wat?    BK: opdracht 12, 15, 16, 18, 19, 20a (+K 3, 13) (blz. 102-104)
               KGT: opdracht 11a, 11b, 12, 13, 15, 16, 18 (blz. 142-144)
Hoe?    Eerst 10 minuten in stilte, daarna mag je zachtjes overleggen in je                        tafelgroepje.
Hulp:    Eerst zelf proberen, daarna overleggen.
Tijd:      15 minuten.
Klaar?   Lezen in je leesboek.

timer
10:00

Slide 26 - Tekstslide

Lesdoel
BK/KGT: Je leert minimaal vijf nieuwe woorden correct spellen.

Slide 27 - Tekstslide

Aan de slag

Slide 28 - Tekstslide