Formuleren - nr 140 en 144: Dubbelop

1 / 28
volgende
Slide 1: Tekstslide
NederlandsMiddelbare schoolhavoLeerjaar 4

In deze les zitten 28 slides, met interactieve quizzen, tekstslides en 1 video.

Onderdelen in deze les

Slide 1 - Tekstslide

Formuleren  - Dubbelop: nr. 140+144
Na deze les kun je:

onjuiste/storende woordherhalingen, tautologieën, pleonasmen, contaminaties en dubbele ontkenningen herkennen en verbeteren.

Slide 2 - Tekstslide

"Aan geroddel heb ik een hekel aan."
Wat klopt er niet in deze zin?

Slide 3 - Open vraag

"Die vraag over de ronde cirkel bij wiskunde begreep ik niet."
Wat klopt er niet in deze zin?

Slide 4 - Open vraag

"Ik word regelmatig voorbij gepasseerd door ouderen op elektrische fietsen."
Wat klopt er niet in deze zin?

Slide 5 - Open vraag

Onjuiste herhaling (storende woordherhaling)
Als een vast voorzetsel ten onrechte twee keer wordt gebruikt, is dat een onjuiste herhaling.

Bijvoorbeeld:
In de plannen van het kabinet om de hypotheekrenteaftrek af te schaffen, zien de meeste Nederlanders niets in.

Slide 6 - Tekstslide

Onjuiste herhaling
In de plannen van het kabinet om de hypotheekrenteaftrek af te schaffen, zien de meeste Nederlanders niets in.

Dit moet zijn:
In de plannen van het kabinet om de hypotheekrenteaftrek af te schaffen, zien de meeste Nederlanders niets. 

Notatie: in ... in = onjuiste herhaling

Slide 7 - Tekstslide

Tautologie
Als hetzelfde twee keer wordt gezegd met verschillende woorden van dezelfde woordsoort (synoniemen), heet dat tautologie. (tautos = hetzelfde, logos = woord)

Bijvoorbeeld:
Op die laatste foto kun je goed zien dat de tweeling identiek hetzelfde is!

Slide 8 - Tekstslide

Tautologie
Op die laatste foto kun je goed zien dat de tweeling identiek hetzelfde is!

Dit moet zijn:
Op die laatste foto kun je goed zien dat de tweeling identiek is!


Notatie: identiek + hetzelfde = tautologie

Slide 9 - Tekstslide

Pleonasme
Bij een pleonasme wordt een deel van de betekenis van een woord of een woordgroep nog eens door een ander woord uitgedrukt. Dat andere woord is meestal van een andere woordsoort. 

Bijvoorbeeld:
Voordat u de zinnen gaat opschrijven zal ik allereerst beginnen met het dictee eenmaal in zijn geheel voor te lezen.

Slide 10 - Tekstslide

Pleonasme
Voordat u de zinnen gaat opschrijven zal ik allereerst beginnen met het dictee eenmaal in zijn geheel voor te lezen.

Dit moet zijn:
Voordat u de zinnen gaat opschrijven zal ik allereerst het dictee eenmaal in zijn geheel voorlezen.
of
Voordat u de zinnen gaat opschrijven zal ik  beginnen met het dictee eenmaal in zijn geheel voor te lezen.

Notatie: allereerst beginnen = pleonasme

Slide 11 - Tekstslide

Contaminatie
Als twee woorden of uitdrukkingen worden verward en ten onrechte worden vermengd, heet dat een contaminatie.

Bijvoorbeeld:
Zouden zulke pyromanen zich eigenlijk wel beseffen welk leed ze de slachtoffers van hun daden aandoen?

Slide 12 - Tekstslide

Contaminatie
Zouden zulke pyromanen zich eigenlijk wel beseffen welk leed ze de slachtoffers van hun daden aandoen?

Dit moet zijn:
Zouden zulke pyromanen zich eigenlijk wel realiseren welk leed ze de slachtoffers van hun daden aandoen?
of
Zouden zulke pyromanen wel beseffen welk leed ze de slachtoffers van hun daden aandoen?

Notatie: zich ... beseffen = contaminatie

Slide 13 - Tekstslide

Dubbele ontkenning
In zinnen met een werkwoord dat al een ontkennend karakter heeft (voorkómen, misbruiken, verbieden, weerhouden, nalaten) wordt soms ten onrechte een tweede ontkenning toegevoegd. 

Bijvoorbeeld:
Hoewel hij door diverse getuigen op de plaats van het delict gesignaleerd was, ontkende de verdachte tijdens het verhoor dat hij niets met het misdrijf te maken had.

Slide 14 - Tekstslide

Dubbele ontkenning
Hoewel hij door diverse getuigen op de plaats van het delict gesignaleerd was, ontkende de verdachte tijdens het verhoor dat hij niets met het misdrijf te maken had.
Dit moet het zijn:
Hoewel hij door diverse getuigen op de plaats van het delict gesignaleerd was, ontkende de verdachte tijdens het verhoor dat hij iets met het misdrijf te maken had.
-->  ontkende ... niets te maken = dubbele ontkenning

Slide 15 - Tekstslide

Waarschijnlijk zullen er vandaag vooral in het zuiden van het land vermoedelijk enkele verspreide opklaringen komen.
A
onjuiste herhaling
B
tautologie
C
pleonasme
D
contaminatie

Slide 16 - Quizvraag

Waarschijnlijk zullen er vandaag vooral in het zuiden van het land vermoedelijk enkele verspreide opklaringen voorkomen.

Verbeter de zin.

Slide 17 - Open vraag

De extreem lage rente ontmoedigt veel trouwe spaarders om niet langer geld op de bank te zetten.
A
tautologie
B
pleonasme
C
contaminatie
D
dubbele ontkenning

Slide 18 - Quizvraag

De extreem lage rente ontmoedigt veel trouwe spaarders om niet langer geld op de bank te zetten.
Verbeter de zin.

Slide 19 - Open vraag

Die nieuwe film over de Tweede Wereldoorlog heeft veel impact op mij gemaakt.
A
onjuiste herhaling (=storende woordherhaling)
B
tautologie
C
pleonasme
D
contaminatie

Slide 20 - Quizvraag

Die nieuwe film over de Tweede Wereldoorlog heeft veel impact op mij gemaakt.
Verbeter de zin.

Slide 21 - Open vraag

Tijdens de wintermaanden is het skigebied bedekt met een dikke laag witte sneeuw.
A
tautologie
B
pleonasme
C
contaminatie
D
dubbele ontkenning

Slide 22 - Quizvraag

Tijdens de wintermaanden is het skigebied bedekt met een dikke laag witte sneeuw.
Verbeter de zin.

Slide 23 - Open vraag

Leerdoel:
Ik kan onjuiste herhalingen, tautologieën, pleonasmen, contaminaties en dubbele ontkenningen herkennen en verbeteren.
A
Ja
B
Nee
C
Ik twijfel nog

Slide 24 - Quizvraag

Verder:

1. Bestudeer de theorie in je boek en/of door het filmpje op de volgende dia te bekijken.
2. Maak de opdrachten van hoofdstuk 7, paragraaf 1.

Extra hulp nodig? Kom vooraan zitten.

Slide 25 - Tekstslide

Slide 26 - Video

Slide 27 - Link

Slide 28 - Link