2.1 Krachten tekenen en zwaartepunt

Krachten tekenen en het 
zwaartepunt (blz. 9)
Bluetooth 
- AAN
- VPN uit

Benodigdheden
- Boek en schrift
- Pen, potlood
- Rekenmachine
- iPad, geodriehoek
Cijfer
- NEE


Lessonup
- JA
Tassen in
de tassenkast
Telefoons in de telefoontas
1 / 29
volgende
Slide 1: Tekstslide
NatuurkundeMiddelbare schoolvwoLeerjaar 3

In deze les zitten 29 slides, met interactieve quizzen en tekstslides.

time-iconLesduur is: 50 min

Onderdelen in deze les

Krachten tekenen en het 
zwaartepunt (blz. 9)
Bluetooth 
- AAN
- VPN uit

Benodigdheden
- Boek en schrift
- Pen, potlood
- Rekenmachine
- iPad, geodriehoek
Cijfer
- NEE


Lessonup
- JA
Tassen in
de tassenkast
Telefoons in de telefoontas

Slide 1 - Tekstslide

Lesdoelen:
  • Teken of schets een krachtendiagram.
  • Geef aan wat een zwaartepunt is.

Slide 2 - Tekstslide

Een kracht tekenen
Een kracht heeft een
- grootte
- richting en
- aangrijpingspunt.
Een grootheid met deze eigenschappen wordt een vector genoemd.

Slide 3 - Tekstslide

Een kracht tekenen
Een kracht heeft een
- grootte
- richting en
- aangrijpingspunt.
Een grootheid met deze eigenschappen wordt een vector genoemd.

Slide 4 - Tekstslide

Krachtenschaal
Kies eerst een krachtenschaal, b.v. 1 cm      5 N

- Dat betekent dat een pijl met een lengte van 1 cm een kracht van 5 N voorstelt, en dus een lijn van 3 cm een kracht van 15 N voorstelt.

Slide 5 - Tekstslide

Voorbeeld
Teken een kracht van 20N naar rechts.

Slide 6 - Tekstslide

Zwaartepunt
Het punt ten opzichte waarvan de massa van dat object in evenwicht is.

Een voorwerp zal omvallen als het 
zwaartepunt niet boven het steunvlak 
ligt.
Steunvlak

Slide 7 - Tekstslide

Slide 8 - Tekstslide

Wat hoeft een krachten tekening NIET te hebben?
A
Lengte
B
Dikte
C
Aangrijpingspunt
D
Richting

Slide 9 - Quizvraag

Waar is het zwaartepunt?
A
B
C
A
A
B
B
C
C

Slide 10 - Quizvraag

Maak opgave 5 (blz. 74)/ opgave 6 (blz 70)

timer
3:00
Op de volgende DIA, VRAAG MET FOTO inleveren

Slide 11 - Tekstslide

Maak een foto van je antwoord op opdracht 5, en lever dit in.

Slide 12 - Open vraag

Slide 13 - Tekstslide

Maak opgave 6 (blz. 74)/ opgave 7 (blz.70)
timer
3:00

Slide 14 - Tekstslide

Slide 15 - Tekstslide

Maak opgave 7 (blz. 75)/ opgave 9 (blz. 71)
timer
1:00

Slide 16 - Tekstslide

Slide 17 - Tekstslide

Maak opgaven 10 (blz. 75)
timer
3:00

Slide 18 - Tekstslide

Slide 19 - Tekstslide

Soorten evenwicht
Voorwerpen blijven staan omdat 
het zwaartepunt zich boven het 
steunvlak bevindt.

Er zijn twee soorten evenwicht:
- Stabiel evenwicht
- Instabiel evenwicht

Slide 20 - Tekstslide

a) Bij een stabiel evenwicht keert een voorwerp terug naar de evenwichtsstand.

b) Bij instabiel evenwicht valt een voorwerp om


Slide 21 - Tekstslide

Maak opgaven 23 (blz. 22)
timer
1:00

Slide 22 - Tekstslide

Slide 23 - Tekstslide

Maak opgaven 10 (blz. 72)
timer
1:00

Slide 24 - Tekstslide

Slide 25 - Tekstslide

Maak opgaven 11 (blz. 72)
timer
3:00

Slide 26 - Tekstslide

Slide 27 - Tekstslide

Wat heb je
vandaag geleerd?


Slide 28 - Woordweb

Samenvatting:
  • Een vector heeft een grootte, een richting en een aangrijpingspunt.
  • Een pijl heeft dus lengte, richting en een pijlpunt.
  • Zwaartepunt is het punt waarvan 
       de massa van het voorwerp in 
       evenwicht is.

Slide 29 - Tekstslide