T6L5: Het neusje van de zalm

Het neusje van de zalm
1 / 17
volgende
Slide 1: Tekstslide
NederlandsLager onderwijs

In deze les zitten 17 slides, met interactieve quizzen, tekstslides en 1 video.

time-iconLesduur is: 50 min

Onderdelen in deze les

Het neusje van de zalm

Slide 1 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Klap met je handen op je hoofd.

Slide 2 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Tik je schouders met je handen.

Slide 3 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Lik je elleboog met je tong.

Slide 4 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Ik heb jullie bij de neus genomen.

Slide 5 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

iemand bij de neus nemen =
figuurlijk taalgebruik.

Slide 6 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Wat gaan we vandaag leren?

  • Ik weet wat een uitdrukking is.
     
  • Ik ken het verschil tussen figuurlijk taalgebruik en letterlijk taalgebruik.
     
  • Ik leer de betekenis kennen van enkele uitdrukkingen.

Slide 7 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

3

Slide 8 - Video

Deze slide heeft geen instructies

01:56

A
letterlijk taalgebruik
B
figuurlijk taalgebruik

Slide 9 - Quizvraag

Deze slide heeft geen instructies

02:20

A
letterlijk taalgebruik
B
figuurlijk taalgebruik

Slide 10 - Quizvraag

Deze slide heeft geen instructies

02:33

A
letterlijk taalgebruik
B
figuurlijk taalgebruik

Slide 11 - Quizvraag

Deze slide heeft geen instructies

Sam liet zijn tanden zien.
A
figuurlijk taalgebruik
B
letterlijk taalgebruik

Slide 12 - Quizvraag

Sam werd gepest op school. Ruben plaagde hem iedere dag. Maar
vorige dinsdag veranderde er wat. Sam liet zijn tanden zien. Hij stapte op
Ruben af en zei: ‘Als je nu niet ophoudt, stap ik naar de directeur!’
Er zat een haar in de boter.
A
figuurlijk taalgebruik
B
letterlijk taalgebruik

Slide 13 - Quizvraag

Mo en Lisa zijn beste vrienden. Gisteren maakten ze voor de
eerste keer ruzie, er zat een haar in de boter. Vandaag hebben ze het
gelukkig weer bijgelegd.
Hassan viel hard op de grond.
A
figuurlijk taalgebruik
B
letterlijk taalgebruik

Slide 14 - Quizvraag

Hassan voetbalt graag tijdens de speeltijd. Hij was aan het dribbelen maar toen hij wou trappen, gleed hij uit en viel hard op de grond. Dat deed pijn!
Hij voelt zich als een vis in het water.
A
figuurlijk taalgebruik
B
letterlijk taalgebruik

Slide 15 - Quizvraag

Sinds kort woont Milan in een nieuw dorp. Hij gaat er ook naar
een nieuwe school en voelt zich er als een vis in het water. Onlangs zei hij
nog tegen zijn ouders: ‘Ik heb al veel nieuwe vrienden gemaakt, het is er
echt superleuk!’ 
De appel valt niet ver van de boom.
Hij schreeuwt het van de daken.

Slide 16 - Sleepvraag

Deze slide heeft geen instructies

Hij heeft twee linkerhanden.
Hij steekt zijn handen uit de mouwen.

Slide 17 - Sleepvraag

Deze slide heeft geen instructies